4.
Druk op [Wachtwoord].
5.
Voer een inlogwachtwoord in en druk dan op [Gereed].
6.
Druk op [Inloggen].
• Als er verschillende keren een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd, wordt inloggen met
dezelfde naam uitgeschakeld (Uitsluitingsfunctie). De standaardinstelling voor het aantal mislukte
pogingen voordat een gebruiker wordt uitgesloten, is vijf. Als de gebruiker is uitgesloten, moet de
beheerder de uitsluiting opheffen.
• Als u wilt uitloggen bij het apparaat, drukt u op [Uitloggen] rechtsboven in het scherm, en drukt u
vervolgens op [Uitvoeren].
Inloggen met een IC-kaart
Houd uw IC-kaart boven de kaartlezer rechts van het bedieningspaneel. Als de kaart niet op het
apparaat is geregistreerd, geeft u de verificatiegegevens op en registreert u de kaart.
1.
Houd een IC-kaart boven de kaartlezer.
• Wanneer de kaart op het apparaat is geregistreerd, is de inlogprocedure voltooid.
• Wanneer de kaart niet is geregistreerd, wordt het registratiescherm weergegeven. Ga door
met de volgende stap om de kaart te registreren.
DZC192
DZB640
Inloggen via het bedieningspaneel
51