6. Documentserver
3.
Selecteer het document dat u wilt afdrukken.
• Druk op [Gebruikersnaam] of [Bestandsnaam] om naar een document te zoeken.
• Als het document met een wachtwoord is beveiligd, voert u het wachtwoord in en drukt u op
[OK].
• Als u twee of meer exemplaren wilt afdrukken, geeft u het aantal op met behulp van de
cijfertoetsen.
• Om meerdere documenten tegelijkertijd af te drukken, selecteert u de documenten die u wilt
afdrukken in de volgorde waarop u ze wilt afdrukken. U kunt maximaal 30 documenten
selecteren.
• Nadat de documenten zijn geselecteerd, kunt u de geselecteerde documenten bevestigen
door op [Volgorde] te drukken om ze in de afdrukvolgorde te zetten.
4.
Druk op [Starten].
• Als u het afdrukken wilt stoppen, drukt u op [Stoppen]
• Tijdens het kopiëren kunt u het aantal te kopiëren sets wijzigen. Deze functie kan alleen worden
gebruikt wanneer de functie Sorteren is geselecteerd bij de afdrukvoorwaarden. Als u het aantal
wilt wijzigen tijdens het afdrukken, drukt u op [Stoppen], geeft u het aantal op en drukt u op
[Doorgaan met afdrukken]. Het aantal dat kan worden ingevoerd verschilt, afhankelijk van
wanneer u op [Stoppen] heeft gedrukt.
De afdrukinstellingen wijzigen om een document af te drukken
• Wanneer u twee of meer documenten selecteert waarvan de afdrukinstellingen moeten worden
gewijzigd, behoudt het eerste document de gewijzigde inhoud na het afdrukken. Het tweede
document en latere documenten behouden de gewijzigde inhoud niet en worden de instellingen
gebruikt van het moment dat ze zijn opgeslagen.
182
DZX239
[Afdrukken stoppen].