De instellingen voor het weergeven van opnamen wijzigen
3 De helderheid van het LCD-scherm aanpassen
De helderheid van het LCD-scherm wordt automatisch aangepast
voor een optimale weergave. U kunt het helderheidsniveau van de
automatische aanpassing instellen (lichter of donkerder) of de
helderheid handmatig aanpassen.
Automatische aanpassing
Let erop wanneer [Auto] is ingesteld dat de ronde, externe lichtsensor (pag. 20)
rechts op het LCD-scherm niet wordt geblokkeerd door uw vinger of iets dergelijks.
Als u de belichting van de opname wilt controleren, raden we u aan om naar
het histogram te kijken (pag. 248).
Selecteer [LCD-helderheid].
1
Selecteer [LCD-helderheid] op het
tabblad [52] en druk vervolgens op
<0>.
Selecteer [Auto] of [Handmatig].
2
Draai aan het instelwiel <6> om
een optie te selecteren.
Pas de helderheid aan.
3
Kijk naar het diagram met grijswaarden
en draai aan het instelwiel <5>.
Druk vervolgens op <0>.
U kunt [Auto] instellen op drie niveaus,
en [Handmatig] op zeven niveaus.
Handmatige aanpassing
279