Menufunctie-instellingen
3
Live view-opname.
U kunt Live view-opname. instellen op [Inschakelen] of
[Uitschakelen].
AF-modus
U kunt [Live-modus] (pag. 207), [u Live-modus] (pag. 208) of
[Quick-modus] (pag. 212) selecteren.
Rasterweergave:
Door een raster van [3x3 l] of [6x4 m] weer te geven, kunt u
controleren op kanteling van het beeld. Met [3x3+diag n] wordt
het raster met diagonale lijnen weergegeven om u te helpen de
intersecties over het onderwerp uit te lijnen voor een betere balans
in de compositie.
In dit gedeelte worden de instellingen
besproken die specifiek zijn voor Live
view-opnamen. De menuopties op het
tabblad [z4] worden besproken op
pagina 203-206. In de modus <A>
wordt dit weergegeven onder [z2].
De instelbare functies in dit menu-
scherm worden alleen toegepast
tijdens Live view-opnamen. Deze
functies worden niet toegepast bij het
maken van opnamen met de zoeker.
203