Nederlands
7.3
Elektrische aansluiting
Veiligheid
208
• Bij een horizontale motoras is de positie van de condensaatboring
naar onderen vereist (afb. 18, pos. 2). Indien nodig moet de motor
gedraaid worden.
OPMERKING:
Bij een verwijderde kunststof stop is de beschermingsklasse IP 55 niet
meer gegarandeerd.
OPMERKING:
Bij installaties die geïsoleerd worden, mag alleen het pomphuis worden
geïsoleerd, niet het lantaarnstuk, aandrijving en de verschildruksensor.
Bij het isoleren van de pomp moet isolatiemateriaal zonder ammoni-
akverbindingen worden gebruikt, om spanningsscheurcorrosie aan de
wartelmoeren te verhinderen. Als dit niet mogelijk is, dient direct con-
tact met de messing schroefverbindingen te worden vermeden. Hier-
voor zijn schroefverbindingen van roestvrij staal beschikbaar. Als
alternatief kan ook een corrosiebescherming (bijv. isolatietape) wor-
den gebruikt.
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting bestaat levensgevaar
door elektrische schok.
• Elektrische aansluiting uitsluitend door een elektricien met toela-
ting door het plaatselijke energiebedrijf en overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften laten uitvoeren.
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van het toebehoren in acht
nemen!
GEVAAR! Levensgevaar!
Gevaar voor persoonlijk letsel door aanraakspanning.
Werkzaamheden aan de elektronicamodule mogen pas na 5 min
worden uitgevoerd omdat de nog aanwezige aanraakspanning een
gevaar vormt voor personen (condensatoren).
• Voor de werkzaamheden aan de pomp dient de voedingsspanning
onderbroken en 5 min gewacht te worden.
• Controleren of alle aansluitingen (ook potentiaalvrije contacten)
spanningsvrij zijn.
• Nooit met voorwerpen in de opening in de elektronicamodule peu-
teren of er iets insteken!
WAARSCHUWING! Gevaar voor overbelasting van het net!
Een ontoereikende netwerkuitvoering kan wegens overbelasting
van het net tot uitval van het systeem en zelfs tot brand in kabels
leiden.
• Bij de netwerkuitvoering vooral m.b.t. de gebruikte kabeldoorsne-
den en zekeringen ermee rekening houden dat het tijdens het
meerpompenbedrijf mogelijk is dat alle pompen kortstondig gelijk-
tijdig in bedrijf zijn.
OPMERKING:
Vereisten en grenswaarden voor harmonische stromen:
Bij de pompen met vermogensklasse 11 kW, 15 kW, 18,5 kW en
22 kW gaat het om toestellen voor professioneel gebruik. Deze toe-
stellen moeten volgens speciale voorwaarden worden aangesloten,
omdat voor het bedrijf van deze toestellen een R
aansluitpunt niet volstaat. De aansluiting op het openbare laagspan-
ningsverdeelnet is geregeld via de norm IEC 61000-3-12 – Als basis
voor de evaluatie van de pompen geldt tabel 4 voor toestellen met
drie fasen onder speciale voorwaarden. Voor alle publieke aansluit-
punten moet het kortsluitvermogen S
elektrische installatie van de gebruiker en het voedingsnet groter of
gelijk zijn dan de waarden die in de tabel staan. De monteur of de
van 33 op het
sce
aan de interface tussen de
sc
WILO SE 06/2016