2.6
Veiligheidsvoorschriften voor
montage- en
onderhoudswerkzaamheden
2.7
Eigenmachtige ombouw en
vervaardiging van
reserveonderdelen
2.8
Ongeoorloofde gebruikswijzen
3
Transport en opslag
3.1
Verzending
Transportinspectie
Opslag
3.2
Transport voor montage-/
demontagedoeleinden
Afb. 7: Transport van de pomp
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CronoLine-IL-E, CronoTwin-DL-E, CronoBloc-BL-E
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle montage- en onder-
houdswerkzaamheden worden uitgevoerd door bevoegd en
bekwaam vakpersoneel, dat door het bestuderen van de gebruiks-
handleiding voldoende geïnformeerd is.
De werkzaamheden aan het product/de installatie mogen uitsluitend
bij stilstand worden uitgevoerd. De in de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften beschreven procedure voor het stilzetten van het product/
de installatie moet absoluut in acht worden genomen.
Onmiddellijk na beëindiging van de werkzaamheden moeten alle vei-
ligheidsvoorzieningen en -inrichtingen weer aangebracht resp. in
werking gesteld worden.
Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van reserveonderdelen vor-
men een gevaar voor de veiligheid van het product/personeel en maken
de door de fabrikant afgegeven verklaringen over veiligheid ongeldig.
Wijzigingen in het product zijn alleen toegestaan na overleg met de
fabrikant. Originele onderdelen en door de fabrikant toegestaan toe-
behoren komen de veiligheid ten goede. Gebruik van andere onder-
delen doet de aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit
voortvloeiende gevolgen vervallen.
De bedrijfsveiligheid van het geleverde product kan alleen bij gebruik
volgens de voorschriften conform hoofdstuk 4 van de inbouw- en
bedieningsvoorschriften worden gegarandeerd. De in de catalogus/
het gegevensblad aangegeven boven- en ondergrenswaarden mogen
in geen geval worden overschreden.
De pomp wordt af fabriek in een doos verpakt of op een pallet vast-
gemaakt en beschermd tegen stof en vocht geleverd.
De pomp direct bij ontvangst op transportschade controleren. Bij het
vaststellen van transportschade dient u binnen de geldende termijnen
de vereiste stappen bij het vervoersbedrijf te nemen.
Tot aan de installatie dient de pomp op een droge, vorstvrije plaats en
beschermd tegen mechanische beschadigingen opgeslagen te wor-
den.
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging door verkeerde verpakking!
Indien de pomp op een later tijdstip opnieuw wordt getranspor-
teerd, moet deze op een voor het transport geschikte manier wor-
den verpakt.
• Neem hiervoor de originele of een gelijkwaardige verpakking.
• De transportogen voor het gebruik controleren op beschadiging en
een veilige bevestiging.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk letsel!
Ondeskundig transport kan persoonlijk letsel veroorzaken.
• De pomp moet met behulp van toegestane hijswerktuigen (bijv.
takel , kraan etc.) worden getransporteerd. Deze moeten aan de
pompflenzen en, indien nodig, aan de buitenkant van de motor
(beveiliging tegen wegglijden vereist!) worden bevestigd.
• Voor het optillen met de kraan dient de pomp, zoals weergegeven,
te worden omspannen met geschikte riemen. De riemen rond de
pomp in lussen plaatsen die door het eigen gewicht van de pomp
vanzelf worden dichtgetrokken.
• De transportogen aan de motor zijn hierbij alleen bestemd voor de
geleiding bij het optillen van de last (afb. 7).
• De transportogen aan de motor zijn alleen bestemd voor het trans-
port van de motor, niet van de gehele pomp (afb. 8).
Nederlands
191