IN GEBRUIK NEEMT. HET IS BELANGRIJK DAT GEBRUIKERS DIT GRONDIG DOORNEMEN MET HET OOG OP HUN VEILIGHEID. ALLE GEBRUIKERS MOETEN EEN PROFESSIONELE EN PRAKTISCHE TRAINING IN HET VEILIGE GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE KRIJGEN. DIENSTEN WORDEN GELEVERD VIA ERKENDE TORO DEALERS.
VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Deze handleiding moet worden beschouwd als een onderdeel van de machine omdat hierin essentiële informatie over de veilige bediening, het gebruik, het onderhoud en de specificaties van de machine staan. LEES DIT HANDLEIDING VOORDAT U DE T4240 MAAIMACHINE IN GEBRUIK NEEMT.
VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Voorbereiding Controleer of de machine beantwoordt aan alle toepasselijke voorschriften, inclusief de voorschriften voor gebruik op de openbare weg. Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten. Oogbescherming is verplicht. Inspecteer grondig het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken, en verwijder alle voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen.
VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Bediening Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen. Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. Alvorens de motor te starten, moet u de handrem in werking stellen, de maaiaandrijving uitschakelen en controleren of de rijpedalen in de neutraalstand staan.
1.10 1.10 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Bediening vervolg Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Ga zeer voorzichtig te werk als u achteruitrijdt. Schakel de maaiaandrijving uit voordat u andere oppervlakken dan grasvelden oversteekt. Als u de maaimachine gebruikt, mag u de afvoeropening van de machine nooit naar omstanders richten of iemand in de buurt van de machine laten komen.
1.11 1.11 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Behandeling en opslag van vloeistoffen Hydraulische vloeistof - Vermijd contact met de ogen en langdurig contact met de huid. - Draag tijdens het toedienen van de vloeistof een veiligheidsbril. - Het gebruik van handschoenen of beschermende crème wordt aangeraden. - Was uw handen grondig als deze in aanraking zijn gekomen met de vloeistof.
1.12 1.12 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Onderhoud en opslag Wees voorzichtig als u een maaicilinder draait, want hierdoor kunnen ook andere cilinders gaan draaien. Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt achterlaat, moet u de maaidekken opheffen in de transportstand en de veiligheidssloten vastzetten of de maaidekken neerlaten op de grond. Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan, zodat de machine steeds veilig kan worden gebruikt.
1.14 1.14 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Stickers vervolg Sticker - Hellingen Artikelnr: 111-0936 (A) Locatie: Platform, midden a) Waarschuwing - Rij langzaam in bochten en op hellingen b) Waarschuwing - Maximale helling c) Waarschuwing - Veiligheidsgordel alleen dragen met rolbeugel in de verticale stand d) Voorzichtig e) Lees het gebruikershandboek f) Zet de motor af/Verwijder het contactsleuteltje...
Pagina 15
1.15 1.15 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Stickers vervolg Sticker - Ventilator van motor / Radiator Artikelnr.: 111-3902 (A) Locatie: Kap van ventilator van motor a) Vingers kunnen worden afgesneden b) Voorzichtig c) Waarschuwing - Heet oppervlak d) Lees het gebruikershandboek en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt Belangrijk: Verwijder de kap van de radiator alleen als de motor koud is.
Pagina 16
1.16 1.16 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Stickers vervolg Sticker - Waarschuwing: Ledematen kunnen bekneld raken Artikelnr.: 111-0773 (A) Locatie: Zijkant van het geraamte van de kantelbeveiligingsinrichting a) Veiligheidswaarschuwing - Voorzichtig! Kans op letsel. b) Geplette vingers. Kracht uitgeoefend van de zijkant Sticker - Waarschuwing: Heet oppervlak Artikelnr.: 950889 (1) Locatie: Rechterzijde van de machine a) Veiligheidswaarschuwing - Voorzichtig! Kans...
Pagina 17
1.17 1.17 VEIILIGHEIDSMAATREGELEN Stickers vervolg Sticker - Onderhoud T4240 DAILY MAINTENANCE DAILY MAINTENANCE Artikelnr.: 953812 (2) FUEL LEVEL ENGINE OIL SEAT SWITCH Locatie: Onderkant van motorkap naast FUEL vergrendeling 50 HOURS MAINTENANCE TYRES FASTENERS CLEAN AND INSPECT THE MACHINE. HOSE LINES HYDRAULIC OIL AIR CLEANER CUTTERHEADS...
INFORMATIE OVER EU-CONFORMITEIT Geluidsniveaus Dagelijkse geluidsblootstellingsniveau van de gebruiker: SPELLBROOK, BISHOP'S STORTFORD, TORO heeft geen controle over de omstandigheden HERTS. CM23 4BU. ENGLAND. T4240 van het werkgebied, de gebruiksduur, de 4WD 5-PLEX BASE UNIT onderhoudsstaat of de afstelling van de...
Ongeoorloofde veranderingen aan deze machine ontslaan TORO van elke aansprakelijkheid voor hieruit eventueel voortvloeiende schade of letsel. In het kader van ons beleid van voortdurende productontwikkeling behoudt TORO zich het recht voor specificaties zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Varianten van de maaidekken: De T4240 kan worden uitgerust met verschillende maaidekconfiguraties...
1.21 1.21 SPECIFICATIES Specificaties ALLE CIJFERS ZIJN NOMINAAL BIJ EEN AFGEREGELD MOTORTOERENTAL VAN 2800 TPM TENZIJ ANDERS WORDT VERMELD. Motor T4240 Type: Kubota V2203 Diesel 4 cilinders in lijn Nominaal vermogen: 35,3 kW (47,3 pk) met 2800 tpm DIN 70020 Capaciteit: 2197 cc (134 kubieke inches) Luchtfilter:...
1.23 1.23 SPECIFICATIES Maaideklift en besturing Type aandrijving: Hydraulisch Pomp: Hydraulische tandwielpomp met ingebouwde ontlastklep Geleverde hoeveelheid: 11 liter per minuut Besturing: Bekrachtigde hydrostatische stuurklep met prioriteitsstroming naar besturing en hulpstroming naar maaideklift. Handbesturing voor noodsituaties. Bediening Maaideklift: Mechanisch hydraulisch Zijmaaidekken: Mechanische veerkrachtondersteuning bij neerlaten Ontlastklep:...
ISO viscositeitsklasse 46 hydraulische vloeistof 68 hydraulische vloeistof In geval van twijfel verzoeken wij u contact op te nemen met uw TORO-dealer. Bij gebruik van een vloeistof van de verkeerde viscositeitsklasse zullen de hydraulische onderdelen voortijdig slijten en vervalt de garantie.
1.27 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.27 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen is het belangrijk dat; de gebruiker deze handleiding leest en begrijpt het vergrendelingsmechanisme van het bedieningsplatform volledig is ingeschakeld en goed functioneert, zie Vergrendelingsmechanisme van bedieningsplatform. de dagelijkse onderhoudscontroles goed zijn uitgevoerd en de maaimachine in een goede gebruiksconditie is.
1.28 1.28 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Identificatie van de onderdelen van het bedieningspaneel 1. Parkeerremhendel 2. Verlichtingsschakelaar (wordt geleverd met verlichtingsset) 3. Schakelaar knipperlicht (wordt geleverd met knipperlichtset) 4. Schakelaar gevarenverlichting (wordt geleverd met verlichtingsset) 5. Hefinrichting van maaidekken 6. Gashendel 7.
1.29 1.29 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Remsysteem Handrem ingeschakeld Handrem: Zet de parkeerremhendel in de achterste stand om de handrem in werking te stellen. Gebruik de machine niet als deze op de handrem staat. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - De handrem werkt uitsluitend op de voorwielen. Parkeer de maaimachine nooit op een helling. Serviceremmen: De serviceremmen werken via de hydraulische transmissie.
GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.30 1.30 Werk-/transportmodus WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Zorg dat de gekozen modus geschikt is voor de bedrijfsmodus van de machine. Selecteer de 'werk'-modus als u de machine gebruikt in omstandigheden waarin onvoldoende tractie is en maximale trekkracht is vereist.
1.31 1.31 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Differentieelslot WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Schakel het differentieelslot niet in bij hoge snelheid. De draaicirkel wordt groter als het differentieelslot is ingeschakeld. Het differentieelslot werkt uitsluitend als de machine in de 'werk'-modus staat. Het differentieelslot werkt zowel in de Vooruit als de Achteruit en kan worden ingeschakeld als de maaimachine langzaam rijdt.
1.32 1.32 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Snelheidsregelhendel Met de snelheidsregelhendel kan de beweging van het Vooruit-pedaal worden begrensd voor een accurate rijsnelheid en de vereiste maaisnelheid. U zet de hendel naar voren om de instelling van de rijsnelheid te verhogen en naar achteren om deze te verlagen.
1.33 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.33 Het platform vastmaken: Laat het platform voorzichtig neer. De gasveer zal dit gemakkelijker maken. Beweeg de handgreep van de grendel naar de voorkant van de maaimachine (positie A), terwijl het platform bijna in de volledig neergelaten stand komt. Hierdoor komen de haken van de grendel los van de grendelstaaf.
1.34 1.34 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE De kantelbeveiligingsinrichting invouwen Het geraamte van de kantelbeveiligingsinrichting kan naar beneden gevouwen worden om onder lage obstakels door te rijden. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Als het geraamte naar beneden is gevouwen, biedt het geen bescherming bij omkantelen en kan het niet beschouwd worden als een kantelbeveiligingsinrichting.
1.35 1.35 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Bestuurdersstoel WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Alvorens de maaimachine in gebruik te ne- men, moet u controleren of het mechanisme van de stoel goed functioneert en de stoel stevig is vergrendeld. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - De stoel mag uitsluitend worden versteld als de maaimachine stilstaat en op de handrem is gezet.
1.36 1.36 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Waarschuwingssystemen Waarschuwingssignaal bij te hoge temperatuur van motorvloeistof: Het waarschuwingslampje gaat branden, de signaaltoon klinkt en de maaidekken stoppen. Waarschuwingssignaal bij te hoge temperatuur van hydraulische vloeistof: Het waarschuwingslampje gaat branden en de signaaltoon klinkt als de temperatuur van de hydraulische vloeistof in het reservoir boven 95 °C stijgt.
1.37 1.37 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Contactsleuteltje = Motor uit. = Motor / Hulpapparatuur aan. = Motor voorverwarmen. III = Motor start. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Verwijder altijd het contactsleuteltje als de maaima- chine niet wordt gebruikt. BELANGRIJK: VOORKOM SCHADE - Plaats altijd de beschermkap als het contactsleuteltje is verwij- derd om te voorkomen dat binnendringend vuil of vocht het mechanisme beschadigt.
GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.38 1.38 Indicatielampje transmissie in vrijstand Gaat branden als het rijpedaal in de vrijstand staat en het contactsleuteltje op 'I' is gedraaid. Opmerking: Het indicatielampje Transmissie in vrijstand gaat pas branden als de handrem in werking is gesteld. Indicatielampje maaiaandrijving Gaat branden als de schakelaar van de maaiaandrijving op 'UIT' staat en het...
GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.39 1.39 Hefinrichting van maaidekken De maaidekken kunnen onafhankelijk worden opgeheven of neergelaten met behulp van de 3 lifthendels. Om de maaidekken neer te laten, beweegt u de lifthendels omlaag tot ze in hun stand vergrendeld worden. Als de schakelaar van de maaiaandrijving 'aan' staat, zal de cilinderaandrijving ingeschakeld worden 1.
1.40 1.40 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Met de linker en rechterzijmaaidekken volledig opgeheven in de transportstand. Schakelaar in positie 2 Linker lifthendel 3 bedient linkerfrontmaaidek Middelste lifthendel 4 bedient middelste maaidek Rechterlifthendel 5 bedient rechterfrontmaaidek 1. Vooruit 2. Uit Maaiaandrijving inschakelen 3.
GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.41 1.41 De motor starten WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Alvorens de motor te starten moet u controleren of; - U het hoofdstuk Veiligheidsmaatregelen in dit handboek hebt gelezen en begrepen. - Er niemand in het werkgebied is. - De maaiaandrijving is uitgeschakeld.
1.42 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.42 De motor stoppen Om de motor te stoppen: Draai het contactsleuteltje op '0'. WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Als de motor niet stopt wanneer het contactsleuteltje op '0' is gedraaid, moet u de hendel om de motor te stoppen naar voren zetten.
1.43 1.43 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE Algemene gebruiksaanwijzingen 1. De rotatiesnelheid van de maaicilinders moet altijd zo hoog mogelijk worden gehouden om steeds de beste maaikwaliteit te krijgen. Dit vereist weer dat het motortoerental zo hoog mogelijk moet blijven. 2. De maaikwaliteit zal verslechteren als de machine te snel rijdt. Zorg ervoor dat de maaikwaliteit altijd is afgestemd op het vereiste werktempo, en stel de rijsnelheid dienovereenkomstig af.
Maaihoogtemeter: Een optionele TORO onderdeelnr.: 63-01-760 maaihoogtemeter is beschikbaar om een precieze afstelling van de maaihoogte te bevorderen. Deze is zowel bij vaste als bij zwevende maaidekken te gebruiken.
1.45 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE 1.45 MK3 200 mm vast maaidek Maaihoogte-instelling: De maaihoogte wordt bepaald door de positie van de achterrol. Draai de stelschroefconstructie 'B' aan beide uiteinden rechtsom om de maaihoogte 'E' te verlagen of linksom om de maaihoogte 'E' te verhogen.
1.46 1.46 GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE MK3 200 mm zwevend maaidek Scharnierpunt bevestigen: Zet de grendel in de achterste 'zweefstand' 'A' zoals afgebeeld. Maaihoogte-instelling: De maaihoogte wordt bepaald door de positie van de voor- en achterrol. Draai om de stand van de achterrol te wijzigen de stelschroefconstructie 'B' aan beide uiteinden rechtsom om de maaihoogte 'E' te verlagen of linksom om de maaihoogte 'E' te...
BELANGRIJK: VOORKOM SCHADE - Geregeld onderhoud is belangrijk om de machine altijd veilig te kunnen gebruiken. Bij correct onderhoud zal de levensduur van de machine worden verlengd en blijft de 'Garantie' behouden. Gebruik altijd originele onderdelen van TORO, omdat deze perfect geschikt zijn voor de vereiste werkzaamheden.
1.48 1.48 ONDERHOUD Onderhoud vervolg WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Wees voorzichtig met gevaarlijke stoffen. De volgende vloeistoffen worden gevaarlijk geacht: Stoffen Risicobeoordeling Dieselolie Laag Smeerolie Laag Hydraulische vloeistof Laag Smeervet Laag Antivriesmiddel Gemiddeld Accuzuur Hoog Bij gebruik van bovengenoemde vloeistoffen verdient het aanbeveling oogbescherming en handschoenen te gebruiken en morsen te voorkomen.
1.49 ONDERHOUD 1.49 Motor Raadpleeg het TECHNISCH ENGINE INSTRUCTIEBOEK voor informatie over onderhoud. Inrijperiode De torsie van de wielmoeren controleren: Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren en bij routinecontroles. DAGELIJKS EN VOOR GEBRUIK. Controleer de torsie van de wielmoeren twee keer per dag. Torsie van wielmoer van vooras - 200 Nm.
1.50 1.50 ONDERHOUD Dagelijks en vóór gebruik Controleer het motoroliepeil: Als het oliepeil onder de bovenste markering op de peilstok staat, moet u bijvullen met motorolie van het juiste type tot de olie het vereiste peil bereikt; zie TECHNISCH INSTRUCTIEBOEK. Peil van motorkoelvloeistof controleren: WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN -...
1.51 1.51 ONDERHOUD Dagelijks en vóór gebruik vervolg Maak het radiatorscherm schoon: Maak het radiatorscherm schoon. Controleer de oliekoeler en de grille van de radiator op rommel en maak deze indien nodig schoon met een borstel of een persluchtpistool. Als u dit met water doet, moet u dit geheel laten opdrogen alvorens de machine weer in gebruik te nemen.
Pagina 52
1.52 1.52 ONDERHOUD Dagelijks en vóór gebruik vervolg Controleer het bevestiginsmateriaal: Controleer of alle moeren, bouten en pennen stevig vastzitten en in goede staat verkeren. Veiligheidsinrichtingen controleren: WAARSCHUWING - VOORKOM ONGEVALLEN: Controleer of alle veiligheidsschermen, afdekplaten en andere veiligheidsvoorzieningen op hun plaats zitten en in goede staat verkeren.
Pagina 53
1.53 1.53 ONDERHOUD Dagelijks en vóór gebruik vervolg WAARSCHUWING - VOORKOM ONGEVALLEN: Gebruik de machine niet wanneer het pedaalmechanisme haperingen vertoont en niet probleemloos terugkeert naar de neutraalstand. Controleer de bestuurdersaanwezigheidssensoren: WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Houd omstanders op een afstand als u de bestuurdersaanwezigheidssensoren controleert.
1.54 1.54 ONDERHOUD Om de 50 bedrijfsuren Routinecontroles uitvoeren: Zie DAGELIJKS VOOR GEBRUIK. Controleer de afstelling van de rollagers van het maaidek: Belangrijk: Voorkom schade - Het is essentieel dat de rollagers van het maaidek goed zijn afgesteld voor een maximale levensduur. Als de speling te groot wordt, kunnen de lagers vroegtijdig slijten.
1.55 1.55 ONDERHOUD Om de 50 bedrijfsuren vervolg Smeer de draaipunten: Reinig alle draaipunten en smeer deze met een hoogwaardig smeermiddel van de gespecificeerde klasse, zie SPECIFICATIES. Vervang beschadigde smeernippels. Smeer alle smeerpunten van de maaidekken en zorg ervoor dat er zoveel smeermiddel wordt ingespoten dat er schoon smeermiddel naar buiten komt via de doppen van de rollen.
1.56 1.56 ONDERHOUD Om de 250 bedrijfsuren Routinecontroles uitvoeren: Raadpleeg - DAGELIJKS EN VOOR GEBRUIK. - OM DE 50 BEDRIJFSUREN. Controleer de staat van de accu: WAARSCHUWING: VOORKOM ONGEVALLEN - Een accu produceert explosieve gassen. Werk in een goed geventileerde ruimte en blijf uit de buurt van alle ontstekingsbronnen. Accuvloeistof is bijtend.
1.57 1.57 ONDERHOUD Om de 500 bedrijfsuren Routinecontroles uitvoeren: Raadpleeg - DAGELIJKS EN VOOR GEBRUIK - OM DE 50 BEDRIJFSUREN - OM DE 250 BEDRIJFSUREN. De machine grondig reinigen: BELANGRIJK: VOORKOM SCHADE - Voorkom dat er water terechtkomt op elektrische onderdelen.
1.58 1.58 ONDERHOUD Om de 500 bedrijfsuren vervolg Controleer elektrisch systeem: Controleer alle elektrische aansluitingen en kabels en vervang deze indien ze zijn beschadigd of gecorrodeerd. Spuit een waterafstotend middel van goede kwaliteit op blootliggende aansluitingen als bescherming tegen binnendringend vocht. Uitlijning van achterwielen controleren: Om te voorkomen dat de banden overmatig slijten en ervoor te zorgen dat de machine veilig kan...
1.59 1.59 ONDERHOUD Afstelling van de maaidekcilinder t.o.v. onderste mes BELANGRIJK: VOORKOM SCHADE - Het is essentieel dat de onderste messen goed zijn afgesteld ten opzichte van de maaicilinders om een goed maairesultaat, een minimaal stroomverbruik en een langer levensduur van de messen te kunnen waarborgen. Voer de volgende procedure uit voordat u begint te werken en controleer de instellingen om de paar bedrijfsuren.
1.60 1.60 ONDERHOUD Maaidek wetten Dit proces wordt aanbevolen voor het weer scherp maken van de snijvlakken van de cilinders en onderste messen, wat essentieel is voor een hoogwaardig maairesultaat. Met wetten slijpt u slechts een klein beetje metaal weg om de messen weer scherp te maken.
1.61 1.61 ONDERHOUD Vervanging onderste mes maaidek Verwijder de houder van het onderste mes door de drie stelbouten aan ieder uiteinde te verwijderen en hem uit het maaidek te nemen. Verwijder het versleten mes en gooi de verzonken schroeven en borgmoeren weg.
ONDERHOUD 1.62 1.62 De maaimachine slepen Procedure voor het slepen: Bevestig een stijve sleepstang tussen het trekoog op de maaimachine en een geschikt sleepvoertuig. Controleer of het sleepvoertuig voldoende remvermogen heeft om de gezamenlijke voertuigmassa tot stilstand te brengen, en deze te allen tijde volledig onder controle kan houden.
Pagina 63
ONDERHOUD 1.63 1.63 De maaimachine slepen (vervolg) U stelt de schijfremmen van de voorwielmotor als volgt weer in bedrijf: 1. Ga naar de schijfrem op de rechter voorwielmotor. Draai de stelschroef (item 5) linksom en verwijder deze samen met de ring (item 4) en de remuitzetstang (item 3).
1.64 PROBLEMEN BIJ HET MAAIEN 1.64 PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Stukken ongemaaid Te scherpe bochten Draaicirkel verkleinen gras bij punt van Maaimachine glijdt opzij bij rijden over Hellingopwaarts/hellingafwaarts overlapping tussen een helling maaien maaicilinders Een kant van maaidek raakt de grond niet als gevolg van: - Slecht geleide slangen of verkeerd Slangen anders leiden/hydraulische...
Pagina 65
1.65 PROBLEMEN BIJ HET MAAIEN 1.65 PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Strepen van niet of Golven van de snijvlakken als gevolg Messen wetten of slijpen slecht gemaaid gras van contactdruk bij een slechte in de rijrichting afstelling van de cilinder ten opzichte van het onderste mes Onderste mes raakt de grond Maaihoogte verhogen...
1.66 PROBLEMEN VERHELPEN 1.66 Bij gebruik van de volgende lijst kan aan het licht komen dat belangrijke onderdelen moeten worden gereviseerd of dat de hydraulische druk opnieuw moet worden ingesteld. In dit geval verdient het aanbeveling uw erkende dealer deze werkzaamheden te laten uitvoeren omdat hij hiervoor uitstekend is toegerust.
Pagina 67
1.67 PROBLEMEN VERHELPEN 1.67 PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Geen besturing Defecte stuurklep Stuurklep onderhoudsbeurt geven of vervangen Defecte hydraulische cilinder Hydraulische cilinder onderhoudsbeurt geven of vervangen Beschadigde slang van besturing Beschadigde slang vervangen Transmissie drijft niet Parkeerrem ingeschakeld Ontkoppel parkeerrem goed aan Te laag vloeistofpeil Reservoir bijvullen tot het vereiste peil...
Pagina 68
1.68 PROBLEMEN VERHELPEN 1.68 PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Machine werkt eerst Versleten pomp of motor Indien nodig vervangen naar behoren maar Te laag peil van hydraulische vloeistof Tank van hydraulische vloeistof bijvullen tot verliest daarna het vereiste peil vermogen Vloeistof heeft verkeerde viscositeit Hydraulische tank vullen met verse hydraulische vloeistof van de juiste viscositeitsklasse, zie SPECIFICATIES...
Pagina 69
1.69 PROBLEMEN VERHELPEN 1.69 PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING Maaidekken volgen het Slang verkeerd geleid of hydraulische Beweeg de maaidekken zo ver mogelijk grondoppervlak niet aansluitingen verkeerd geplaatst en kijk of de slangen strak komen te staan. Slangen op correcte wijze leiden en aansluitingen goed plaatsen indien dit nodig is Draaipunten zitten vast...
Klanten dienen contact op te nemen met hun Toro Distributeur (Dealer) om het garantiebeleid voor hun land, provincie of staat te verkrijgen. Gelieve contact op te nemen met de Toro importeur als u om wat voor reden dan ook ontevreden bent over de diensten van uw Distributeur of moeilijk informatie over de garantie kunt verkrijgen.