GEBRUIK VAN DE MAAIMACHINE
1.38
1.38
Indicatielampje transmissie in
vrijstand
N
Gaat branden als het rijpedaal in de vrijstand
staat en het contactsleuteltje op 'I' is gedraaid.
Opmerking: Het indicatielampje
Transmissie in vrijstand gaat pas branden
als de handrem in werking is gesteld.
Indicatielampje maaiaandrijving
Gaat branden als de schakelaar van de
maaiaandrijving op 'UIT' staat en het
contactsleuteltje op 'I' is gedraaid.
Indicatielampje handrem
P
Gaat branden als de handrem in werking
is gesteld en het contactsleuteltje op 'I' is
gedraaid.
Indicatielampje retourfilter voor
hydraulische vloeistof
Gaat branden als het filterelement is verstopt.
Opmerking: Het indicatielampje van
het filter voor de hydraulische vloeistof
brandt uitsluitend als de motor loopt.
Het indicatielampje kan soms korte tijd
branden als de hydraulische vloeistof koud
is.
Indicatielampje transmissiefilter
voor hydraulische vloeistof
Gaat branden als het filterelement is verstopt.
Opmerking: Het indicatielampje van
het filter voor de hydraulische vloeistof
brandt uitsluitend als de motor loopt.
Het indicatielampje kan soms korte tijd
branden als de hydraulische vloeistof koud
is.