Hoofdstuk 6 - Schoonmaak en onderhoud
38
Fig. 6.2.1
6.3 AARD EN FREQUENTIE VAN DE CONTROLES EN VAN DE
ONDERHOUSINTERVENTIES
In de handleiding is de beschrijving van de verschillende onderhoudswerkzaamheden vaak
geassocieerd met de hierna beschreven symbolen.
Bepaalt een visuele controle van de staat van slijtage of van
de goede werking van een component.
Bepaalt de schoonmaak van een component.
Bepaalt
een
reparaties, vervangingen) die op het component uitgevoerd
moet worden.
Bepaalt een mechanische interventie voor aanspannen die
op het component uitgevoerd moet worden.
Bepaalt een interventie voor smering met synthetische olie.
Bepaalt een interventie voor smering met vet.
Opmerkingen over de algemene schoonmaak van de warmtekrimptunnel
Om de prestaties te optimaliseren, doet men er goed aan om de warmtekrimptunnel altijd
schoon te houden. Op deze manier kan men namelijk slechte werkingen vermijden en
eventuele defecten opsporen en repareren, om in veilige omstandigheden te kunnen verder
werken. Tijdens de schoonmaakwerkzaamheden moet men opletten om geen interventies te
doen op de positionering van veiligheidssystemen.
LET OP! Wacht tot de warmtekrimptunnel is afgekoeld vooraleer eventuele onzuiverheden te
verwijderen die zich op warme onderdelen hebben afgezet.
In de volgende tabel worden de controles, inspecties en onderkoudsinterventies beschreven
voor alle apparatuur van de tunnel, die nodig zijn om optimale prestaties na verloop van tijd te
blijven verzekeren.
Voorbeeld hoe elektrisch buiten
dienst te stellen
mechanische
interventie
(afstellingen,