Inhoudsopgave
Advertenties
Hoe verder de tastwielen in het frame omhoog worden
gezet, des te kleiner is de afstand tussen het frame en de
bodem en des te steiler staan de tanden t.o.v. de bodem.
Om alle tastwielen, ook de achterste, even hoog in te
stellen, moet hetzelfde aantal gaten boven de houder
zichtbaar zijn.
OPMERKING!
Wanneer men de tastwielen verder naar beneden instelt, wordt de doorgangshoogte
vergroot en de tandhoek wordt steiler en daarmee agressiever. De tanddruk blijft daarbij
gelijk.
OPMERKING!
Ideaal is een nagenoeg rechte hoek (90° -
100°) tussen het slijtagestuk van de tand
en de bodem (zie Afbeelding 8 – midden).
Door de voorspanning wordt deze hoek
pas tijdens het rijden bereikt.
Alle tandenrijen moeten even diep in de bodem dringen (werkdiepte). Dat betekent dat het frame parallel
t.o.v. de bodem moet worden gehouden.
Hiervoor moet ook de topstang overeenkomstig worden aangepast. De parallelle stand van het frame
t.o.v. de bodem kan op de waterpas op het middenframe worden afgelezen, vooropgesteld dat deze zich
op een horizontaal oppervlak bevinden.
LET OP!
Plaats de eg met voorgespannen veren pas op de bodem wanneer het voertuig al in
beweging is. Als de eg in stilstand te snel op de bodem geplaatst, kan schade aan de
machine ontstaan.
LET OP!
Als de eg neergelaten is, mag er niet met de tractor achteruit gereden of gerold worden,
daar anders de tanden en de lagers beschadigd kunnen worden.
LET OP!
Na een langer wegtransport of stilstand kunnen door olietemperatuurveranderingen in
de slangen voorspanningsverschillen optreden. Daarom moet u de tanden tweemaal
compleet voorspannen en weer losmaken. Daarna stelt u de gewenste voorspanning in
(bijv. stand 2). Dit moet bij neergezette machine worden uitgevoerd.
LET OP!
Er mogen geen bochten worden gereden. Als het onvermijdelijk is, moeten deze
bochten in een zeer grote radius worden gereden.
Afbeelding 8: ideaal is een hoek van 90° - 100°
Vertaling van de originele handleiding
Afbeelding 7: werkpositie
Pagina 13
Advertenties
Inhoudsopgave
