LET OP!
Als er iets zwaars aan de rugleuning hangt, kan
het zwaartepunt van de rolstoel veranderen.
– Pas uw rijstijl hier op aan.
Het kantelpunt bepalen
1. Ontgrendel de rem.
2. Rol de rolstoel iets naar achteren, pak de beide hoepels
stevig vast en duw ze met een lichte schok naar voren.
3. Doordat het gewicht wordt verplaatst en u de hoepels
vervolgens tegenhoudt, kunt u het kantelpunt bepalen.
1431584-D
6.5 Op en af rijden van treden en
stoepranden
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
Bij het op en af rijden van treden kunt u uw
evenwicht verliezen en kan de rolstoel omvallen.
– Nader treden en stoepranden altijd langzaam
en voorzichtig.
– Rijd geen treden op of af die hoger zijn dan
25 cm.
LET OP!
Met een ingeschakelde antikantelsteun wordt
voorkomen dat de rolstoel achterover kantelt.
– Schakel de antikantelsteun uit voordat u een
trede of stoeprand op- of afrijdt.
WAARSCHUWING!
Kans op letsel bij de begeleider en schade aan
de rolstoel.
Bij het kantelen van de stoel met een zware
gebruiker erin kan de begeleider zijn/haar rug
bezeren en kan de stoel beschadigd raken.
– Zorg dat u de rolstoel met een zware gebruiker
erin goed onder controle hebt voordat u er een
kantelbeweging mee uitvoert.
Met begeleider een stoep af gaan
1. Rijd de rolstoel naar de stoeprand en houd de hoepels
vast.
2. De begeleider moet beide duwhandgrepen vasthouden,
een voet op de trapdop (indien geplaatst) zetten en de
rolstoel achterover kantelen zodat de voorwielen van
de grond komen.
3. De begeleider moet de rolstoel vervolgens in deze stand
vasthouden en hem voorzichtig de stoep af duwen
en hem daarna weer voorover kantelen totdat de
voorwielen weer op de grond staan.
Rijden met de rolstoel
35