VAREN MET UW EVINRUDE E-TEC BUITENBOORDMOTOR
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR
MERK OP
Laat uw buitenboordmotor niet draaien
- zelfs niet om even te starten - zonder watertoevoer.
Zie DOORSPOELEN op pagina 52.
Wanneer
de
buitenboordmotor
waterinlaten zich constant helemaal onder water bevinden
en niet verstopt zijn. Houd u aan de juiste spiegelhoogte en
tilthoek. Als de buitenboordmotor draait, moet er een
constante waterstraal uit de waterpompcontroleslang van
de
buitenboordmotor
komen.
geregeld, vooral wanneer u vaart in water met veel wier,
modder of afval en bij extreme trimhoeken.
1
1. Waterinlaatzeven
2. Waterpompindicator
Als de motor oververhit raakt, zal de S.A.F.E. (Speed
Adjusting Failsafe Electronics)-modus onmiddellijk het
toerental van de motor reduceren tot 1200 tpm. Als de
motor sneller draaide dan 1200 tpm wanneer de S.A.F.E.-
modus werd geactiveerd, zal hij voelbaar schokken. Het
beschermingssysteem moet worden GERESET voordat
de motor weer werkt op toerentallen van meer dan 1200 tr/
min. In bepaalde omstandigheden zal de EMM de motor
uitschakelen.
44
draait,
moeten
de
Controleer
de
slang
2
007031
Om het systeem te RESETTEN:
• De motor moet worden afgezet en de koeltemperatuur
hersteld.
ALS de S.A.F.E.-modus wordt geactiveerd en de
waterstraal uit de waterpompcontroleslang stagneert of
niet constant loopt, neem dan gas terug tot stationair en:
1) Schakel naar VRIJLOOP.
2) ZET de motor AF.
3) Kantel de buitenboordmotor omhoog.
4) Maak de inlaatzeven schoon.
5) Reinig de waterpomp-controleslang.
6) Laat de buitenboordmotor zakken.
7) Start de motor opnieuw en laat hem stationair draaien.
ALS er na de reiniging van de zeven en controleslang nog
steeds
geen
ononderbroken
waterpompcontroleslang komt, werkt de motor alleen in
de "terugkeer"-modus. Keer onmiddellijk terug naar de
haven. Raadpleeg uw dealer.
ALS de controleslang na het reinigen van de zeven en de
slang opnieuw een constante waterstraal loost, moet u de
motor twee minuten lang in VRIJLOOP te laten draaien,
zodat hij kan afkoelen.
MERK OP
Als de koeling niet wordt hersteld, zal
de EMM een progressieve oververhitting vaststellen
en de motor uitschakelen. De motor kan niet opnieuw
worden gestart voordat hij voldoende is afgekoeld.
Neem na een uitschakeling van de motor door
oververhitting contact op met uw dealer voor:
• Inspectie van de waterpomp op ernstige slijtage of
beschadiging.
• Controle van de thermostaten.
MERK OP
Hoewel
motorbeschadiging
kan
garandeert hij niet dat u uw motor onbeperkt kunt
blijven gebruiken zonder beschadiging.
waterstraal
uit
de
de
S.A.F.E.-modus
helpen
voorkomen,