MODELLEN MET POWERTRIM EN TILT
Een defecte powertrim en tilt-eenheid kan leiden tot verlies van de schokdempingsbescherming bij het raken
van een obstakel onder water. Het defect kan ook verlies van de stuwkracht in de achteruit tot gevolg hebben.
Het vloeistofpeil moet altijd juist zijn om de werking van de botsingsbescherming in de unit te kunnen
garanderen.
Bij ruw weer of bij het kruisen van kielwater kan de boeg zo'n hoge stand aannemen dat de opvarenden
overboord worden geslagen of ernstige verwondingen oplopen.
Bepaalde boot-, buitenboordmotor- of schroefcombinaties kunnen instabiliteit en/of een hoog stuurkoppel
veroorzaken bij hoge snelheden in of bijna in de uiterste trimstand van de buitenboordmotor (de boeg
omhoog of omlaag in de uiterste stand). De stabiliteit van de boot en het stuurkoppel kunnen ook variëren
door veranderende wateromstandigheden. Wanneer een dergelijke situatie zich voordoet, kunt u het best gas
minderen en/of de trimhoek zodanig bijstellen dat u de boot onder controle kunt houden. Als u merkt dat uw
boot instabiel en/of het stuurkoppel te hoog is, wend u dan tot uw dealer om dit te laten corrigeren.
Sommige boten gaan 'ploegen' of planeren moeilijk als de motor in de laagste trimstand staat. Als uw boot moeilijk
handelbaar is als de boeg volledig omlaag is getrimd, kunt u de spiegelhoek afstellen of het bewegingsbereik van de
powertrim beperken.
Als u de boot in een hoge snelheid laat varen, ploegt de boeg in het water, waardoor de boot de neiging kan
krijgen om naar stuurboord te hellen of snel rond te gaan tollen, waardoor de opvarenden overboord kunnen
slaan of ernstige verwondingen kunnen oplopen.
Tilten
Stel met de trim/tiltschakelaar de stand van de
buitenboordmotor af binnen het tilt- of trimbereik. Met dit
tiltberiek kan de bestuurder de buitenboordmotor tilten om
voldoende ruimte te krijgen om de boot te laten stranden,
af te meren, te water te laten of te transporteren.
2
1. Tiltbereik
2. Trimbereik
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
1
007028
AFSTELLING TILT- EN TRIMHOEK
Ondiep water
Stel de stand van de buitenboordmotor af binnen het
tiltbereik voor varen in ondiep water. Houd de waterinlaten
steeds onder water. Laat de getilte buitenboordmotor niet
boven het stationaire toerental draaien.
1
1. Waterinlaten
007069
37