Gebruik
Veiligheidsinrichtingen
De veiligheidsinrichtingen mogen niet worden verwijderd of om-
zeild. Controleer alle veiligheidsinrichtingen voordat u het werktuig
gaat gebruiken.
Onbeschermde machineonderdelen kunnen ernstige of zelfs dode-
lijke verwondingen veroorzaken.
Meerijden op de machine is verboden
Transporteer nooit personen of objecten op de machine.
Meerijden op de machine is levensgevaarlijk en streng verboden.
Directe omgeving controleren
Controleer voordat u wegrijdt, de machine uitklapt of in werking
stelt, altijd eerst de directe omgeving van de machine. Zorg voor
voldoende zicht. Ga pas rijden als u zeker weet dat er zich geen
personen of objecten in de directe omgeving bevinden.
Wanneer de machine wordt gebruikt zonder dat de onmiddellijke
omgeving is gecontroleerd, kunnen er ongevallen worden veroor-
zaakt.
Hoogte van de machine en bovengrondse leidingen
Wanneer bij het in- en uitklappen een hoogte van 4,00 m wordt
overschreden, mag de machine in geen geval worden in- en uitge-
klapt in de buurt van stroomvoerende bovengrondse leidingen! De
spanning kan anders overslaan. Als de machine een stroomvoe-
rende bovengrondse leiding heeft geraakt:
•
Verlaat de tractorcabine niet.
•
Raak geen metalen delen van de tractor aan.
•
Breng geen geleidende verbinding met aarde tot stand.
•
Waarschuw iedereen in de omgeving uit de buurt van de tractor
en de machine te blijven.
•
Wacht op hulp van professionele reddingswerkers, omdat de
stroomvoerende bovengrondse leiding eerst uitgeschakeld
moet worden.
Ook mag u onder stroomvoerende bovengrondse leidingen nooit
op de machine klimmen.
De spanning kan ook zonder directe aanraking overspringen.
Gebruik
69