Afdraaiproef
Afdraaiproef met de
Signus
Normale dosering
Microdosering
Afdraaiproef met
ESA-software
Normale dosering en
microdosering
54
Eerst moeten de cellen van de doseerder worden gevuld.
Draai de afdraaislinger op de doseerder twee keer rond.
Leeg de opvangbak.
Als er een hectareteller aanwezig is, zet deze dan op „0".
Stel de doseerder in op normale dosering of op microdosering.
→ Hoofdstuk »Voorbereidende werkzaamheden«, paragraaf
»Microdosering«, blz. 47
Voor de normale dosering wordt de afdraaiproef uitgevoerd voor
0,10 ha.
Stel de terminal in.
→ Gebruiksaanwijzing »Signus«
Draai de afdraaislinger op de doseerder 85 keer rond.
Bij doseerderbewaking: na 85 omwentelingen klinkt er een alarmsig-
naal.
Kies de snelheid bij het afdraaien met de afdraaislinger zo, dat deze
ongeveer overeenkomt met de latere rijsnelheid.
Voor de normale dosering wordt de afdraaiproef uitgevoerd voor
0,10 ha.
Stel de terminal in.
→ Gebruiksaanwijzing »Signus«
Draai de afdraaislinger op de doseerder 85 keer rond.
Bij doseerderbewaking:
Na 84 omwentelingen klinkt er een alarmsignaal.
Draai de afdraaislinger daarna nog één keer rond.
Kies de snelheid bij het afdraaien met de afdraaislinger zo, dat deze
ongeveer overeenkomt met de latere rijsnelheid (maximaal 1 omwen-
teling per seconde).
De afdraaiproef wordt voor de normale dosering en de microdosering
uitgevoerd voor 0,10 ha.
→ Gebruiksaanwijzing »ESA-Software«
De snelheid regelt u via de terminal.