Advertenties
9 Instellingen
Afb.108
2
T
30'
4
20'
10'
20
15°
10
0
96
De vertragingscurve voor het schakelen van de bijverwarming wordt
bepaald door de parameters HP047, HP048, HP049 en HP050.
1 HP047: Minimale duur van de vertraging voor het schakelen van
2 HP048: Maximale duur van de vertraging voor het schakelen van
3 HP049: Minimale buitentemperatuur voor de vertraging voor het
4 HP050: Maximale buitentemperatuur voor de vertraging voor het
3
T Tijd (minuten)
1
t
-10
-20
MW-6000377-2
Als er een storing optreedt op de buitenunit wanneer het systeem een
verwarmingsopdracht aan het uitvoeren is, start de ketel of de elektrische
bijverwarming onmiddellijk op om het verwarmingscomfort te garanderen.
Wanneer de buitenunit wordt ontdooid, zorgt het bedieningspaneel voor
een volledige bescherming van het systeem door eventueel de
bijverwarmingen op te starten.
Extra bescherming wordt geboden als de watertemperatuur te snel daalt.
In dit geval wordt de buitenunit uitgezet.
Als de buitentemperatuur lager is dan de minimale bedrijfstemperatuur
van de buitenunit, zoals gedefinieerd door de parameter HP051, krijgt de
buitenunit geen toestemming om te werken.
Als het systeem bezig is met het uitvoeren van een opdracht, start de
bijverwarmings- of elektrische ketel onmiddellijk op om het
verwarmingscomfort te garanderen.
9.5.2
Met dit systeem is geen gelijktijdige productie van verwarmingswarmte en
sanitair warmwater mogelijk.
De overschakellogica tussen de sanitair-warmwatermodus en de
verwarmingsmodus werkt als volgt:
de bijverwarming
de bijverwarming
schakelen van de bijverwarming
schakelen van de bijverwarming
t Buitentemperatuur (°C)
Werking van de bijverwarming tijdens een storing van de
buitenunit
Werking van de bijverwarming tijdens het ontdooien van de
buitenunit
Werkingsprincipe als de buitentemperatuur buiten de
bedrijfstemperatuurdrempel van de buitenunit valt
Werking van de omschakelaar tussen verwarming en
productie van sanitair warmwater
7705298 - v03 - 16102018
Advertenties
