Invacare® TDX SP2®-serie
9 Onderhoud
9.1 Onderhoud inleiding
Het begrip „Onderhoud" staat voor iedere handeling die nodig is
om het mobiliteitshulpmiddel in goede staat te houden, zodat het
veilig rijden te allen tijde wordt gegarandeerd. Het onderhoud heeft
betrekking op verschillende werkzaamheden zoals de dagelijkse
reiniging, inspecties, reparaties en algemene revisies.
Laat uw mobiliteitshulpmiddel eenmaal per jaar door een
erkende Invacare-speciaalzaak controleren zodat u uw
mobiliteitshulpmiddel altijd veilig kunt gebruiken.
9.2 Het mobiliteitshulpmiddel reinigen
Let bij het reinigen van het mobiliteitshulpmiddel op de volgende
punten:
•
Gebruik slechts een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel.
•
Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen.
•
Stel elektronische onderdelen niet bloot aan direct contact met
water.
•
Gebruik geen hogedrukreiniger.
Desinfectie
Het desinfecteren met behulp van een spuitbus of doek mag
alleen met geteste en goedgekeurde desinfecteermiddelen worden
uitgevoerd. Een lijst met goedgekeurde desinfecteermiddelen vindt u
op internet bij de NVZ, Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten,
onder http://NVZ.nl.
9.3 Inspectielijst
De onderstaande tabellen bevatten inspecties, die met de aangegeven
tussenpozen door de gebruiker zelf moeten worden uitgevoerd.
92
Indien de elektrische rolstoel bij een van deze controles niet in orde
wordt bevonden, verwijzen wij naar het desbetreffende hoofdstuk in
de handleiding of neem contact op met een geautoriseerde Invacare
leverancier. Een uitgebreide lijst van inspecties en instructies voor
het onderhoud vindt u in de servicehandleiding van de elektrische
rolstoel. De servicehandleiding kan bij Invacare worden besteld. Deze
bevat echter instructies voor speciaal opgeleide servicemonteurs
en beschrijft arbeidsstappen, die niet voor de eindverbruiker zijn
bedoeld.
9.3.1 Vóór elk gebruik van het mobiliteitshulpmiddel.
Onderdeel
Inspectiecontrole
Claxon
Controleer of dit onderdeel
correct werkt.
Verlichtingssysteem Controleer of alle lichten,
zoals de richtingaanwijzers,
voor- en achterlichten,
correct werken.
Accu's
Zorg ervoor dat de accu's
zijn opgeladen. Zie de
gebruikershandleiding bij
de bedieningskast voor
een beschrijving van de
accuvermogensindicator.
Als er bij de
inspectie
problemen
aan het
licht
komen
Raadpleeg
uw
leverancier.
Raadpleeg
uw
leverancier.
Laad de
accu's op
(zie 7.2.3
De accu's
opladen,
pagina 79).
1580067-C