6.8 Het mobiliteitshulpmiddel duwen in de
vrijloopmodus
De motoren van het mobiliteitshulpmiddel zijn uitgerust
met automatische remmen om te voorkomen dat het
mobiliteitshulpmiddel onbedoeld weg kan rijden als de joystick is
uitgeschakeld. Om het mobiliteitshulpmiddel met de hand te duwen
in de vrijloopmodus, moeten de magnetische remmen worden
ontkoppeld.
Het duwen van de rolstoel met de hand kan meer fysieke
kracht vergen dan verwacht (meer dan 100 N). De benodigde
kracht voldoet echter aan de vereisten van ISO 7176-14.
6.8.1 De motoren ontkoppelen
LET OP!
Kans op wegrollen van het mobiliteitshulpmiddel
– Als de motoren zijn ontkoppeld (voor duwen in
vrijloop), zijn de elektromagnetische motorremmen
uitgeschakeld. Als het mobiliteitshulpmiddel is
geparkeerd, moeten de hendels voor het koppelen
en ontkoppelen van de motoren goed in de positie
"DRIVE" worden vergrendeld (elektromagnetische
motorremmen ingeschakeld).
De motoren mogen alleen door een begeleider worden
ontkoppeld, niet door de gebruiker.
Dit zorgt ervoor dat de motoren alleen worden
ontkoppeld als er een begeleider aanwezig is om het
mobiliteitshulpmiddel te vergrendelen, om onbedoeld
wegrollen te voorkomen.
1580067-C
De hendel voor ontkoppelen van de motoren bevindt zich achter
de motoren.
De motoren ontkoppelen
1.
Schakel de bedieningskast uit.
Draai de koppelingshendel naar beneden A.
2.
De motoren zijn nu ontkoppeld.
De koppeling van de motoren opnieuw inschakelen
Draai de koppelingshendel A naar boven.
1.
De koppeling van de motoren is weer ingeschakeld.
Gebruik
77