Invacare® TDX SP2®-serie
Het mobiliteitshulpmiddel voldoet aan de vereisten van ISO
7176-19 en mag als voertuigstoel worden gebruikt in combinatie
met een verankeringssysteem dat is gecontroleerd en goedgekeurd
in overeenstemming met ISO 10542. Het transportvoertuig
moet professioneel worden aangepast voor verankering van het
mobiliteitshulpmiddel. Neem contact op met de fabrikant van uw
voertuig voor meer informatie.
Het mobiliteitshulpmiddel heeft een crashtest ondergaan waarin
het was verankerd in de rijrichting van het transportvoertuig.
Andere configuraties zijn niet getest. De crashtestdummy was
bevestigd met veiligheidsgordels voor bekken en bovenlichaam. Beide
veiligheidsgordeltypen dienen te worden gebruikt om de kans op
hoofd- of bovenlichaamletsel te minimaliseren.
Het is noodzakelijk dat het mobiliteitshulpmiddel na een ongeval
wordt gecontroleerd door een erkende dealer, alvorens het
opnieuw te gebruiken. Aanpassingen van de verankeringspunten van
het mobiliteitshulpmiddel mogen niet worden uitgevoerd zonder
toestemming van de fabrikant.
8.3.1 Hoe het mobiliteitshulpmiddel wordt
verankerd in een voertuig
Het mobiliteitshulpmiddel wordt bevestigd met
behulp van vier verankeringspunten, die labels
bevatten met het symbool dat hiernaast wordt
weergegeven. Karabijnhaken of riemlussen kunnen
worden gebruikt voor de bevestiging.
88
1.
Zet het mobiliteitshulpmiddel aan de voorzijde en aan de
achterzijde A vast met de riemen voor het verankeringssysteem.
2.
Zet het mobiliteitshulpmiddel vast door de riemen aan te
spannen op basis van de gebruikershandleiding van de fabrikant
voor het verankeringssysteem.
1580067-C