Laden configureren
De standaardinstelling voor het papierformaat wijzigen (M1130 serie)
1.
Gebruik de printerdriver om de standaardinstellingen te wijzigen. Ga op een van de volgende manieren
te werk, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (met de standaardweergave van het
menu Start)
a.
Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
b.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Eigenschappen.
c.
Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (met de klassieke weergave van het
menu Start)
a.
Klik op Start, klik op Instellingen en vervolgens op Printers.
b.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Eigenschappen.
c.
Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
Windows Vista
a.
Klik op Start, Configuratiescherm, en in de categorie voor Hardware en Geluid op Printer.
b.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Eigenschappen.
c.
Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
Mac OS X 10.4
a.
Klik in het Apple-menu
Afdrukken en faxen.
b.
Klik op de knop Printerinstellingen.
Mac OS X 10.5 en 10.6
a.
Klik in het Apple-menu
Afdrukken en faxen.
b.
Selecteer het apparaat in het linkergedeelte van de pagina.
c.
Klik op de knop Opties en benodigdheden.
d.
Klik op het tabblad Driver.
2.
Selecteer het juiste papierformaat.
54
Hoofdstuk 6 Papier en afdrukmateriaal
op het menu Systeemvoorkeuren en vervolgens op het pictogram
op het menu Systeemvoorkeuren en vervolgens op het pictogram
NLWW