a.
Klik op Start, Configuratiescherm, en in de categorie voor Hardware en Geluid op Printer.
b.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Eigenschappen.
c.
Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
Mac OS X 10.4
a.
Klik in het Apple-menu
Afdrukken en faxen.
b.
Klik op de knop Printerinstellingen.
Mac OS X 10.5 en 10.6
a.
Klik in het Apple-menu
Afdrukken en faxen.
b.
Selecteer het apparaat in het linkergedeelte van de pagina.
c.
Klik op de knop Opties en benodigdheden.
d.
Klik op het tabblad Driver.
2.
Selecteer de wachttijd in vervolgkeuzelijst Auto-uit.
OPMERKING:
verstuurd.
164 Hoofdstuk 11 Het product beheren en onderhouden
op het menu Systeemvoorkeuren en vervolgens op het pictogram
op het menu Systeemvoorkeuren en vervolgens op het pictogram
De gewijzigde instelling is pas van kracht als een afdruktaak naar het apparaat wordt
NLWW