3.
Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking.
Plaats de gebruikte printcartridge in de
verpakking voor recycling.
VOORZICHTIG:
Houd de printcartridge aan de
randen vast om beschadiging van de cartridge te
voorkomen. Raak de sluiter of het
rolleroppervlak van de cartridge niet aan.
4.
Pak beide kanten van de printcartridge vast en
schud deze zachtjes heen en weer om de toner
gelijkmatig in de cartridge te verdelen.
5.
Buig het lipje aan de linkerkant van de cartridge
en trek eraan totdat deze losschiet. Trek aan het
lipje totdat alle tape is verwijderd. Het lipje en de
tape zijn geschikt voor recycling. Bewaar deze
dus in de verpakking van de cartridge.
NLWW
Benodigdheden en accessoires beheren 169