Aan- en afkoppelen van de machine aan resp. van de achterste
driepunt van de tractor
40
Zweefstand betekent, dat het maaiwerk de geleiding over de grond
overneemt, de achterste wielen hebben slechts een ondersteunende
functie en compenseren bodemoneffenheden tussen rechter en linker
wiel voor het grootste deel; de dissel staat eveneens in zweefstand.
Als een andere schakelaar wordt bediend, wordt de zweefstand
automatisch uitgeschakeld. De machinehydraulica gaat dan in de
transportmodus.
Wordt een schakelaar losgelaten tijdens het bedienen, dan blokkeert
het hydraulisch blok en blijft de machine direct in de actuele stand.
5.4.2
Standaardhydraulica (zonder dissel)
Aansluiting 1+2: Dubbelwerkende regeleenheid
Bediening bij het leegmaken van de opvangbak
Aansluiting 3:
Enkelvoudig werkende regeleenheid
Bediening van het achterste onderstel
Grasshopper Jumbo BAF0008.0 06.09