Het hoortoestel zal het geluid van de audioschoen en
de microfoon mixen zodat u het geluid van beide bron-
nen hoort. Het hoortoestel zal twee keer piepen in deze
stand (één lage toon gevolgd door één hoge toon).
Het is mogelijk om met het hoortoestel te schakelen en
een andere stand te kiezen zodat u alleen het FM of DAI
signaal hoort. Het hoortoestel piept drie keer in deze
functie: een lage toon die wordt gevolgd door twee
hogere tonen.
Als de druktoets nogmaals wordt ingedrukt zal alleen
het geluid van het hoortoestel worden doorgegeven.
Het hoortoestel piept een keer in deze functie.
Opmerking: De ringleidingfunctie of de richtinggevoelige
functie (alleen WiN 105) kunnen niet functioneren in
combinatie met een geplaatst FM of DAI adapter. Om
deze functie te gebruiken moet de schoen gedemon-
teerd worden.
Belangrijk: De veiligheid van hoortoestellen met audio-
ingang wordt bepaald door de externe geluidsbron. Als
de audioingang wordt aangesloten aan een elektrisch
apparaat, moet hij worden uitgerust met EN 60601-1-1,
EN 60065 of gelijkwaardige veiligheidsstandaarden.
Raadpleeg uw audicien bij eventuele vragen.
17