5
Operationeel houden
– Schroef de olievulplug (1) los.
– De olie moet tot de onderste rand van de
opening reiken. Vul indien nodig olie bij, zie
⇒ Deel "Onderhoudsschema", blz. 5-351.
MILIEUVOORSCHRIFT
Neem alle eventueel gemorste olie zorgvuldig
op en voer deze volgens de voorschriften af.
Aandrijfas op lekkage controleren
– Controleer het transmissiehuis (2) rond de
aandrijfas en het transmissiedeksel (3) op
lekkage (oliesporen).
– Neem bij lekkage contact op met ons
serviceteam.
Remvloeistofniveau controleren
Als de melding
BEDRIJFSREM
display- en bedieningspaneel verschijnt, moet
het remvloeistofniveau worden gecontroleerd.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door bekneld raken tussen
bewegende delen!
– Volg de veiligheidsvoorschriften voor werkzaam-
heden aan de voorzijde van de machine op; zie
⇒ Deel "Werkzaamheden aan de voorzijde van
de machine", blz. 5-338.
WAARSCHUWING
Remvloeistof is gevaarlijk voor de gezondheid!
– Volg de veiligheidsvoorschriften voor de om-
gang met remvloeistof op, zie ⇒ Deel "Remvloei-
stof", blz. 2-50.
WAARSCHUWING
Ongevalrisico als gevolg van een laag remvloei-
stofniveau!
Bij te weinig remvloeistof is er sprake van lekkage.
– Remvloeistof bijvullen.
– Controleer het remsysteem op lekkage en
verhelp deze indien van toepassing.
– Gebruik de machine niet voordat de oorzaak is
verholpen.
364
op het
55048011506 NL - 02/2018
Onderhoud
7312_003-176_nl