4
Met lasten werken
De last komt overeen met ten minste
•
5% van het nominale hefvermogen bij
machines met een hefvermogen vanaf 3 t
De hefmast is verticaal
•
De vork is niet hoger dan 800 mm boven de
•
grond geheven
OPMERKING
De bediening van de hefinrichting is afhanke-
lijk van de bedieningselementen waarmee de
machine is uitgerust.
– Zorg ervoor dat de heftruck al een tijdje in
bedrijf is, voordat u een lastmeting uitvoert.
– Zet de hefmast verticaal.
– Hef de vork naar een hoogte van
300–800 mm.
– Controleer of de last in rust is.
– Druk op Softkey
De lastmeting is ingeschakeld. Het sym-
bool
(2) wordt weergegeven.
OPMERKING
Als de machine is uitgerust met minihendels of
fingertip-bediening, kan er als alternatief ook
op de toets
worden gedrukt.
F1
OPMERKING
Tijdens de volgende procedure dient u het
vorkenbord kort te laten dalen en vervolgens
abrupt te stoppen. Hierbij mag de vork niet
de grond raken, anders is de lastmeting niet
nauwkeurig. Om het dalen snel te stoppen,
laat u het bedieningselement voor de daal-
functie los zodat dit weer naar de nulstand
springt.
– Laat het vorkenbord iets zakken en laat het
bedieningselement los.
OPMERKING
Als het dalen wordt gestopt, moet de last veren
om een meetbare impuls te genereren.
174
(1).
55048011506 NL - 02/2018
1
Gebruik
2
6210_003-072_V2