Knop voor rugleuning
Met de knop voor de rugleuning (Figuur 4) kan de hoek
van de rugsteun worden aangepast van 5 tot 20 graden.
Knop voor stoelophanging
Met de knop voor de stoelophanging (onder het
zitgedeelte) kunt u de stoel instellen voor het gewicht
van de bestuurder.
Opmerking: De rugleuning en stoelkussens kunnen
worden verwijderd.
VOORZICHTIG
Stel de stoelophanging in voor het gewicht
van de bestuurder om ervoor te zorgen dat de
interlockschakelaar goed werkt. Als de ophanging
niet goed is ingesteld, draait de motor onregelmatig
en kan deze afslaan. Om dit te verhelpen moet u de
ophanging lichter instellen.
Testknop waarschuwingslampjes
Druk op de testknop voor de waarschuwingslampjes
(Figuur 5) voordat u de machine gebruikt. Alle lampjes
op de stuurkolom moeten gaan branden. Als een
lampje niet gaat branden, wijst dit op een elektrische
storing die onmiddellijk moet worden gerepareerd. De
indicatielampjes voor de oliedruk en geen elektrische
lading gaan branden als u het contactsleuteltje naar de
stand Aan draait.
6
7
9
10
8
1. Testknop
waarschuwingslampjes
2. Waarschuwingslampje
oliedruk
3. Waarschuwing
brandstofsysteem
4. Waarschuwing
koelvloeistoftemperatuur
5. Waarschuwing geen
elektrische lading
2
4
3
5
1
Figuur 5
6. Waarschuwing
temperatuur hydraulische
olie
7. Waarschuwing peil
hydraulische vloeistof
8. Waarschuwing
hydraulisch oliefilter
9. Waarschuwing luchtfilter
10. Knop om alarm uit te
schakelen
Indicatielampjes hydraulisch systeem
en motor
Als deze lampjes gaan branden (Figuur 5), zet dan de
motor af en voer onmiddellijk reparaties uit.
Oliedrukwaarschuwing
Bij een gevaarlijk lage oliedruk gaat er een
waarschuwingslampje branden en klinkt er een
waarschuwingssignaal (Figuur 5). Als dit gebeurt, zet de
motor dan onmiddellijk af en verhelp het probleem.
Waarschuwing brandstofsysteem
Er gaat een waarschuwingslampje branden en er klinkt
een waarschuwingssignaal (Figuur 5) bij water in het
brandstofsysteem. Verwijder het water uit het systeem.
Waarschuwing koelvloeistoftempera-
tuur
Als de temperatuur van de koelvloeistof van de
motor warmer wordt dan 105° C, gaat er een
waarschuwingslampje (Figuur 5) branden en klinket er
een waarschuwingssignaal. de motor wordt uitgeschakeld
als de temperatuur van de koelvloeistof warmer wordt
dan 110° C. De schakelaar wordt automatisch gereset
zodra het systeem en de motor weer zijn afgekoeld.
Waarschuwing geen elektrische lading
Als de accuspanning laag is, gaat er een
waarschuwingslampje branden en klinkt er een
waarschuwingssignaal (Figuur 5).
Waarschuwing temperatuur
hydraulische olie
Als de temperatuur van de hydraulische vloeistof te
hoog wordt, gaat er een waarschuwingslampje (Figuur 5)
branden en klinkt er een waarschuwingssignaal.
Waarschuwing peil hydraulische olie
G01228 7
Als het peil van de hydraulische vloeistof te laag wordt,
gaat er een waarschuwingslampje (Figuur 5) branden en
klinkt er een waarschuwingssignaal. Als het oliepeil nog
verder zakt, slaat de motor automatisch af. De motor
kan niet opnieuw worden gestart totdat het oliepeil op
een veilig peil is gebracht.
Waarschuwing hydraulisch oliefilter
Als het hydraulische filter verstopt is, gaat er een
waarschuwingslampje (Figuur 5) branden en klinkt er
een waarschuwingssignaal.
14