Display mededeling
F9
Reden
Oorzaak:
Slechte gasvoordruk.
Herstelactie:
Denk erom: de gasvoordruk dient gedurende alle omstandigheden gehaald te worden.
Controleer of alle gaskleppen in de toevoerleiding volledig open zijn.
Controleer of de vuilfilters van het gasblok schoon zijn.
Controleer of de externe vuilfilter in de gastoevoerleiding niet geblokkeerd is.
Controleer of een externe gasdrukregelaar is toegepast en juist geïnstalleerd.
Controleer de gasvoordruk, die het gebouw binnenkomt > neem contact op met de leve-
rancier.
Oorzaak:
Defecte gasklep of gasklepinstellingen.
Herstelactie:
Controleer de gasklep en de gasklepinstellingen.
Oorzaak:
Slechte elektrode, elektrode bekabeling/aansluiting (slecht ionisatie signaal).
Herstelactie:
Controleer het ionisatiesignaal.
Controleer de ontsteker/ontstekingselektrode en vervang/reinig zo nodig.
Controleer de staat van de keramische isolatie.
Controleer de afstand tussen de elektrodepennen en de brander.
Controleer de staat van de ontstekingskabel/ionisatiekabel en vervang deze zo nodig.
Controleer de staat van de elektrode aardingskabel en vervang deze zo nodig.
Controleer de aarding van het toestel.
Oorzaak:
Slechte rookgasafvoer en/of luchttoevoer systeem.
Herstelactie:
Controleer of het ontwerp van de rookgasafvoer en luchttoevoer systeem voldoet aan de
maximale weerstanden zoals gespecificeerd.
Controleer of de rookgasafvoer en luchttoevoer zijn geïnstalleerd volgens de installatie-
voorschriften en door een vakbekwaam installateur.
Controleer alle afdichtingen van het rookgaskanaal en het luchtkanaal.
Oorzaak:
Externe factoren.
Herstelactie:
Controleer of er extreme weersomstandigheden waren op het moment van de storing.
Controleer of de luchtdruk in de installatieruimte gelijk is aan de luchtdruk van de rookgas-
afvoer (Als lucht vanuit de installatieruimte wordt toegevoerd aan de ketel).
Display mededeling
F17
Reden
Oorzaak:
De doorstroming is beperkt.
Herstelactie:
Controleer de werking van de pomp.
Controleer/open alle afsluiters, die mogelijk de doorstroming van het toestel beïnvloeden.
Controleer of er een externe pomp is toegepast, die de doorstroming beïnvloedt.
Controleer of de leidingweerstand (systeem) groter is dan de maximale pompcapaciteit.
100
V l
a m w e g v a
p o m p 1
a a n
Vlamsignaal valt weg tijdens bedrijf.
W a t
e
r
t
e m p
p o m p 1
a a n
Thermostaat hoger dan de limietwaarde.
E93.0901NL.B Handleiding Consul+
l
9 9 9
,
5
.
h o o g
9 9 9
,
5
u u
r
u u
r