NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
1. Start
2. Achteruit
3. Stop
4. Vooruit
Bijkomende oefeningen in een
gecontroleerde omgeving
Als u alle bovenstaande oefeningen
onder de knie hebt, kunt u een paar
andere dingen proberen als de
ruimte en de voorwaarden dit toe-
laten. Dat kan op een parkeerplaats
of ergens anders op een later tijd-
stip als u daartoe de gelegenheid
ziet zonder gevaar voor uzelf.
-
Snel starten: Probeer snel op
snelheid te komen en versnel-
ling per versnelling hoger te
schakelen.
88
-
Op hogere snelheid snel tot
stilstand komen: Net als de
oefeningen om snel te stoppen,
maar dan op hogere snelheden
zodat u voeling krijgt met nood-
stoppen.
-
Op een helling starten: Hier-
voor houdt u het rempedaal in-
gedrukt terwijl u de koppelings-
hendel loslaat tot u in de frictie-
zone zit. Op die manier kunt u
niet achteruitrollen.
Praktijkoefeningen
(model SE6)
1) Het motortoerental opdrijven
en de motorstopschakelaar
gebruiken
Doel
-
Leer de gashendel gebruiken.
-
Leer de geluiden van de motor
herkennen
toerentallen. Zo komt u te we-
ten wanneer u hoger of lager
moet schakelen aan de hand
van het geluid van de motor.
-
Leren hoe de motorstopschake-
laar wordt gebruikt.
Aanwijzingen
-
Start met het voertuig in NEU-
TRAAL, de parkeerrem ingescha-
keld en uw rechtervoet op het
rempedaal. Controleer op het
multifunctionele instrumenten-
bord of u zeker in neutraal staat.
Als u in eerste staat, zal de
roadster proberen in beweging
te komen als u gas geeft.
bij
verschillende