ONDERHOUDSPROCEDURES
OPMERKING
de olie bij een koude motor resul-
teert in overvullen.
4. Stop de motor.
OPMERKING: Het motoroliepeil
moet binnen 2 minuten na het
stoppen van de motor worden ge-
controleerd.
5. Verwijder de onderhoudsdeksel
aan de rechterzijkant Raadpleeg
CARROSSERIEPANELEN .
6. Draai de oliepeilstok los en haal
hem eruit.
TYPISCH
1. Oliepeilstok
7. Veeg de peilstok proper.
8. Plaats de peilstok terug en
draai hem er helemaal in.
9. Draai de peilstok los en haal
hem er terug uit.
10. Controleer het oliepeil op de
oliepeilstok.
140
Het bijvullen van
1. MAX
2. MIN
3. Bedrijfsbereik 0,5 L
Oliepeil tussen boven- en
ondermarkeringen (MAX en
MIN):
1. Voeg geen olie toe.
2. Steek de peilstok correct in en
duw hem aan.
3. Plaats de onderhoudsdeksel aan
de rechterzijkant
Oliepeil onder de
ondermarkering (MIN):
1. Voeg circa van de aanbevolen
500 ml olie toe.
OPMERKING: De hoeveelheid olie
tussen de MIN- en MAX-markerin-
gen is 500 ml.
2. Start de motor en laat deze
10 minuten stationair draaien.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten giftig
koolmonoxide, dat in afgesloten
of slecht verluchte ruimtes snel
hoge concentraties kan berei-
ken. Als het wordt ingeademd
kan het letsel of de dood veroor-
zaken. Laat de motor uitsluitend
in niet-afgesloten, goed verluch-
te ruimtes draaien.
OPMERKING
de olie bij een koude motor resul-
teert in overvullen.
3. Stop de motor.
Het bijvullen van