8.2 REGELORGANEN
Werking
Door te reageren op de persdruk van de compressor bewaakt de hogedruksensor het rendement van de condensor.
Een laag rendement, als gevolg van een overmatige condensatiedruk, is meestal het gevolg van:
- Een vuile condensor
- Lage waterstroming (in geval van watergekoelde unit)
- Lage luchtstroming (in geval van luchtgekoelde unit)
De lagedrukschakelaar bewaakt de druk waarbij het koudemiddel in de pijpen verdampt.
Een te lage verdampingsdruk is meestal het gevolg van:
- Te weinig koudemiddel in systeem
- Een defect expansieventiel
- Een verstopte filter-droger in de vloeistofleiding
- Een beschadigde capaciteitsbegrenzer in de compressor.
De regelthermostaat bewaakt de temperatuur van het gekoelde water aan de verdamperuittrede. De meest
voorkomende oorzaak van abnormaal lage temperaturen in dit gedeelte zijn:
- Laag waterdebiet
- De thermostaat staat te laag afgesteld
De oliedrukschakelaar bewaakt de olie-inspuitdruk van de compressor.
Een te lage oliedruk wordt gewoonlijk veroorzaakt door:
- Te weinig olie aanwezig
- Een versleten of defecte oliepomp
- Een defecte carterverwarming, waardoor koudemiddel condenseert in de oliebak.
Bovenstaande informatie is geen complete analyse van het koelsysteem. Ze heeft als doel de
bediener bekend te maken met de werking van de unit en met de technische gegevens die nodig
zijn om een storing te herkennen, verhelpen of melden.
Alleen getraind en gekwalificeerd personeel is bevoegd om deze apparatuur te onderhouden.
Installatie- bedienings- onderhoudshandleiding (IOM) • LUCHTGEKOELDE KOELMACHINES & SPLIT UNITS - 0708-D
• 43 •