DE UNIT STARTEN
5 - DE UNIT STARTEN
5.1 – UIT TE VOEREN CONTROLES BIJ HET STARTEN
5.1.1 UIT TE VOEREN CONTROLES BIJ HET STARTEN
Vul vóór het starten van de unit eerst de checklist in §8.3 van deze handleiding in, en volg onderstaande instructies
op om zeker te zijn dat de unit correct geïnstalleerd is en klaar voor gebruik.
1) Thermometers en drukschakelaars in het circuit voor gekoeld water en condensorwatercircuit.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen in deze volgorde: hogedrukschakelaar, oliedrukverschilschakelaar,
lagedrukschakelaar, fanregel-drukschakelaars en thermostaten, anti-kortecyclus-relais. Controleer dat alle
indicatielampjes goed werken.
2) Schakel de verdamperpomp in vóór het starten van de koelmachine.
3) Stromingsschakelaar is geïnstalleerd en correct aangesloten op de regelkast.
4) Controleer de oliedruk terwijl de compressor in werking is. Start als er een foutsituatie is de compressor
niet opnieuw, totdat de probleemoorzaak gevonden is.
5) Controleer of er voldoende koelbelasting is op de dag van het starten (minstens 50% van de nominale
belasting).
TE VOLGEN PROCEDURE BIJ HET STARTEN VAN DE UNIT
5-a) Druk op de 'ON-OFF'-schakelaar. De compressor zal alleen starten als de verdampingsdruk groter is dan
de waarde waar de lagedrukschakelaar op ingesteld is.
Controleer meteen de juiste rotatie van de compressor.
De verdampingsdruk daalt steeds meer omdat het vloeibare koudemiddel dat zich tijdens stilstand in de
verdamper had opgehoopt verdampt. Na een paar seconden opent het magneetventiel (indien aanwezig).
5-b) Controleer op het kijkglas (stroomopwaarts van het expansieventiel) dat de bellen steeds meer verdwijnen,
wat wijst op een juiste hoeveelheid koudemiddel in het systeem, zonder niet-condenseerbaar gas. Als de
vochtigheidsindicator van kleur verandert, wat wijst op de aanwezigheid van vocht, dan moeten de stenen
van de filter-droger vervangen worden (bij types waarbij dat kan). Wij raden aan de onderkoeling
na de condensor te controleren.
5-c) Controleer wanneer de koelbelasting in balans is met de capaciteit van de unit, de gekoelde vloeistof
de ontwerptemperatuur heeft.
6) Controleer de stroomsterkte van elke fase van elke compressormotor.
7) Controleer de stroomsterkte van elke fase van elke fanmotor.
8) Controleer de perstemperatuur van de compressor.
9) Controleer de temperatuur van de oliepomp van de temperatuur (semi-hermetische zuigercompressoren).
Installatie- bedienings- onderhoudshandleiding (IOM) • LUCHTGEKOELDE KOELMACHINES & SPLIT UNITS - 0708-D
• 27 •