Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Oil & Steel snake 2413 plus Gebruikshandleiding pagina 51

Inhoudsopgave

Advertenties

10 - Toets met verlichte indicator (groene lamp)
Dient om de verbrandingsmotor (of de elektrische noodpomp) te starten.
De verlichte indicator signaleert de activering van de functie betreffende de toets.
11 - Toets met verlichte indicator (rode lamp)
Dient om de verbrandingsmotor te stoppen.
De verlichte indicator signaleert de activering van de functie betreffende de toets.
12 - Toets met verlichte indicator (groene lamp)
Om de claxon van het voertuig te activeren, hiermee worden degenen die eventueel in de werkom-
geving aanwezig zijn voor uitschuivende onderdelen gewaarschuwd.
13 - Toets met verlichte indicator (groene lamp)
Dient om het bedieningsschakelbord te activeren.
De verlichte indicator signaleert de activering van de functie betreffende de toets.
14 - Toets met lampjes (groen)
- nivellering van het werkplatform
- rotatie van het werkplatform.
15 - Toets met verlichte indicator (gele lamp)
Dient om het antibotsingsysteem tijdelijk te deactiveren.
Het lampje geeft aan dat het botsingwerende systeem de machine tot stilstand gebracht heeft.
16 - Toets
Kan gebruikt worden om de automatische stabilisatie te activeren (uitsluitend voor de versie met
elektrisch-hydraulische stabilisatie).
17 - Toets
Kan gebruikt worden om de "Homing"-functie voor het automatisch inschuiven van de uitschuifbare
structuur en de automatische destabilisatie te activeren.
De automatische destabilisatie (uitsluitend op de versie met elektrisch-hydraulische stabilisatie) is
uitsluitend mogelijk als de uitschuifbare structuur in de ruststand is ingeschoven.
De "Homing"-functie voor het automatisch inschuiven van de uitschuifbare structuur is uitsluitend
geactiveerd wanneer de hoogwerker haaks op de arm is geplaatst.
Inlichting
Tijdens de automatische sluiting van de uitschuifbare structuur blijft het botsingwerende systeem actief.
18 - Controlelampje (groen licht)
Als dit lampje continu brandt zijn de stabilisatoren goed op de grond geplaatst en de achterwielen
zijn omhoog.
19 - Controlelampje (groen licht)
Geeft het uitschuiven aan van de stabilisatiearmen aan de linkerzijde.
20 - Controlelampje (groen licht)
Geeft het uitschuiven aan van de stabilisatiearmen aan de rechterzijde.
21 - Verlichte indicator (gele lamp)
Geeft aan dat de nivellering van het toestel niet goed is.
Deze is alleen aanwezig indien de inrichting gemonteerd is om de vlakke stand van het frame te
controleren.
22 - Controlelampje (groen licht)
Als dit lampje brandt is de uitschuifbare structuur uitgelijnd op de lengteas van het toestel.
23 - Controlelampje (groen licht)
Geeft aan dat de hoogwerker haaks op de arm is geplaatst.
24 - Verlichte indicator (rode lamp)
Signaleert dat de ketting om de armen uit te schuiven gelost of gebroken is.
Indien de arm in ruststand is, dan is het niet mogelijk om de opwaartse beweging aan te sturen.
25 - Controlelampje (rood licht)
Signaleert met vaste lamp de blokkering veroorzaakt door de interventie van het koppelbegrenzer.
6.5
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave