Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikshandleiding
Originele instructies in het Nederlands
NLD
N° cod: 5.748.443

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Oil & Steel SCORPION 2112J

  • Pagina 1 Gebruikshandleiding Originele instructies in het Nederlands N° cod: 5.748.443...
  • Pagina 3 Mobiel hoogwerkplatform Originele instructies in het Nederlands SCORPION 2112J Codenummer: 5.748.443 Editie: 201805...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Algemene inlichtingen ....................1.1 Doelstelling van de handleiding ...................1.1 1.2 - Identificatiegegevens van de fabrikant en van de machine .........1.1 1.3 - Symbolen ........................1.2 1.4 - Technische Assistentie Dienst ..................1.2 1.5 - Bijgesloten documenten ....................1.2 1.6 - Beperking van aansprakelijkheid .................1.2 Technische inlichtingen ....................2.1 2.1 - Omschrijving van de machine ..................2.1 2.1.1 - Hoofdbestanddelen ......................2.1 2.2 - Gebruiksbestemming ....................2.2 2.3 - Niet toegestaan gebruik ....................2.2...
  • Pagina 6 6.8 - Het werkplatform in de ruststand brengen ..............6.28 6.9 - Destabilisatie .......................6.29 6.10 - Gebruik bij slechte weersomstandigheden ..............6.30 6.11 - Vervoer op de weg .......................6.30 6.12 - Parkeren ........................6.30 6.13 - Elektrische voeding ......................6.31 6.14 - Ingreep van de lastbegrenzer ..................6.32 6.15 Noodstop ........................6.32 6.16 Noodhandelingen ......................6.33 6.16.1 - Nooddaling voor het verlenen van hulp / terugwinning aan de bediener .....6.34 6.16.2 - Nooddaling bij storing aan endothermische motor ............6.34 6.16.3 - Naar beneden brengen in noodgeval om de bediener terug te halen wanneer de ..
  • Pagina 9: Algemene Inlichtingen

    Algemene inlichtingen - Doelstelling van de handleiding Deze gebruikshandleiding bevat de inlichtingen die De oorspronkelijke instructies zijn door de fabri- nodig zijn voor de kennis en een correct gebruik kant in het Nederlands geleverd. van het “mobiele hoogwerkplatform” (1) (verder in Om aan de wettelijke of commerciële verplichtin- de handleiding ook wel machine genoemd). gen te voldoen kan de fabrikant de oorspronkelijke Het doel is de bediener (2) in te lichten over de be- instructies ook in andere talen leveren. langrijkste voorschriften en criteria die tijdens het Om de wets- en handelsvoorschriften na te komen gebruik en het onderhoud van de machine moeten kunnen de oorspronkelijke inlichtingen ook in...
  • Pagina 10: Symbolen

    - Symbolen - Bijgesloten documenten De symbolen toegepast in deze handleiding zijn - “EG” Conformiteitsverklaring (waar voorzien) bedoeld om gevaarlijke handelingen aan te geven. - Garantieboekje, onderhoudsprogramma en Om in een veilige toestand te kunnen werken controleregister moeten de aanwijzingen aangegeven met de vol- - Handleiding met elektrische schema’s gende symbolen altijd in acht worden genomen. - Handleiding van het voertuig. GEVAAR ! - Beperking van aansprakelijk- Dit geeft inlichtingen of procedures aan die, indien heid ze niet strikt worden opgevolgd, de dood of ernsti-...
  • Pagina 11: Technische Inlichtingen

    Technische inlichtingen - Omschrijving van de machine Het mobiele hoogwerkplatform (3) bestaat uit een frame (dat als onderstel dient) waarop een uitschuifbare structuur roteert. Aan het uiteinde van de uitschuifbare structuur is het werkplatform gemonteerd (4). De machine heeft vier stabilisatiepoten die zijn gemonteerd op hydraulisch of handmatig uitschuifbare armen. De machine wordt aangestuurd door hydraulische energie die door een endothermische motor of een pomp wordt opgewekt. De machine kan met twee verschillende stabilisatie bedienings- en controlesystemen worden uitgerust: elektrisch-hydraulisch op de hoogwerker of hydraulisch aan de grond. 2.1.1 - Hoofdbestanddelen 2.1.1...
  • Pagina 12: Gebruiksbestemming

    - Gebruiksbestemming De machine is bestemd voor het verplaatsen in de hoogte van personen voor het uitvoeren van bouwhande- lingen, reparaties, controles of ander gelijksoortig werk, dit alles vanuit de binnenkant van het werkplatform. De machine mag gebruikt worden in overeenstemming met de waarden uit het “Werkgebied” diagram en uit de paragraaf “Technische gegevens”. Ieder ander gebruik dat niet in de huidigehandleiding is weergegeven is dus als niet toelaatbaar beschouwd. - Niet toegestaan gebruik Het is verboden de machine te gebruiken in een omgeving waar brandof explosiegevaar bestaat. Het is verboden om de machine te gebruiken om "in de hoogte van boord te gaan (5)". De risicoanalyse die door de fabrikant is verricht neemt het in- en uitstappen van de hoogwerker op hoogte niet in beschouwing.
  • Pagina 13: Inrichtingen Voor De Nooddaling

    - Inrichtingen voor de nooddaling Handbediende noodpomp Met deze inrichting is het mogelijk, in geval van een storing van de endothermische motor en van de elektropomp, het personeel aan boord van het werkplatform naar beneden te halen en de machi- ne in de ruststand te brengen. Het gebruik van de handbediende pomp voorziet de aanwezigheid van twee bedie- ners op de begane grond. Controleer voor elke dienst of de bedie- ningshendel heel en op de machine aanwe- zig is.
  • Pagina 14: Hydraulische Bedieningsinrichtingen

    - Hydraulische bedieningsinrichtingen A - Kleppen voor het tegenhouden van de last Deze zijn aanwezig op iedere hydraulische vijzel en ze blokkeren de beweging van de vijzel in het geval van een breuk op de leidingen of een druk- vermindering. B - Overdrukkleppen Aanwezig op alle hydraulische verdeler eenheden. Ze beperken de maximale werkdruk om overbelas- ting te vermijden. De kleppen zijn door de fabrikant tijdens de test- fase afgesteld en verzegeld en moeten niet gewij- zigd worden. Op de groep "P" voor ingang van toevoer en te- rugkeer bevinden zich de volgende veiligheidsin- richtingen: C - Klep voor maximale druk...
  • Pagina 15 - Functioneel veiligheidssysteem Het functionele veiligheidssysteem bestaat uit inrichtingen die de stand (6) van de machine controleren om de veiligheid van de bedieners en de integriteit van het toestel zelf te kunnen garanderen. OS_A1307CM 2.6.5 (6) Stand: alle standen waarin de machine of een willekeurig onderdeel ervan geplaatst kan worden binnen de door de fabrikant voorziene gebruiksgrenzen.
  • Pagina 16 - Microschakelaar wielen van de grond Deze neemt waar als de wielen van de grond komen. Samen met de microschakelaars voor de daling van de stabilisatoren signaleert hij dat de stabilisatie bereikt is. - Stabilisatie microschakelaars/druktransductor Inlichting De microschakelaars en de transductoren (1), (2), (3) en (4) zijn op de vier stabilisatiepoten aanwezig. - Transductor beweging omlaag stabilisatiepoten (aangebracht in de hefvijzel van elke stabilisatiepoot) Ze nemen de correcte daling van de stabilisatoren naar de grond op.
  • Pagina 17 - Ladingbegrenzer (afb. 2.6.5) Bestaat uit een laadcel (V), onderbreekt de werking van de machine wanneer de toegestane maximale lading op de hoogwerker wordt overschreden (zie “Technische gegevens”). Geometrische begrenzer (afb. 2.6.5) Blokkeert automatisch alle bewegingen die negatief zijn voor de stabiliteit van de machine als ze de toege- stane limiet bereikt (zie het diagram van het werkgebied). De volgende systemen zijn verbonden aan de functionering van de geometrische begrenzer: - encoder (C); - hoeksensor (P) en sensor uitschuiving arm (G). - laadcel (V). Antibotsing systeem Zorgt ervoor dat de uitschuifbare structuur en de cabine van het voertuig niet tegen elkaar botsen. De volgende systemen zijn verbonden aan de functionering van dit antibotsingsysteem: - hoeksensor (P) en sensor uitschuiving arm (G); - sensor uitlijning uitschuifbare structuur (T); - hoeksensor jib (U).
  • Pagina 18 Begrenzing rotatie hoogwerker 70° 70° max. 70° > 70° OS_A0943CB 2.6.7 1) Hoek arm groter dan 70°: de hoogwerker kan +/- 70° draaien. 2) Hoogwerker meer dan 70° gedraaid: beweging omhoog van de arm toegestaan tot een hoek van 70°. Inlichting - De activering van het antibotsingsysteem wordt aangegeven door het oplichten van het lampje (28) dat bij deze functie hoort ( zie “Bedieningen en controlelampjes werkplatform”). - De stop die wordt veroorzaakt door de begrenzing van de hoogwerker met de toets (15) voor het uitsluitend van de antibotsingfuncties kan niet worden uitgesloten.
  • Pagina 19 - Keuze draagvermogen / werkgebied (afb. 2.6.5) Het toelaatbare draagvermogen van de hoogwerker wordt automatisch gekozen wanneer de arm vanuit de ruststand van de steun wordt opgeheven. Dit draagvermogen is verbonden aan de lading die door de laadcel (V) wordt waargenomen. - Het groene lampje (27) gaat branden als een lading van minder dan 120 kg wordt waargenomen en de max. lading van 120 kg wordt gekozen. - Het groene lampje (27) gaat branden als een lading van meer dan 120 kg wordt waargenomen en de max. lading van 230 kg wordt gekozen. - Als een lading van meer dan 230 kg wordt gekozen, dan blokkeert de ladingbegrenzer de machine, gaan de rode lampjes (25) en (36) branden en worden geluidssignalen geactiveerd. Het werkgebied wordt gekozen n.a.v. de lading die op de hoogwerker wordt waargenomen (en de uitschuiving van de stabilisatiearmen) (zie “Werkgebied”).
  • Pagina 20: Beveiligingen Tegen Gevaren Van Elektrische Aard

    - Beveiligingen tegen gevaren van elektrische aard OS_A0821BL 2.6.10 UN07-0208DD 2.6.11 Aardpunt van het frame Thermomagnetische differentiaalschakelaar Te gebruiken wanneer de machine op het exter- (herstelzekering) ne elektrische voedingsnet wordt aangesloten, dit Onderbreekt de elektrische stroom in geval van punt beschermt de bedieners tegen het gevaar stroomlekken, kortsluitingen en ontlading naar de voor elektrische ontlading.
  • Pagina 21: Beveiligingen

    - Beveiligingen OS_A1308CM 2.7.1 WAARSCHUWING ! Het gebruik van de machine zonder beveiligingen is absoluut verboden. A - Beveiliging microschakelaars stabilisatiepoten B - Beveiligingen bedieningen aan de grond en noodbedieningen (zie “Veiligheidsinrichtingen”) - Bescherming hoeksensor D - Beveiliging stabilisatiebedieningen (voor versie met elektrisch-hydraulische stabilisatiebedieningen op de hoogwerker) E - Beveiliging kleppen stabilisatiepoten F - Beveiliging hoeksensor jib. 2.11...
  • Pagina 22: Veiligheidssignalen En Inlichtingen

    - Veiligheidssignalen en inlichtingen WAARSCHUWING ! Neem de veiligheidsborden altijd in acht. Controleer of de veiligheidsborden altijd aanwezig en goed leesbaar zijn; als dat niet het geval is vervang ze met nieuwe borden en plaats ze op de oorspronkelijke plaats. B3-C2 A2-D7 A2-D7...
  • Pagina 23 - Verbod borden - Gevaren borden A1 - Gebruikshandleiding. B1 - Toegang verboden. Dit bord geeft aan dat de gebruiks- Dit bord geeft aan dat het verboden handleiding geraadpleegd moet is om in de werkomgeving van de worden alvorens met de machine machine te verblijven. te werken. A2 - Gevaar voor platdrukken De borden B2-A / B2-B / B2-C / B2-D zijn bijeen- van de benen.
  • Pagina 24: Inlichtingen Borden

    C3 - Verplicht gedrag De borden B3-A / B3-B zijn bijeengebracht op een Verifieer of het portier goed is enkel bord met de bord C2-A. gesloten. B3A - Verboden te gebruiken. wijst op het verbod om tijdens verplaatsingen lichaamsde- len uit het werkplatform uit te Cod. 5.748.402 steken. - Inlichtingen borden B3B - Verboden te gebruiken. D1 - Dit bord weergeeft de wijst op het verbod om de algemene voorschriften en de handgreep als bevestigings- gedragsvoorschriften aan de...
  • Pagina 25 120kg 120kg Cod. 5.747.492 230 kg 230 kg D9 - Dit bord weergeeft de plaats van de handbe- 360° 360° 260° diende noodpomp. 90° 90° 90° 90° 11 12 13 120kg 120kg 230kg 230kg 120kg 230kg D5 - Dit bord weergeeft het max. werkbereik van de machine. D10 - Dit bord weergeeft het verbindingspunt van de aarddispersie kabel aan de machine. Cod. 5.746.410 D6 - Dit bord weergeeft de hechtpunten van de vei- ligheidsgordels.
  • Pagina 26: Max. Helling

    D14 - Dit bord weergeeft het smeerpunt. ATTENZIONE !!! E' VIETATO AVVIARE LA MACCHINA TRAMITE UN APPARECCHIO CARICA BATTERIE RAPIDO (BOOSTER) D15 - Geeft aan dat het starten van de machine met een snellader (booster) verboden is. - Max. helling GEVAAR ! De maximale toelaatbare werkhelling van het samenstel mag de waarden uit de afbeelding niet over- schrijden.
  • Pagina 27: 2.14 - Restgevaren

    2.14 - Restgevaren Gevaren van mechanische aard. Het contact met de bewegende onderdelen van de machine kan het platdrukken of snijden van de lede- maten veroorzaken. Gevaren van thermische aard. Het contact met hete delen kan brandwonden veroorzaken. Brandgevaar. Brandstoflekkages uit de tank, tijdens het gebruik of tijdens de bijvulling, kunnen brandgevaar veroorzaken. Gevaar van vloeistofuitstroming onder hoge druk. Het breken van een pijp of een lekkage met olie onder druk kan letsels en huidinfecties veroorzaken. Glij- en valgevaar. Olie, vet, sneeuw en ijs op de toegangstreden van de bedieningsplaatsen en op de vloer van het werkplat- form kunnen het uitglijden en het vallen van de bediener veroorzaken. 2.15 - Toebehoren 2.15.1 - Elektrische noodpomp - Technische gegevens Elektrische motor....Vdc 12/24 Vermogen.......kW 2 - Indien de motor van het voertuig defect is, maakt deze motor het mogelijk om het personeel aan boord van het werkplatform terug te hanen en de...
  • Pagina 28: Pneumatische Voeding / Watertoevoer

    2.15.2 - Pneumatische voeding / watertoevoer OS_A0847BL 2.15.2 Op verzoek wordt de machine uitgerust met een pneumatische voedingslijn voor het gebruik van gereed- schappen of werktuigen op het werkplatform. Sluit de voeding aan op de koppeling (A) en het gereedschap of werktuig op de koppeling (B). Voor de technische specifieken zie “Technische gegevens”. 2.15.3 - Werklamp LET OP ! Koppel de werklamp niet aan andere energiebronnen dan die op het werkplat- form. De aansluiting (B) is alleen gevoed wan- neer het bedieningsschakelbord van het voertuig geactiveerd is.
  • Pagina 29: Zwaailicht

    2.15.4 - Zwaailicht Deze dient om de mensen in de buurt te waar- schuwen dat de bediener van plan is om de ma- chine in beweging te brengen. Sluit de kabel aan op de aansluiting van de siga- rettenaansteker (A) om het zwaailicht in te scha- kelen. OS_A0020AF 2.15.4 2.15.5 - Elektropomp De eenheid bestaat uit: - een elektropomp (A) - een elektrisch bord (B) De ze inrichting dient om de machine te activeren inde volgende gevallen: - in niet goed geventileerde ruimtes, om een te hoge concentratie uitlaatgassen van de motor te voorkomen;...
  • Pagina 30: Bedieningen En Controlelampjes Op Elektrische Paneel - Elektropomp

    - Bedieningen en controlelampjes op elektrische paneel - elektropomp A - Magnetothermische schakelaar: om het stopcontact voor het gebruik van de werktuigen op het hoogwerkplatform te voe- den. om de elektropomp en de batterijlader te voe- den. B - Schakelaar voor de activering van de energiebron. Stand “1”: activering elektropomp Stand “2”: activering endothermische motor. OS_A1278CM 2.15.6 - Elektropomp verbinding GEVAAR ! - Controleer of de verbindingskabel voor het elektriciteitsnet en de aardkabel van de machine geschikt zijn (zie “Technische gegevens en totale afmetingen"...
  • Pagina 31: Elektropomp Starten En Stoppen

    - Elektropomp starten en stoppen GEVAAR ! Alvorens de elektropop te starten de hoofdstukken “Veiligheidsinlichtingen” en “Gebruiksaanwij- zingen” doorlezen. AUTO START STOP AUTO START STOP OS_A1279CM 2.15.8 Om de elektropomp te starten op de volgende wijze handelen. 1) Koppel de machine aan het stroomnet (zie "Elektropomp" - Elektropomp verbinding). 2) Indien aan, de endothermische motor uitschakelen. 3) Handel op de hendel van de schakelaar (A) om de elektropomp. 4) Draai de schakelaar (B) op stand “1” om de elektropomp te starten. 5) Vanuit het werkplatform: bedien de toets (10) “START” om de elektrische pomp te starten.
  • Pagina 32 2.22...
  • Pagina 33: Veiligheidsinlichtingen

    Veiligheidsinlichtingen - Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING ! Lees aandachtig de inlichtingen uit deze hand- leiding door, in het bijzonder de veiligheids- voorschriften en de veiligheidsborden op de machine. OS_A0071AF 3.1.1 De bediener of bedieners op de werkplatform moet/moeten een beschermhelm dragen en moeten de veiligheidsgordel aan de daarvoor be- stemde punten vastmaken.
  • Pagina 34 Altijd de Verkeersvoorschriften in acht nemen, in het bijzonder de borden voor de hoogtebeperkin- gen. OS_A0074AF 3.1.4 Niet bevoegd personeel mag de machine niet ge- bruiken. OS_A0075AF 3.1.5 De inlichtingen en de betekenis van de borden op de machine in acht nemen. OS_A0076AF 3.1.6 Om de machine in gesloten ruimtes te gebruiken, de nodige voorzorgsmaatregelen in acht nemen om hoge concentraties uitlaatgassen te voorko- men. 3.1.7 OS_A0077AF...
  • Pagina 35 De machine niet gebruiken zonder beveiligingen. OS_A0078AF 3.1.8 Indien de machine langs openbare wegen wordt gebruikt de nodige signalen aanbrengen om de werkzone te begrenzen om in een veilige toestand te kunnen werken en om de van kracht zijnde normen in acht te nemen. OS_A0079AF 3.1.9 Terwijl u de machine manoeuvreert, moet u de af- stand tot obstakels rondom onder controle houden, bijvoorbeeld takken van bomen die in de uitschuif- bare structuur of in het werkplatform kunnen blij- ven haperen.
  • Pagina 36: Windkracht

    - Beaufortschaal - Windeffect op de Windkracht Windsnelheid binnenruimte Beaufort Windbeschrijving Km/h schaal Kalm, de rook stijgt calm van 0 tot 0,2 recht omhoog De windrichting wordt zwakke alleen aangegeven door van 0,3 tot 1,5 van 1 tot 5 luchtbeweging de rookbeweging, maar niet door de windwijzer De wind is op het lichte gezicht te voelen, de van 1,6 tot 3,3 van 6 tot 11 wind bladeren ritselen, de windwijzer beweegt Bladeren en lichte takken zwakke van 3,4 tot 5,4 bewegen,...
  • Pagina 37 Plaats op het werkplatform geen reclameborden e.d. daar deze de kracht van de wind verhogen en dus ernstige gevaren voor de veiligheid kunnen veroorzaken. 3.1.12 OS_A0081AF Werk niet in de buurt van elektriciteitskabels. Om in de buurt van elektriciteitslijnen te werken dienen speciale instructies aan de verantwoorde- lijke persoon of aan de bevoegde autoriteiten aan- gevraagd te worden. Vraag om duidelijke aanwijzingen over hoe gehan- deld moet worden, deze aanwijzingen moeten elke keer weer doorgenomen en zorgvuldig opgevolgd worden. 3.1.13 OS_A0082AF Het is verboden om de machine te gebruiken bij...
  • Pagina 38 Sta niet toe dat onbevoegde personen in de wer- kruimte verblijven of deze benaderen. De bediener moet onmiddellijk de machine stilzet- ten en de personen weg laten gaan. OS_A0085AF 3.1.16 Bedien de machine niet vanuit de grond als er een persoon op het werkplatform aanwezig is, dit mag alleen in een noodtoestand gedaan worden. OS_A0086AF 3.1.17 U mag niet op het werkplatform stappen of weer eraf stappen wanneer die al uitgeschoven is als het platform niet in ruststand (*) is, of in ieder geval niet in de positie die door de constructeur is voor- zien voor het in- en uitstappen van het personeel. (*) Ruststand: positie die de mogelijkheid voorziet om de machine te destabiliseren. OS_A0087AF 3.1.18 Het is verboden de machine als hijswerktuig te gebruiken.
  • Pagina 39 Het is verboden met de machine voorwerpen voort te duwen. OS_A0089AF 3.1.20 Alle manoeuvres die nodig zijn om de juiste positie te bereiken moeten uitgevoerd worden door de be- diener op het werkplatform. 3.1.21 OS_A0090AF Stijg niet op de dwarsbalken van het werkplatform en gebruik geen trappen om hoger gelegen punten te bereiken. Tijdens het werk het lichaam niet uit het werkplat- form laten uitsteken of in een onevenwichtige toe- stand werken. Bewaar altijd de correcte werkhouding met de voeten op het werkplatform. OS_A0091AF 3.1.22 Gebruik de machine niet met lasten die het max. toelaatbare gewicht (personen + lading) over- schrijden, zie de technische gegevens. OS_A0092AF 3.1.23...
  • Pagina 40 Zorg dat het in de hoogte staande platform niet overbelast wordt met materialen of personen. Hierdoor zou de stabiliteit van de machine worden benadeeld. OS_A0093AF 3.1.24 Tijdens het werk plaats het werkplatform niet tegen andere, vaste of mobiele, structuren. OS_A0094AF 3.1.25 Voer nooit las-, boor of polijst handelingen uit die de structuur van de machine kunnen verslappen. Verwijder de loodzegels niet van de kleppen. OS_A0095AF 3.1.26 Tijdens het vervoer op de weg is het verboden voorwerpen op het werkplatform te dragen. OS_A0096AF 3.1.27...
  • Pagina 41: Bevoegdheid En Gedrag Van De Bediener

    De open machine mag op beurzen e.d. tentoonge- steld worden alleen als alle nodige voorzorgsmaat- regelen genomen zijn om ongewenste bewegingen te voorkomen. Houd rekening met de volgende punten: - de weersveranderingen (deze kunnen de toe- stand van de grond veranderen); - de wind; - eventuele hydraulische lekkages, enz. OS_A0097AF 3.1.28 Nadat de machine gestabiliseerd is controleer of de plaat van iedere stabilisator goed op de grond steunt. Het gehele oppervlak van de plaat moet op een stevig en vlak terrein steunen. OS_A0098AF 3.1.29 - Bevoegdheid en gedrag van de bediener Het gebruik van de machine is uitsluitend toegestaan aan het personeel met de volgende minimum eigen- schappen:...
  • Pagina 42 3.10...
  • Pagina 43: Vervoer En Installatie

    Vervoer en installatie - Levering Samenstel (machine + voertuig) wordt geleverd aan de eindgebruiker nadat een algemene test is uitge- voerd en nadat deze alle controles, door de bevoegde inrichtingen voor de afgifte van de nodige toestem- mingen en verklaringen, heeft ondergaan, in overeenstemming met de vigerende normen. Met betrekking tot de afstand en het gekozen vervoersmiddel wordt het samenstel op de volgende wijze geleverd: - met eigen middelen omdat het gehomologeerd is voor het vervoer op de weg; - strak en op de juiste wijze aan het vervoermiddel vastgemaakt om ongewenste bewegingen te voorko- men.
  • Pagina 45: Inlichtingen Over De Regelingen

    Inlichtingen over de regelingen Alle regelingrepen moeten door een bevoegde werkplaats worden uitgevoerd.
  • Pagina 47: Gebruiksaanwijzingen

    Gebruiksaanwijzingen - Gebruiksvoorzorgsmaatregele Het gebruik van de machine is uitsluitend toegestaan aan personeel met een uitdrukkelijke toestemming, met de nodige kwaliteiten, bekwaamheden en kennis (zie "Bevoegdheid en gedrag van de bediener"). Bij het eerste gebruik moet de bediener verschillende bewegingen nabootsen om de nodige ervaring en know-how te verwerven. De bedieningshendels moeten geleidelijke en zacht geactiveerd worden. De bediener of bedieners op het werkplatform en die aan de grond moeten een beschermhelm dragen. De bediener of bedieners op het werkplatform moet/en de veiligheidsgordels in de specifieke punten vast- maken om de gevaren, te wijten aan arm- of machineschommelingen, door bewegingsfouten of ongewens- te contacten met aangrenzende onderdelen, te beperken. Gebruik de machine alleen voor de door de bouwer voorziene gebruiken en geen enkele inrichting wijzigen om de prestaties ervan te veranderen. Aan het begin van iedere werkdienst controleer of de hydraulische leidingen heel zijn, controleer vooral de slangen. De werkzaamheden aangeven door middel van een zwaailicht, indien aanwezig. De bediener moet onmiddellijk alle problemen of defecten aan de toezichthouder meedelen, zodra deze zich voordoen tijdens het gebruik van de machine. In geval van defecten de machine niet gebruiken. Aan het begin van iedere werkshift moet de bediener controleren of de machine in al zijn onderdelen volle- dig is en in algemeen goede staat verkeert. Verder moet de bediener de controles uitvoeren die aangegeven worden in de paragraaf “Controles vóór de opstart”. GEVAAR ! Het toegestande draagvermogen op het werkplatform niet overschrijden, om het risico te vermijden dat de structuur het begeeft of dat de uitrusting omkantelt. LET OP ! Het is verboden de machine met behulp van een snellader (booster) te starten.
  • Pagina 48: Voorschriften Voor Het Werken Op Elektriciteitsleidingen Onder Spanning

    - Voorschriften voor het werken op elektriciteitsleidingen onder spanning Om werkzaamheden uit te voeren op elektriciteitsleidingen onder spanning moet de opdracht door de ver- antwoordelijke persoon gegeven worden die tevens voor een veiligheidsplan zorgt om de betrokken perso- nen tegen ongevallen te beschermen. Dit veiligheidsplan moet zowel de van kracht zijnde veiligheidswetten met betrekking tot het veilig werken op elektriciteitsleidingen in acht nemen en een controle van een doel- treffende isolatie van het werkplatform voorzien (op verzoek geleverd, tot 1 kV). Inlichting Iedere keer dat het werkplatform gereinigd / gewassen wordt of elke keer dat het verwijderd / gemonteerd moet worden (hetgeen alleen bij een bevoegde werkplaats gedaan kan worden) moeten alle nodige contro- les van de elektrische eigenschappen uitgevoerd worden.
  • Pagina 49: Bedieningen

    - Bedieningen 6.2.1 - Bedieningen in de stuurcabine LET OP ! Door de afmeting van de volledig uitgeschoven stabilisatiearmen kunnen de portie- ren niet volledig worden geopend. Het wordt aanbevolen om de raampjes tijdens de werkzaamheden open te houden zodat de bedieningen in de cabine in geval van nood kunnen worden bereikt.
  • Pagina 50: Bedieningen En Controlelampjes Op Het Werkplatform

    6.2.2 - Bedieningen en controlelampjes op het werkplatform AUTO START STOP AUTO AUTO START STOP AUTO 6.2.2 OS_A1532DD - Noodstopknop (zie “Noodinrichtingen”). - Manipulator - Manipulator Geluidssignaal (zoemer) Signaleert: - de ingreep van de ladingbegrenzer (of de geometrische begrenzer). - de blokkering veroorzaakt door de inschakeling van een noodknop; - het defect van een veiligheidsinrichting;...
  • Pagina 51 10 - Toets met verlichte indicator (groene lamp) Dient om de verbrandingsmotor (of de elektrische pomp) te starten. De verlichte indicator signaleert de activering van de functie betreffende de toets. 11 - Toets met verlichte indicator (rode lamp) Dient om de verbrandingsmotor (of de elektrische pomp) te stoppen. De verlichte indicator signaleert de activering van de functie betreffende de toets. 12 - Toets met verlichte indicator (groene lamp) Om de claxon van het voertuig te activeren, hiermee worden degenen die eventueel in de werkom- geving aanwezig zijn voor uitschuivende onderdelen gewaarschuwd. 13 - Toets met verlichte indicator (groene lamp) Dient om het bedieningsschakelbord te activeren. De verlichte indicator signaleert de activering van de functie betreffende de toets. 14 - Toets met lampjes (groen) - activering nivellering hoogwerker.
  • Pagina 52 25 - Controlelampje (rood licht) Niet geactiveerd. 26 - Controlelampje (rood licht) Geeft knipperend aan dat de blokkering veroorzaakt is door de ingreep van de ladingbegrenzer. 27 - Verlichte indicator (gele lamp) Geeft aan dat de lading op de hoogwerker meer dan 120 kg weegt. 28 - Controlelampje (rood licht) Signaleert met vaste lamp de blokkering veroorzaakt door de interventie van het geometrische be- grenzer. 29 - Controlelampje (groen licht) Geeft aan dat de jib in de ruststand is geplaatst.
  • Pagina 53: Beschrijving

    Beschrijving manipulatoren Symbool Beschrijving Symbool Beschrijving Rotatie met de klok Stijging jib mee werkplatform Rotatie tegen de Daling jib klok in werkplatform Nivellering werkplatform Rotatie met de klok mee Nivellering werkplatform Rotatie tegen de klok in Uitschuiven stabilisatiearm Inschuiven telescopische arm links Uitschuiven telescopische arm Inschuiven stabilisatiearm links Uitschuiven stabilisatiearm Stijging telescopische arm rechts Inschuiven stabilisatiearm Daling telescopische arm rechts - Het lampje (C) geeft de activering van de rotatie van de hoogwerker aan - Het lampje (D) geeft het in-/uitschuiven van de stabilisatiearm aan - Het lampje (E) geeft de activering van de nivellering van de hoogwerker aan. 6.2.3 - Noodbedieningen Voor de noodbedieningen zie “Noodhandelingen”.
  • Pagina 54: Bedieningsschakelbord En Indicatoren Op De Kolom

    6.2.4 - Bedieningsschakelbord en indicatoren op de kolom START STOP Macchine per lavoro aereo 6.2.4 OS-A0316AN 30 - Toets "F1" In "menu"-omgeving dient die om de parameters omhoog te doorlopen. - Versie met hydraulische stabilisatie Dient om de bedieningen van de uitschuifbare structuur te activeren. 31 - Toets"F2" In "menu"-omgeving dient die om de parameters naar beneden te doorlopen. - Versie met hydraulische stabilisatie Dient om de bedieningen van de stabilisering te activeren. 32 - Controlelampje (groen licht) Geeft brandend aan dat de stabilisatoren correct op de grond zijn geplaatst en dat de achterwielen zijn opgeheven.
  • Pagina 55 39 - Toets Om de claxon van het voertuig te activeren, hiermee worden degenen die eventueel in de werkom- geving aanwezig zijn voor uitschuivende onderdelen gewaarschuwd. 40 - Toets Dient om de verbrandingsmotor (of de elektrische pomp) te stoppen. 41 - Toets Dient om de verbrandingsmotor (of de elektrische pomp) te starten. 42 - Noodstopknop (zie “Noodinrichtingen”). 43 - Display (zie "Beschrijving van de pagina's").
  • Pagina 56: Schema Van De Pagina's

    6.2.5 - Schema van de pagina’s USER (GEBRUIKER) MACHINE (MACHINE) FAULT CODE (FOUTEN) INPUT (INGANGEN) OUTPUT (UITGANGEN) SENSORS (SENSOREN) MSG CAN BUS (CAN BUS MSG) 6.10...
  • Pagina 57 - Beschrijving van de pagina's - Hoofdpagina Wanneer u de machine opstart, verschijnt de hoofdpagina na een korte weergave van een tijdelijke begin- pagina. OS_A1280CM 6.2.5 - Werken in de hoogte - Stabilisering De geactiveerde symbolen (A) en (B) worden wit op een zwarte ondergrond weergegeven als (A1) en (B1). - Arm hoek - Uitschuiven telescopische arm - Rotatie van de mast - Belasting gemeten op hoogwerker - Geometrische begrenzer (gebruikt percentage) - Lijst (Data gereserveerd voor technisch personeel) Indien geactiveerd worden de volgende symbolen worden weergegeven:...
  • Pagina 58: Pagina Stabilisering

    Druk op de hoofdpagina op toets "F3" om de pagina van de stabilisering weer te geven. - Pagina stabilisering OS_A0850EB 6.2.6 A - Stabilisator correct omhoog bewogen B - Achteras opgetild A2 - Stabilisator gedeeltelijk uitgeschoven C1 - Stabilisatiearm gedeeltelijk uitgeschoven A3 - Stabilisator op de grond C2 - Stabilisatiearm volledig uitgeschoven Druk op de pagina voor stabilisering op toets "F3" om de pagina van het menu weer te geven. - Pagina Menu Lijst met submenu's in dit menu - USER (GEBRUIKER): de parameters in dit menu zijn leesbaar, sommie kunnen door de gebruiker wor- den gewijzigd. De parameters in de volgende menu's kunnen niet door de gebruiker worden gewijzigd: - MACHINE (MACHINE): weergaveparameters van de machine - FAULT CODE (FOUTEN): lijst met foutcodes (zie "Foutcodes") - INPUT (INGANGEN): status van de ingangen (inputs) - OUTPUT (UITGANGEN): status van de uitgangen (outputs)
  • Pagina 59: Stabilisatie Bedieningen

    - Stabilisatie bedieningen 6.3.1 - Stabilisatiebedieningen aan de grond OS_A0777BE 6.3.1 32 - Controlelampje (groen licht) Bedieningen uitschuiven hydraulische sta- Geeft brandend aan dat de stabilisatoren bilisatiearmen (waar voorzien). correct op de grond zijn geplaatst en dat de 49 - Bediening stabilisatiearm rechtsachter achterwielen zijn opgeheven. (niet aanwezig op Scorpion 2112J met va- 44 - Bediening voor de stabilisator rechts ste stabilisatiearmen achter) achter 50 - Bediening stabilisatiearm linksachter...
  • Pagina 60: Stabilisatiebedieningen Op Hoogwerker

    6.3.2 - Stabilisatiebedieningen op hoogwerker De stabilisatiebedieningen op de hoogwerker worden beschreven in de paragraaf “Bedieningen en contro- lelampjes werkplatform”. Hieronder beschrijven we de stabilisatiebedieningen op de elektrisch-hydraulische verdeler. 6.3.2 OS_A0778BM 18 - Controlelampje (groen licht) 21 - Verlichte indicator (gele lamp) Als dit lampje continu brandt zijn de stabili- Geeft aan dat de nivellering van het toestel satoren goed op de grond geplaatst en de niet goed is. wielen zijn omhoog. Deze is alleen aanwezig indien de inrich- ting gemonteerd is om de vlakke stand van 19 - Controlelampje (groen licht) het frame te controleren.
  • Pagina 61 33 - Controlelampje (geel licht) 48 - Waterpas Geeft aan dat de nivellering van het toestel Voor de controle van de nivellering tijdens niet goed is. de stabilisatie. Deze is alleen aanwezig indien de inrich- 49 - Bediening stabilisatiearm rechtsachter ting gemonteerd is om de vlakke stand van 50 - Bediening stabilisatiearm linksachter het frame te controleren. 51 - Bediening stabilisatiearm rechtsvoor 44 - Bediening voor de stabilisator rechts 52 - Bediening stabilisatiearm linksvoor achter 53 - Hendel (doorgaans verzegeld).
  • Pagina 62: Controles Vóór De Opstart

    - Controles vóór de opstart WAARSCHUWING ! De controles vóór de opstart zijn een visuele inspectie uitgevoerd door de bediener vóór iedere werkshift. Voor altijd de voorafgaande controles uit vooraleer de machine te starten. De controles moeten worden uitgevoerd om na te gaan of er problemen zijn voordat de bediener de machine gaat gebruiken.
  • Pagina 63: Verzegelingen Op De Hydraulische Inrichtingen

    - Verzegelingen op de hydraulische inrichtingen OS_A0779DM 6.4.1 - Handbediende actuator op groep "P - Maximumdrukklep op groep "P" - Handbediende pomp - Handwiel actuator op verdeler stabilisatoren (versie met hydraulische stabilisatie) - Maximumdrukklep op verdeler stabilisatoren (versie met hydraulische stabilisatie) - Handwiel actuator op verdeler stabilisatoren (versie met hydraulische stabilisatie) H - Deurtje op afscherming noodbedieningen - Maximumdrukklep op noodverdeler M - Elektroklep op noodverdeler - Maximumdrukklep op verdeler stabilisatorarmen (versie met hydraulische stabilisatie) P - Overdrukklep op verdeler stabilisatie (versie met elektrisch-hydraulische stabilisatie). Q - Hendel (versie met elektrisch-hydraulische stabilisatie) R - Schroef voor elektroklep 6.17...
  • Pagina 64 - Zelfdiagnose Bij de activering van de aftakas wordt een diagnosecyclus geactiveerd die de werking controleert van de systemen die hierdoor gecontroleerd wordt. Op het display wordt een foutmelding weergegeven als een storing wordt waargenomen. Probeer de fout te resetten door de noodstopknop in te drukken en na 5-10 seconden weer los te laten.
  • Pagina 65: Stabilisatieprocedure

    - Stabilisatieprocedure 6.5.1 - Voorzorgsmaatregelen voor de stabilisatie GEVAAR ! - Tijdens de stabilisatie is de bediener verantwoordelijk voor het beoordelen van de grondei- genschappen, hij moet risicovolle situaties voorkomen en ook toestanden die de veiligheid in gevaar kunnen brengen wegens het gebruik van het toestel op niet geschikte oppervlakten. - Gebruik het toestel niet op ongeschikte bodems (bijvoorbeeld: ondergronden en opper- vlakten met ijs of sneeuw, bijzonder harde of gladde oppervlakten, natte oppervlakten of op- pervlakten met vet of modder, of ondergronden die een kleine weerstand bieden of die grote...
  • Pagina 66: Voorzorgsmaatregelen Na Het Stabiliseren

    Tijdens het stabiliseren en destabiliseren op een hellende ondergrond dient de aan- raking tussen de onaangedreven wielen (*) en de ondergrond te worden vermeden als de geremde wielen (**) niet op de grond zijn geplaatst. (*) onaangedreven wielen = wielen die niet door de parkeerrem worden geremd.
  • Pagina 67: Stabilisatie Procedure

    6.5.2 - Stabilisatie procedure - versie met hydraulische stabilisatie START STOP OS_A0890BM 6.5.2 Handel op de volgende wijze. 1) De parkeerrem trekken, de koppelingshendel in neutraal zetten en de endothermische motor starten. 2) Druk op het koppelingspedaal en schakel de aftakas in (zie “Bedieningen in de stuurcabine”); het contro- lelampje (3) moet aangaan. 3) Bedien de toets (31) "F2" om de stabiliseringsfunctie te gebruiken. 4) Druk op "F3" om de stabilisatiepagina te openen (zie “Beschrijving van de pagina's”). 5) At de stabilisatiearmen uitschuiven. 6) Geleidelijk de stabilisatoren omlaag doen totdat de wielen van het voertuig van de grond getild zijn, tegelijkertijd de nivellering op de waterpas (48) controleren. 7) Na deze handeling controleren of het lampje (32) (OK) brandt. WAARSCHUWING ! Ga volledig rond de machine om visueel te controleren of de stabilisatoren correct zijn neergezet, of er geen scheuren, inspectieputjes, ondergrondse leidingen enz.
  • Pagina 68: Elektrisch-Hydraulische Stabilisatie Op Hoogwerker

    - Elektrisch-hydraulische stabilisatie op hoogwerker AUTO START STOP AUTO AUTO OS_A1582DF 6.5.3 Het stabiliseren/automatisch destabiliseren vanaf de hoogwerker is in ieder geval gedeactiveerd op een ondergrond met een helling ≥6°. Handel op de volgende wijze. 1 De parkeerrem trekken, de koppelingshendel in neutraal zetten en de endothermische motor starten. 2) Druk op het koppelingspedaal en schakel de aftakas in (zie “Bedieningen in de stuurcabine”); het contro- lelampje (3) moet aangaan. 3) Klim met het opstapje (A) op het vlak. 4) Open de deur (H) en betreed de hoogwerker. 5) Sluit de deur (H), controleer of deze correct is gesloten. 6) Maak de veiligheidsgordel aan een van de daarvoor bestemde punten vast (een punt per bediener). 7) Druk op de toets (13) om de bedieningen op de hoogwerker te activeren. 8) Gebruik de manipulatoren om de stabilisatiearmen uit te schuiven: de lampjes (19) en (20) moeten gaan branden. 9) Druk op de toets AUTO (16) om de stabilisatoren langzaam te laten zakken tot de wielen van het voertuig van de grond zijn opgeheven. 10) Na deze handeling controleren of het lampje (18) (OK) brandt. Als de stabilisatie is bereikt, maar de voorwielen zijn niet van de grond, druk op de toets (16) op- nieuw tot ze volledig vrijstaande.
  • Pagina 69: Elektrisch-Hydraulische Stabilisatie Aan De Grond

    - Elektrisch-hydraulische stabilisatie aan de grond LET OP ! Wanneer tijdens de stabilisatie buitengewone voorzichtigheid geboden is, wordt aanbevolen om de manoeuvres handmatig te verrichten met behulp van de elektrisch-hydraulische be- dieningen. OS_A0859BM 6.5.4 Handel op de volgende wijze. 1 De parkeerrem trekken, de koppelingshendel in neutraal zetten en de endothermische motor starten. 2) Druk op het koppelingspedaal en schakel de aftakas in (zie “Bedieningen in de stuurcabine”); het contro- lelampje (3) moet aangaan. 3) Druk op F3 tot de pagina MENU, open de pagina met F4, kies USER (GEBRUIKER) met een druk op F1 of F2, open deze pagina met F4 en kies MANUAL DOWN (HANDMATIG ONDERSTEL) met een druk op F1 of F2 en druk op F4 om de functie te activeren (ON).
  • Pagina 70: Procedure Voor Omhoog Bewegen

    6.5.3 - Procedure voor omhoog bewegen WAARSCHUWING ! Beweeg de noodbedieningen even in beide richtingen zodat de hefcilinders onder druk gezet worden en vermijd eventuele ongecontroleerde bewegingen alvorens u op het platform klimt. Tij- dens de werkzaamheden op hoogte moet het deurtje voor de noodbedieningen met het hangslot afgesloten blijven.
  • Pagina 71: Het Werkplatform Nivelleren

    6) Beweeg de uitschuifbare arm omhoog en schuif deze uit. 7) Beweeg de jib omhoog. LET OP ! Controleer of de uitschuifbare structuur boven de onderstaande elementen (stabilisatiepoten, cabine voertuig, enz.) opgeheven is alvorens u met de rotatie aanvangt. 8) De bedieningen activeren om de geschikte werkstand te bereiken. GEVAAR ! Het is verboden om zware lasten in de cabine te brengen, ze daar vast te houden of er neer te leggen tijdens het gebruik van de machine.
  • Pagina 72: Controle Van De Doeltreffendheid Van De Veiligheidsinrichtingen

    - Controle van de doeltreffendheid van de veiligheidsinrichtingen 6.7.1 - Werkingscontrole stabilisato- ren microschakelaars 1) Schuif een stabilisator uit: het lampje (2) moet gaan branden en het lampje (32) moet uit blij- ven. 2) Herhaal de test op alle stabilisatoren. 6.7.1 OS_A0323AN 6.7.2 - Werkingscontrole 6.7.4 - Controle van het antibotsing noodknop systeem WAARSCHUWING ! Controleer iedere afzonderlijke nood- knop.
  • Pagina 73: Functionele Controle Lastbegrenzer Werkplatform

    6.7.5 - Functionele controle lastbegrenzer werkplatform GEVAAR ! Breng het werkplatform iets omhoog, om in een veilige toestand te werken. Laad het werkplatform met een gewicht dat 20% boven het maximale toelaatbare gewicht ligt; de contro- lelampje (A) moet aangaan, het geluidssignaal moet aangaan (zie “Bedieningen en indicatoren” in deze paragraaf) en iedere beweging moet belemmerd worden. AUTO START STOP AUTO STOP START Macchine per lavoro aereo 6.7.3 OS_A0895BM GEVAAR ! Wend u tot de technische assistentie van de fabrikant of een erkende garage als er sprake is van een storing of een defect aan de ladingbegrenzer.
  • Pagina 74: Het Werkplatform In De Ruststand Brengen

    - Het werkplatform in de ruststand brengen AUTO START STOP AUTO AUTO OS_A0896CG 6.8.1 Voer de volgende manoeuvres uit. 1) Laat de hoogwerker draaien tot deze haaks 6) Haal de veiligheidsgordel los. 7) Open de deur (H), verlaat het vlak en klim op de arm is geplaatst. Het lampje (23) moet gaan branden. via het opstapje (A) naar de grond. 2) Doe de jib omlaag. Voor de automatische sluiting van de Het lampje (29) moet gaan branden. uitschuifbare structuur (“homing”-fun- 3) Laat de telescopische arm inschuiven.
  • Pagina 75: Destabilisatie

    - Destabilisatie WAARSCHUWING ! Plaats aan het einde van de werkdag (of het einde van de dag tijdens tentoonstellingen op beurzen of op openbare of particuliere terreinen) de uitschuifbare structuur in de ruststand en destabiliseer de machine. Herhaal de stabilisatieprocedure en de beweging omhoog pas als de werkzaamheden hervat worden.
  • Pagina 76: Gebruik Bij Slechte Weersomstandigheden

    6.10 - Gebruik bij slechte weersomstandigheden Koud weer Weinig licht - Alvorens de machine te gebruiken de olie ver- De machine is niet voorzien van een eigen verlich- warmen door enkele manoeuvres aan de grond ting. uit te voeren, zonder bediener op het werkplat- Om met weinig licht te werken moet de gebrui- form. ker de werkzone voorzien van een kunstmatige - Controleer voortdurend de laadtoestand van de verlichting die voldoende moet zijn om veilig te batterijen...
  • Pagina 77: Elektrische Voeding

    6.13 - Elektrische voeding WAARSCHUWING ! Het is verplicht een ontlader in de grond te steken en aan de speciale klem (D) op de bodem van het werkplatform te verbinden, of bij interne werkzaamheden, zich aan een doeltreffende aardkabel te verbinden. Het toestel is voorzien van een elektrische inrichting beveiligd door en differentieel magnetothermische schakelaar (A) die een stroomcontact (B) op het werkplatform voedt.
  • Pagina 78: Ingreep Van De Lastbegrenzer

    6.14 - Ingreep van de lastbegrenzer Als het maximale toelaatbare gewicht op het werk- platform wordt overschreden, worden alle bewe- gingen van de machine door de lastbegrenzer gestopt. Het overschrijden wordt door een geluids- signaal en een visueel alarm gesignaleerd. Om de werking van de machine te hervatten, moet u de belasting op het werkplatform verminderen tot het geluiddssignaal stopt en tegelijk de verlichte indi- cator (25) uit gaat (zie "Bedieningschakelbord en indicatoren op het werkplatform").
  • Pagina 79: Noodhandelingen

    6.16 - Noodhandelingen De noodhandelingen zijn nodig als de bediener op het werkplatform de machine niet kan bedienen of als er een defect is. Deze handelingen moeten door een bediener aan de grond worden uitgevoerd of, bij noodgevallen, door een hulpverlener. De bediener aan de grond zal de toestand moeten beoordelen om de juiste maatregelen te kunnen nemen. GEVAAR ! In noodtoestanden zeer zorgvuldig te werk gaan en alleen die manoeuvres uitvoeren die het werkplatform naar de machinemast toe brengen. Het gebruik van de noodbe- dieningen is uitsluitend toegestaan aan de bediener aan de grond die de sleutel heeft. - Noodbedieningen 6.16.1 OS_A0900BM...
  • Pagina 80: Nooddaling Voor Het Verlenen Van Hulp / Terugwinning Aan De Bediener

    6.16.1 - Nooddaling voor het verlenen van hulp / terugwinning aan de bediener OS_A0680BF 6.16.2 Indien de bediener op het werkplatform de machine niet kan bedienen, moet de bediener aan de grond handelen op de volgende wijze. 1) Gebruik de endothermische motor of de noodpomp (indien aanwezig) als energiebron. 2) Klim op het draagvlak indien het niet mogelijk is om de noodbedieningen van op de begane grond te bereiken. 3) Open de deur (D). 4) Druk achtereenvolgens op de toetsen: F3 > F3 = (MENU), F4 > USER (GEBRUIKER) > F2/F1 tot aan MANUAL UP (HANDMATIG HOOGWERKER). Houd tijdens de manoeuvres de toets F4 ingedrukt. Houd tijdens de manoeuvres de toets "F4” (38) ingedrukt. 5) Handel op de noodbedieningen om het werkplatform omlaag te brengen zoals is aangegeven in de paragraaf “Het werkplatform in de ruststand brengen”. Als eerste manoeuvre moet de telescopische arm worden ingeschoven. 6.16.2 - Nooddaling bij storing aan endothermische motor Gebruik de noodpomp (indien aanwezig) als energiebron als de endothermische motor niet gebruikt kan...
  • Pagina 81 Nooddalen met handpomp OS_A1271BM 6.16.3 Indien de verbrandingsmotor defect is en/of er een - Voor alle versies elektrisch defect is opgetreden, moet de bediener 7) Verwijder de verzegeling en verwijder het deurtje (D). op de began grond eerst en vooral het elektrische 8) Verwijder de verzegeling van de elektroklep (G), schakelbord van het voertuig deactiveren en daarna verwijder de verzegeling en draai de schroef (F) verdergaan zoals beschreven.
  • Pagina 82: Destabilisering Wanneer De Machine Defect Is (Met Handpomp)

    - Destabilisering wanneer de machine defect is (met handpomp) Versie met hydraulische stabilisatie OS_A0797BL 6.16.4 1) Schroef het handwiel (L) los en schroef het handwiel (H) volledig aan. 2) Pomp olie met de handbediende pomp (M) en bedien tegelijk de commando's voor stabilisering om de stabilisatoren en de stabilisatorarmen in te trekken (voor machines met hydraulische uitschuiving stabilisatoren, bedieningen (P). Versie met elektrisch-hydraulische stabilisatie OS_A1272CM 6.16.5 1) Open het deurtje (R) voor toegang tot de bedieningen van de elektrisch-hydraulische stabilisatie. 2) Druk en houd de hendel (53) tijdens de manoeuvres. 3) Pomp olie met de handbediende pomp (M) en bedien tegelijk de commando's voor stabilisering om de stabilisatoren en de stabilisatorarmen in te trekken. WAARSCHUWING ! Nadat de machine in ruststand is gebracht neem contact op met de fabrikant of met een erkende werkplaats om het probleem op te lossen en om de zegels weer terug te plaat- sen.
  • Pagina 83: Nooddalen Met Noodpomp

    Nooddalen met noodpomp OS_A1284CM 6.16.6 Bij een storing aan de endothermische motor en/ - Voor alle versies of een elektrische defect moet de bediener aan de 7) Verwijder de verzegeling en verwijder het deurtje (D). grond de volgende procedure toepassen. 8) Verwijder de verzegeling van de elektroklep (G), verwijder de verzegeling en draai de schroef (F) 1) Verwijder de zegel van de pal (A) en schroef de pal. aan. - Bij machine met hydraulische stabilisatie: 9) Start de noodpomp vanaf het bedieningspaneel 2) Verwijder de zegel van de handwielen (L) en (H).
  • Pagina 84: Destabilisering Wanneer De Machine Defect Is (Met Noodpomp)

    - Destabilisering wanneer de machine defect is (met noodpomp) Versie met hydraulische stabilisatie OS_A1285CM 6.16.7 1) Schroef het handwiel (L) los en schroef het handwiel (H) volledig aan. 2) Start de noodpomp (zie “Noodpomp”) en laat tegelijkertijd de stabilisatoren en de stabilisatiearmen (in het geval van een machine met hydraulisch uitschuifbare stabilisatiearmen, bedieningen (P) inschuiven met de bedieningen. Versie met elektrisch-hydraulische stabilisatie OS_A1286CM 6.16.8 1) Open het deurtje (R) voor toegang tot de bedieningen van de elektrisch-hydraulische stabilisatie.

Inhoudsopgave