BINNENZIJDE
(13)
(16)
(13) Tonercartridges
Deze bevat toner voor het afdrukken. Wanneer de toner
in de cartridge opraakt, dient de cartridge van de kleur
die opraakt vervangen te worden.
☞
DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN
(14) Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te
verwijderen.
(15) Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Duw deze hendels naar beneden om de druk te lossen
wanneer u vastgelopen papier verwijdert dat binnen in
het fuseergedeelte zit of wanneer een envelop via de
handinvoerlade wordt ingebracht.
Let op
• De samenvoegeenheid wordt heet. Raak de
samenvoegeenheid niet aan wanneer u vastgelopen
papier verwijdert. Als u dat wel doet, kunt u zich
verbranden of verwonden.
• Wanneer u de hendels naar beneden duwt, moet u de
hendels met uw duim en wijsvingers samenknijpen
terwijl u langzaam naar beneden duwt. Als u te hard
op de hendels duwt, kunnen ze uw vingers hard
raken.
Blokkeer de ventilatieopeningen van de machine niet door er iets voor te plaatsen of door de machine dicht bij de muur te
plaatsen.
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
(14)
(17)
(18)
(16) Toneropvangbak
Hierin wordt de overtollige toner die na het afdrukken is
overgebleven verzameld.
☞
(pagina 1-49)
De toneropvangbak kan worden meegegeven aan uw
onderhoudstechnicus.
(17) Rechterklep van papiertoevoer
(wanneer een papiertoevoer is geïnstalleerd)*
Open deze klep om vastgelopen papier in papierlade 2.
(18) Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
(19) Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te verwijderen.
(20) Klep van duplextransport
Openen om vastgelopen papier te verwijderen.
1-4
(15)
(19)
(20)
DE TONEROPVANGBAK VERVANGEN
Inhoudsopgave
(pagina 1-52)