14
BASISPROCEDURE OM KOPIEËN TE
MAKEN
In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd voor het maken van kopieën, inclusief de keuze van de
kopieerfactor en andere kopieerinstellingen.
KOPIEËN MAKEN
KOPIEËN MAKEN MET DE AUTOMATISCHE
DOCUMENTINVOEREENHEID
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kopieën maakt (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) met de automatische
documentinvoer.
Indicator
line
1
Kleurmodus
Meerkleuren
Belichting
Auto
2
Kopieerfactor
Origineel
100%
Spec. Functies
Dubbelz. Kopie
Normaal
Normaal
A4
Uitvoer
1.
A4
2.
A4
Bestand
3.
A4
A3
4.
Snelbestand
Papierformaat
Auto
Auto
A4
A4
A4
Voorbeeld
Normaal papier
Plaats de originelen met de kopiezijde
naar boven in de origineelinvoerlade met
de vellen gelijkmatig verdeeld.
Steek de originelen helemaal in de lade van de origineelinvoer.
In de origineelinvoerlade kunnen meerdere originelen worden
geplaatst. De stapel originelen mag niet hoger zijn dan de
indicatiestreep op de lade.
Controleer het te gebruiken papier en de
kleurmodus.
Zorg ervoor dat het gewenste papier (en papierlade) en
kleurmodus zijn geselecteerd.
• Raak de toets [Origineel] aan om het formaat van het
origineel te wijzigen.
☞
ORIGINELEN
(pagina 2-9)
• Druk op de toets [Papierformaat] als u het papier (en lade)
wilt wijzigen.
☞
PAPIERLADEN
• Druk op de toets [Kleurmodus] om de kleurmodus de
wijzigen.
☞
KLEURKOPIEERFUNCTIES
2-11
KOPIEERMACHINE
(pagina 2-10)
(pagina 2-20)
Inhoudsopgave