Windows
(2)
(3)
(1)
3-55
(1) Klik op het tabblad [Taakverwerking].
(2) Selecteer de instelling voor vasthouden.
Schakel het selectievakje [Vasthouden] in
de methode van vasthouden in "Vasthouden
instellingen". Schakel om een wachtwoord (getal van 5 tot
8 cijfers) in te voeren het selectievakje [Wachtwoord] in
.
(3) Selecteer de instellingen voor documentarchivering.
Selecteer de map waarin u het bestand wilt opslaan
onder "Instell. Documentarchivering". Als u [Aangepaste
map] selecteert, klikt u op de knop [Opgeslagen in] om de
map te selecteren.
• Als [Snelbestand] wordt geselecteerd, wordt
"Vasthouden instellingen" alleen ingesteld op
[Vasthouden na afdr.].
• Wanneer u [Snelbestand] selecteert, wordt het
wachtwoord dat is opgegeven in "Vasthouden
instellingen" gewist en kan het niet worden gebruikt.
• Als u een bestand wilt opslaan in een aangepaste
map, moet u deze eerst maken met
"Documentarch. Beheer" in de systeeminstellingen
(beheerder). Als een wachtwoord is ingesteld voor
een aangepaste map, geef dan het
"Mapwachtwoord" op in het mapselectiescherm.
• Als [Vasthouden] is geselecteerd bij [Afdrukbeleid]
in het tabblad [Configuratie] dan is het selectievakje
[Vasthouden] altijd geselecteerd en kunt u dit niet
wijzigen.
• In een IPV6-omgeving kunnen bestanden alleen in
de hoofdmap worden opgeslagen.
PRINTER
. Selecteer
Inhoudsopgave