Download Print deze pagina

Advertenties

Zoeken op basis
Zoeken op basis
van wat u wilt doen
van wat u wilt doen
EEN KOPIE MAKEN
EEN DOCUMENT
AFDRUKKEN
EEN AFBEELDING
EEN OPDRACHT
SCANNEN /
OPSLAAN EN
EEN INTERNETFAX
LATER OPNIEUW
VERZENDEN
GEBRUIKEN
BEDIENINGSHANDLEIDING
EEN FAX VERZENDEN
DE MACHINE
ONDERHOUDEN
Zoeken met de
Zoeken met de
inhoudsopgave
inhoudsopgave
VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
KOPIEERMACHINE
PRINTER
FAX
SCANNER / INTERNETFAX
DOCUMENTARCHIVERING
SYSTEEMINSTELLINGEN
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
OVER DE BEDIENINGSHANDLEIDING

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Sharp MX-C301W

  • Pagina 1 BEDIENINGSHANDLEIDING Zoeken op basis Zoeken op basis Zoeken met de Zoeken met de van wat u wilt doen van wat u wilt doen inhoudsopgave inhoudsopgave VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT KOPIEERMACHINE PRINTER EEN KOPIE MAKEN EEN DOCUMENT EEN FAX VERZENDEN AFDRUKKEN SCANNER / INTERNETFAX DOCUMENTARCHIVERING...
  • Pagina 2 EEN KOPIE MAKEN Besparen Kopieerfouten Een kopie van dit type Een kopie op dit verminderen originelen maken type papier maken Datum of De uitvoer paginanummers samenvoegen tot toevoegen een brochure Andere handige functies...
  • Pagina 3 Besparen Meerdere pagina's op één Op beide zijden van papier zijde van een vel papier kopiëren kopiëren Op voor- en achterzijde van een kaart kopiëren...
  • Pagina 4 Kopieerfouten verminderen Het aantal gescande Een set kopieën afdrukken pagina's controleren vóór om te proeflezen het kopiëren...
  • Pagina 5 Een kopie van dit soort originelen maken Meer originelen dan in één Originelen met zowel kleur als zwart-wit keer geladen kunnen worden Originelen van verschillend Dikke originelen (aan de randen formaat verschijnen schaduwen)
  • Pagina 6 Een kopie op dit type papier maken Transparanten Enveloppen en andere speciale media...
  • Pagina 7 Datum of paginanummers toevoegen Datum toevoegen Stempel toevoegen Paginanummer toevoegen Tekst toevoegen...
  • Pagina 8 De uitvoer samenvoegen tot een brochure Een blanco marge voor Een brochure maken perforeren creëren...
  • Pagina 9 Andere handige functies Functies voor specifieke doeleinden Een kopie van gerangschikte foto's maken Een gespiegelde kopie maken Op midden van papier kopiëren Een negatieve kopie maken Handige functies Prioriteit geven aan een kopieeropdracht Status van een opdracht in de wachtrij controleren Kleur aanpassen...
  • Pagina 10 EEN DOCUMENT AFDRUKKEN De uitvoer Besparen Afdrukken Aantrekkelijke samenvoegen tot zonder computer uitvoer afdrukken een brochure Afdrukken op dit Tekst of een type papier afbeelding toevoegen Andere handige functies...
  • Pagina 11 Besparen Op beide zijden van papier Meerdere pagina's op één afdrukken papierzijde afdrukken...
  • Pagina 12 Afdrukken zonder computer F T P Een FTP-bestand afdrukken Een bestand op een USB-geheugenapparaat afdrukken Een bestand in een Een bestand dat in de machine netwerkmap afdrukken is opgeslagen afdrukken...
  • Pagina 13 Aantrekkelijke uitvoer afdrukken Afdruk aan papierformaat Helderheid en contrast aanpassen aanpassen Afdrukken met kleurinstellingen Vage tekst en regels die geschikt zijn voor de gegevens verscherpen De afdrukmodus selecteren...
  • Pagina 14 De uitvoer samenvoegen tot een brochure Een blanco marge voor Een geniete brochure maken perforeren creëren Bepaalde pagina's op voorzijde van papier afdrukken...
  • Pagina 15 Afdrukken op dit type papier Transparanten Enveloppen Bepaalde pagina's op ander De afbeelding 180 graden papier afdrukken draaien...
  • Pagina 16 Tekst of een afbeelding toevoegen Een watermerk aan de Een afbeelding over de afdrukgegevens toevoegen afdrukgegevens plakken Een vaste vorm over de afdrukgegevens plakken...
  • Pagina 17 Andere handige functies Formaat of afdrukstand van de afdrukgegevens corrigeren Afdrukbeeld vergroten of verkleinen Een gespiegelde afbeelding afdrukken Veiligheid is van belang Vertrouwelijk afdrukken Een versleuteld PDF-bestand afdrukken Functies voor specifieke doeleinden Een 'kopiefactuur' afdrukken Een grote poster maken Handige functies Prioriteit geven aan een afdrukopdracht Veel gebruikte afdrukinstellingen opslaan Een afdrukopdracht opslaan...
  • Pagina 18 EEN FAX VERZENDEN Besparen Dit type document Verzending naar de verkeerde Zend een duidelijk verzenden bestemming voorkomen document Werk besparen Veiligheid is van belang Andere handige functies...
  • Pagina 19 Besparen Verzend als het laagste Controleer ontvangen tarief geldt gegevens vóór het afdrukken Geef een verzending door via een bijkantoor...
  • Pagina 20 Dit type document verzenden Meer originelen dan in één Dikke originelen (aan de randen verschijnen schaduwen) keer geladen kunnen worden Originelen van verschillend Aan beide zijden bedrukt formaat origineel Identiteitskaart of andere kaart...
  • Pagina 21 Verzending naar de verkeerde bestemming voorkomen Controleer de bestemming Controleer het resultaat nogmaals voor verzending van de verzending Controleer het logboek van vorige verzendingen...
  • Pagina 22 Zend een duidelijk document Pas de belichting aan Pas de kwaliteit van de afbeelding aan Geef het formaat op vóór Zonder schaduwen aan de verzending randen verzenden...
  • Pagina 23 Werk besparen Veel gebruikte instellingen Naar meerdere opslaan bestemmingen verzenden X X X X - 6 7 8 9 X X X X - 6 7 8 9 X X X X - 9 8 7 4 X X X X - 9 8 7 4 Het verzendlogboek Gemakkelijk een adres X X X X - 4 5 6 7...
  • Pagina 24 Veiligheid is van belang Controleer de bestemming Vertrouwelijk verzenden nogmaals voor verzending Ontvangst van een Afdrukbeveiligde document van een ontvangstgegevens zendende machine starten Een document op verzoek van een andere machine verzenden...
  • Pagina 25 Andere handige functies Handige beheerfuncties Een ontvangen fax naar een netwerkadres doorsturen Een adressenlijst afdrukken Handige functies Een verzendbestemming selecteren uit een globaal adresboek Prioriteit geven aan een verzending Een telefoontoestel gebruiken...
  • Pagina 26 EEN AFBEELDING SCANNEN / EEN INTERNETFAX VERZENDEN Een duidelijke Dit type document Verzending naar de verkeerde Een kleiner afbeelding verzenden verzenden bestemming voorkomen bestand verzenden Werk besparen Scannen van computer Andere handige functies...
  • Pagina 27 Een duidelijke afbeelding verzenden Het contrast of de De resolutie aanpassen beeldkwaliteit aanpassen vóór verzending Zonder schaduwen aan de De achtergrond van een verzonden randen verzenden document onderdrukken...
  • Pagina 28 Dit type document verzenden Meer originelen dan in één Dikke originelen (aan de randen verschijnen schaduwen) keer geladen kunnen worden Originelen van verschillend Aan beide zijden bedrukt formaat origineel Origineel met achtergrond...
  • Pagina 29 Verzending naar de verkeerde bestemming voorkomen Controleer het resultaat Controleer het logboek van van de verzending vorige verzendingen...
  • Pagina 30 Een kleiner bestand verzenden Met een lagere resolutie Een bestand comprimeren verzenden vóór verzending Een afbeelding verkleinen Een afbeelding in zwart-wit vóór verzending verzenden Identiteitskaart of andere kaart...
  • Pagina 31 Werk besparen Veel gebruikte instellingen Naar meerdere opslaan bestemmingen verzenden a a a @ a a . a a . c a a a @ a a . a a . c o b b b @ b b . b b . b b b @ b b .
  • Pagina 32 Andere handige functies Handige beheerfuncties Een ontvangen fax naar een netwerkadres doorsturen Een lijst verzendbestemmingen afdrukken Handige functies Een verzendbestemming selecteren uit een globaal adresboek Op een specifiek tijdstip verzenden Prioriteit geven aan een verzending In USB-geheugenmodus verzenden...
  • Pagina 33 EEN OPDRACHT OPSLAAN EN LATER OPNIEUW GEBRUIKEN Een bestand Mijn bestanden Een belangrijk Een groep bestanden zoeken ordenen document opslaan afdrukken...
  • Pagina 34 Een bestand zoeken Een bestand zoeken met Zoeken door de inhoud van een trefwoord bestanden te controleren...
  • Pagina 35 Mijn bestanden ordenen Een bestand verwijderen Alle bestanden verwijderen Regelmatig bestanden Van map wisselen verwijderen...
  • Pagina 36 DE MACHINE ONDERHOUDEN De toneropvangbak De machine Een tonercartridge vervangen schoonmaken vervangen...
  • Pagina 37 De machine schoonmaken De glasplaat en de automatische documentinvoereenheid De hoofdlader van de schoonmaken fotogeleidende drum schoonmaken De aanvoerrol van de De aanvoerrol van de originelen schoonmaken handinvoer schoonmaken De lasereenheid schoonmaken...
  • Pagina 38 OVER DE BEDIENINGSHANDLEIDING U kunt op twee manieren naar een onderwerp zoeken in deze handleiding: u kunt een menu "Ik wil..." gebruiken, of de normale inhoudsopgave. Bij de volgende uitleg wordt uitgegaan van het gebruik van Adobe Reader 8.0. (Sommige knoppen worden niet weergegeven in de standaardstatus.) Terug naar de eerste pagina ( Terug naar de laatst weergegeven pagina (...
  • Pagina 39 DE HANDLEIDING GEBRUIKEN Klik op een van onderstaande knoppen om naar de pagina te gaan die u wil weergeven. (1) (2) (3) VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt.
  • Pagina 40 MET HET APPARAAT MEEGELEVERDE HANDLEIDINGEN Handleidingen in PDF-indeling (deze handleiding) De handleidingen in PDF-indeling bieden uitgebreide beschrijvingen van procedures voor gebruik van de machine in elke modus. Bekijk de PDF-handleidingen door ze te downloaden van de harde schijf van de machine. De procedure voor het downloaden van de handleidingen wordt beschreven in "Hoe u de Bedieningshandleiding leest"...
  • Pagina 41 • Behoudens voorzover wettelijk vereist kan SHARP niet aansprakelijk worden gesteld voor defecten die optreden gedurende het gebruik van het product of zijn opties, of defecten die het gevolg zijn van een onjuiste bediening van het product en zijn opties, of andere defecten, of voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van het product.
  • Pagina 42 • STATUSWEERGAVE....1-11 SHARP OSA ......1-41 •...
  • Pagina 43 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dit hoofdstuk biedt basisinformatie over het apparaat. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. ONDERDELEN EN FUNCTIES BUITENZIJDE (5) (6) Hendel Voorklep Grijp ze vast terwijl u de machine verplaatst. Open deze klep om een tonercartridge te vervangen.
  • Pagina 44 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT (10) (11) (12) USB-aansluiting (A-type) (11) Papierlade 2 (wanneer een papiertoevoer is geïnstalleerd)* Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed). Deze wordt gebruikt om een USB-toestel of een Hierin wordt papier geplaatst. ☞ USB-geheugen op het apparaat aan te sluiten. PAPIERLADE-INSTELLINGEN VOOR Gebruik een afgeschermd type USB-kabel.
  • Pagina 45 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT BINNENZIJDE (13) (14) (15) (17) (18) (19) (20) (16) (13) Tonercartridges (16) Toneropvangbak Deze bevat toner voor het afdrukken. Wanneer de toner Hierin wordt de overtollige toner die na het afdrukken is in de cartridge opraakt, dient de cartridge van de kleur overgebleven verzameld.
  • Pagina 46 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER EN GLASPLAAT Papierinvoerrol Origineeluitvoerlade Deze rol draait zodat het origineel automatisch wordt Na het scannen worden originelen naar deze lade ingevoerd. uitgevoerd. Klep origineelinvoergedeelte Scangedeelte Open deze klep om een vastgelopen origineel te Hier worden originelen gescand die in de automatische verwijderen of de papierinvoerrol te reinigen.
  • Pagina 47 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ZIJDE EN ACHTER USB-aansluiting (A-type) LAN-aansluiting Ondersteunt USB 2.0 (Hi-Speed). Sluit de LAN-kabel aan op deze aansluiting als het Deze wordt gebruikt om een USB-toestel of een apparaat binnen een netwerk wordt gebruikt. USB-geheugen op het apparaat aan te sluiten. Gebruik een afgeschermd type LAN-kabel.
  • Pagina 48 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT BEDIENINGSPANEEL Toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] ( Numerieke toetsen Druk op deze toets om het menuscherm voor de Deze toetsen worden gebruikt om het aantal kopieën, systeeminstellingen weer te geven. De faxnummers en andere cijfers in te voeren. Met deze systeeminstellingen worden gebruikt om de toetsen worden ook getalswaarden voor instellingen papierlade-instellingen te configureren, adressen voor...
  • Pagina 49 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) (10) Toets [LOGOUT] ( (14) Toets [AAN] ( Druk op deze toets om uit te loggen als u hebt ingelogd Druk op deze toets om de voeding van het apparaat in of om het apparaat te gebruiken.
  • Pagina 50 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AANRAAKSCHERM Dit gedeelte legt het gebruik van het aanraakpaneel uit. Op het aanraakscherm worden meldingen en toetsen weergegeven waarmee u verschillende bewerkingen kunt uitvoeren. Toets [OPDRACHT STATUS] ( Toets [BEGIN] ( Toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] ( Scherm •...
  • Pagina 51 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Voorbeeld 2 Voorbeeld 3 Spec. Functies Spec. Functies DW2950 Annuleren Kantlijnverschuiving Kantlijn Omlaag Wissen Inbindkopie Verschuiving Transparant- Opdracht Rechts Multishot Links Zijde 1 Zijde 2 Samenstel. Insteekvellen (0~20) (0~20) ID Kaart Scannen Kaart Formaat Kopiëren adreskaart Kleur- Stempel...
  • Pagina 52 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT STATUSWEERGAVE Als het basisscherm van een functie verschijnt, wordt aan de rechterkant van het aanraakscherm de machinestatus weergegeven. De getoonde informatie wordt hieronder uitgelegd. Voorbeeld: Basisscherm van de kopierfunctie Bezig met kopieren vanaf lade 1. Opdracht Status Opdracht Status Onderbreken...
  • Pagina 53 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SYSTEEMBALK De systeembalk verschijnt onderaan het aanraakscherm. Hieronder wordt uitleg gegeven over de items in de systeembalk. MFP-status Kleurmodus Spec. Functies 020/015 Meerkleuren Dubbelz. Kopie Kopieren Normaal Uitvoer 020/015 Belichting Wachten Auto Bestand 020/015 Snelbestand Wachten Kopieerfactor Origineel...
  • Pagina 54 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Dit verschijnt wanneer de gegevensbeveiligingskit wordt gebruikt. Dit pictogram verschijnt wanneer de machine wordt verbonden met externe toepassingen. Dit wordt weergegeven wanneer de IC-kaartlezer is aangesloten. Dit wordt weergegeven wanneer de IC-kaartlezer met het apparaat communiceert.
  • Pagina 55 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN Het apparaat is voorzien van twee voedingsschakelaars. De hoofdvoedingsschakelaar bevindt zich linkerzijde. De andere voedingsschakelaar is de toets [AAN] ( ) op het bedieningspaneel. Hoofdvoedingsschakelaar Toets [AAN] Als de hoofdvoedingsschakelaar is ingeschakeld, brandt de hoofdvoedingsindicator op het bedieningspaneel.
  • Pagina 56 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ENERGIEBESPARENDE FUNCTIES Dit product heeft de volgende energiebesparende functies, die helpen bij de instandhouding van natuurlijke energiebronnen en bij het reduceren van milieuvervuiling. Eco-scaninstelling Andere functies dan afdrukken, zoals de functies voor beelden verzenden en documentarchivering, kunnen worden uitgevoerd terwijl de fuseereenheid op Uit blijft staan.
  • Pagina 57 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT GEBRUIKERSAUTHENTICATIE Met gebruikersauthenticatie wordt het gebruik van de machine beperkt tot gebruikers die geregistreerd zijn. De functies die iedere gebruiker mag gebruiken, kunnen worden opgegeven, zodat de machine kan worden aangepast aan de behoeften van uw werkplek. Wanneer de beheerder van de machine de gebruikersauthenticatie heeft inschakeld, moet elke gebruiker inloggen om de machine te gebruiken.
  • Pagina 58 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Druk op [OK]. Gebruikersauthenticatie Nadat het ingevoerde gebruikersnummer is geauthenticeerd, wordt kort het aantallenscherm weergegeven. Gebruiksstatus: gebr./resterende pag. Zwart/wit : 87,654,321/12,345,678 Meerkleuren: 87,654,321/12,345,678 Tweekleuren: 87,654,321/12,345,678 Enkelkleurs: 87,654,321/12,345,678 Aanm. beheer. Het aantal resterende pagina's verschijnt wanneer paginalimieten zijn ingesteld in "Lijst van paginalimietgroepen"...
  • Pagina 59 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT AUTHENTICATIE OP BASIS VAN LOGINNAAM / WACHTWOORD Volg de onderstaande procedure om in te loggen met een van de beheerder van het apparaat of de beheerder van de LDAP-server ontvangen loginnaam of wachtwoord. Gebruikersauthenticatie Gebruikersnaam Gebruik.Naam Wachtwoord Auth.
  • Pagina 60 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Druk op de toets [Wachtwoord]. Gebruikersauthenticatie Er verschijnt een tekstinvoerscherm voor het invoeren van het wachtwoord. Gebruikersnaam Voer uw wachtwoord in zoals opgeslagen onder Gebruik.Naam User 0001 "Gebruikerslijst" in de systeeminstellingen (beheerder). Wachtwoord Auth. om: Lokaal aanmelden Als u inlogt op een LDAP-server, voer dan het wachtwoord in dat is opgeslagen bij uw loginnaam voor de LDAP-server.
  • Pagina 61 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Druk op [OK]. Gebruikersauthenticatie Nadat de ingevoerde loginnaam en het ingevoerde wachtwoord zijn geauthenticeerd, wordt kort het aantallenscherm weergegeven. Gebruikersnaam Gebruik.Naam User 0001 Gebruiksstatus: gebr./resterende pag. Wachtwoord Zwart/wit : 87,654,321/12,345,678 Meerkleuren: 87,654,321/12,345,678 Auth. om: Lokaal aanmelden Tweekleuren: 87,654,321/12,345,678 Enkelkleurs:...
  • Pagina 62 Modustoetsen Titel Gebruik deze toetsen om tussen de functies kopieren, Dit geeft de titel van het scherm mijn menu weer. beeld verzenden, documentarchivering en Sharp OSA te Sneltoets schakelen. Toetsnamen en afbeeldingen kunnen worden Een geregistreerde functie verschijnt als sneltoets.
  • Pagina 63 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT EXTERNE BEDIENING VAN DE MACHINE Met de functie externe bediening kunt u de machine vanuit uw computer bedienen. Als deze functie is toegevoegd, verschijnt hetzelfde scherm als het bedieningspaneelscherm op uw computer. Daarmee kunt u de machine vanaf uw computer op dezelfde manier bedienen alsof u voor de machine staat.
  • Pagina 64 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT OPGESLAGEN ITEMS IN HET OPDRACHTLOGBOEK De machine slaat de uitgevoerde opdrachten op in het opdrachtlogboek. De belangrijkste informatie die wordt opgeslagen in het opdrachtlogboek wordt hieronder beschreven. • Om het tellen van de totale gebruiksaantallen van apparaten met een verschillende configuratie te vereenvoudigen, worden de in het opdrachtlogboek opgeslagen items vastgelegd, ongeacht geïnstalleerde randapparatuur en de reden van de opslag.
  • Pagina 65 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Itemnaam Beschrijving Belangrijkste items Aantal gereserveerde Aantal opgegeven sets voor gereserveerde bestemmingen. sets Aantal voltooide sets Aantal voltooide sets of aantal bestemmingen waarnaar de verzending met succes is voltooid. Aantal gereserveerde Aantal gereserveerde origineelpagina's van een kopieeropdracht, pagina's afdrukopdracht, scanopdracht of andere opdracht.
  • Pagina 66 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Itemnaam Beschrijving Gedetailleerde items Formaat Origineel Formaat van een gescand origineel. Voor een afdrukopdracht met document archiveren is dit het papierformaat van het bestand. Origineeltype Origineeltype (tekst, afgedrukte foto enz.) dat is ingesteld in het scherm met belichtingsinstellingen.
  • Pagina 67 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIER LADEN BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER Dit hoofdstuk bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u papier in de papierladen laadt. Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u papier laadt. NAAM EN PLAATS VAN DE LADEN De benaming van de laden is als volgt: Handinvoerlade Papierlade 1...
  • Pagina 68 • SHARP standaard normaal papier (80 g/m (21 lbs.)). Raadpleeg de specificaties in de Verkorte installatiehandleiding voor papierspecificaties. • Ander normaal papier dan SHARP standaard papier (60 g/m tot 105 g/m (16 lbs. tot 28 lbs.)) Gerecycled paper, gekleurd paper, reeds geperforeerd paper, voorbedrukt papier en briefpapier moeten voldoen aan dezelfde specificaties als normaal papier.
  • Pagina 69 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Afdrukzijde naar boven of naar beneden Papier wordt geladen met de afdrukzijde naar boven of naar beneden afhankelijk van het papiertype en de lade. De stand waarin geperforeerd papier, briefpapier en voorbedrukt papier wordt geladen, is anders dan die van ander papier.
  • Pagina 70 • De beeldkwaliteit en geschiktheid voor fusing van het papier wisselt mogelijk naargelang de omgeving, bedrijfssituatie en papiereigenschappen. De afbeeldingkwaliteit is dan minder dan u zou verkrijgen op SHARP standaardpapier. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger als u advies wilt over het gebruik van deze soorten papier.
  • Pagina 71 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIERLADE-INSTELLINGEN VOOR PAPIERLADE 1 TOT 2 PAPIER LADEN EN PAPIERFORMAAT WIJZIGEN Er kan maximaal 250 vel papier van formaat A5 tot A4(5-1/2" x 8-1/2" to 8-1/2" x 11") in lade 1 worden geladen. Er kan maximaal 500 vel papier van formaat A5 tot A4(5-1/2" x 8-1/2" to 8-1/2" x 11") in lade 2 worden geladen. Trek de papierlade naar buiten.
  • Pagina 72 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Plaats papier in de lade. Lijn op de • Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven. Zorg dat de geleider stapel papier recht is voordat u het papier plaatst. • Plaats het papier onder de rol aan de rechterzijde van de lade.
  • Pagina 73 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT PAPIER LADEN IN DE HANDINVOERLADE De handinvoer kan worden gebruikt voor het afdrukken op gewoon papier, enveloppen, etikettenvellen en andere speciale media. Er kunnen maximaal 50 vellen papier worden geladen (maximaal 20 vellen zwaar papier) voor ononderbroken afdrukken zoals met de andere laden.
  • Pagina 74 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Stop het papier (afdrukzijde naar beneden) helemaal in de handinvoer. Om papierstoringen te voorkomen, moet u nogmaals controleren of de papiergeleiders zijn aangepast aan de breedte van het papier. Let op Nadat een envelop is ingevoerd, moet u de hendels van de samenvoegeenheid (2 plaatsen) naar beneden duwen en op hun oorspronkelijke plaats brengen.
  • Pagina 75 BELANGRIJKE WENKEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE HANDINVOERLADE • Bij het gebruik van ander gewoon papier dan het SHARP-standaardpapier of andere speciale media dan de door SHARP aanbevolen transparanten, of wanneer u afdrukt op de achterkant van eerder gebruikt papier, moet het papier met één vel tegelijk worden geladen.
  • Pagina 76 • Druk niet op beide zijden van een envelop af. Dit kan leiden tot vastlopen van het apparaat of een slechte afdrukkwaliteit. • Voor sommige typen enveloppen gelden beperkingen. Neem voor meer informatie contact op met een SHARP-onderhoudstechnicus. • In sommige bedieningsomgevingen kunnen smeren, strepen, vastlopen van het papier, slechte tonerfusing of apparaatstoringen optreden.
  • Pagina 77 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ORIGINELEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische origineelinvoer en op de glasplaat plaatst. HET ORIGINEEL PLAATSEN ORIGINELEN IN DE AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER PLAATSEN In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u originelen in de automatische origineelinvoer plaatst. Toegestane formaten voor originelen Minimaal formaat origineel Maximaal formaat origineel...
  • Pagina 78 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Stel de origineelgeleiders af op de breedte van de originelen. Open de verlenglade in de originelenuitvoer. Plaats het origineel. Let erop dat de randen van de originelen gelijk liggen. Indicator Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven line helemaal in de lade van de origineelinvoer.
  • Pagina 79 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT HET ORIGINEEL OP DE GLASPLAAT PLAATSEN In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een origineel op de glasplaat plaatst. Toegestane formaten voor originelen Als het origineel van niet-standaardformaat is, zie dan Maximaal formaat origineel de betreffende onderstaande uitleg voor de door u gebruikte functie.
  • Pagina 80 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Sluit de automatische origineelinvoer. Nadat u het origineel op zijn plaats hebt gelegd, moet u de automatische origineelinvoer sluiten. Als die open blijft, zullen de delen die buiten het origineel vallen zwart worden gekopieerd, waardoor te veel toner zou worden verbruikt. Let op •...
  • Pagina 81 RANDAPPARATUUR In dit gedeelte wordt de randapparatuur beschreven die samen met het apparaat kan worden gebruikt en wordt het gebruik uitgelegd van de afwerkingeenheid en de Sharp OSA (applicatie-communicatiemodule en module voor externe accounts). RANDAPPARATUUR Het apparaat kan worden voorzien van randapparatuur voor extra functionaliteit.
  • Pagina 82 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT SHARP OSA Sharp OSA (Open Systems Architecture) is een standaard die het mogelijk maakt om informatie te delen en te distribueren op een dusdanig geavanceerde wijze zoals voorheen niet mogelijk was op een digitale multifunctionele machine zelf.
  • Pagina 83 Wanneer het selectievakje [Authenticatie door externe server inschakelen] wordt geselecteerd in "Instellingen extern account" van "Sharp OSA-instellingen" in de systeeminstellingen (beheerder), gaat de machine de externe authenticatiemodus in. Als de machine wordt aangezet in externe authenticatiemodus, opent de machine de externe account-applicatie en verschijnt het inlogscherm. Het inlogscherm verschijnt ook als op de toets [OPROEP] wordt gedrukt om een voltooide opdracht uit het opdrachtstatusscherm uit te voeren.
  • Pagina 84 UITSCHAKELEN" (pagina 1-14). Externe telmodus Wanneer enkel de instelling [Extern accountbeheer] wordt ingeschakeld in "Instellingen extern account" van "Sharp OSA-instellingen" in de systeeminstellingen (beheerder), gaat de machine de externe telmodus in. Anders dan bij de externe authenticatiemodus, wordt het inlogscherm van de externe account-applicatie niet weergegeven als de machine in de externe telmodus wordt gestart.
  • Pagina 85 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT ONDERHOUD In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het apparaat reinigt en hoe u de tonercartridges of toneropvangbak vervangt. REGELMATIG ONDERHOUD Om te waarborgen dat het apparaat optimale prestaties levert, moet het regelmatig worden gereinigd. Waarschuwing Gebruik geen ontvlambare sprays voor het reinigen van het apparaat.
  • Pagina 86 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE TONERKANALEN VAN DE FOTOGELEIDENDE DRUM REINIGEN Als u zwarte of gekleurde strepen ziet nadat u de glasplaat en de automatische origineelinvoer hebt gereinigd, dan moet u de tonerkanalen reinigen. Procedure: "DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN" (pagina 1-49), maak de tonerafvalbak los.
  • Pagina 87 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE INVOERROL VAN DE HANDINVOERLADE REINIGEN Als het papier vaak vastloopt bij het laden van enveloppen of zwaar papier via de handinvoer, veeg dan het oppervlak van de invoerrol schoon met een schone zachte doek die is bevochtigd met water of een mild reinigingsmiddel. Papierdoorvoerrol DE INVOERROL VAN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOER REINIGEN...
  • Pagina 88 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE LASEREENHEID REINIGEN Wanneer de lasereenheid in de machine vies wordt, kunnen lijnpatronen (gekleurde lijnen) zichtbaar worden op de afdruk. Lijnen (gekleurde strepen) identificeren die zijn veroorzaakt door een vieze lasereenheid. Volg de onderstaande procedure om de lasereenheid te reinigen als u de bovenstaande problemen ondervindt. Schakel de hoofschakelaar uit.
  • Pagina 89 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Herhaal stap 4 om alle openingen van de lasereenheid te reinigen (4 openingen). In totaal heeft de lasereenheid vier openingen om te reinigen, inclusief de opening die u in stap 4 hebt gereinigd. Maak alle openingen schoon.
  • Pagina 90 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE TONERCARTRIDGES VERVANGEN Let erop dat u de tonercartridge vervangt zodra de melding "Vervang de tonercartridge." verschijnt. In kopieermodus Gereed voor scannen kopie. Als u de machine blijft gebruiken zonder de cartridge te vervangen, verschijnt het volgende bericht zodra de toner op is.
  • Pagina 91 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Open de voorplaat. Druk op de beide uiteinden van de voorplaat en open deze. Locatie van kleurentonercartridges (A): Geel (B): Magenta (C): Cyaan (D): Zwart Pak de handgreep aan de boven- en onderkant van de tonercartridge en trek de tonercartridge naar buiten.
  • Pagina 92 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Druk de tonercartridge in het midden aan totdat de cartridge vastklikt. Sluit de afdekplaat. De melding verdwijnt en u kunt afdrukken. • Het is mogelijk dat zelfs na het plaatsen van een nieuwe tonercartridge de melding dat het afdrukken niet kan worden hervat, nog altijd verschijnt (toner wordt niet voldoende toegevoerd).
  • Pagina 93 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT DE TONEROPVANGBAK VERVANGEN De toneropvangbak vangt het teveel aan toner op dat vrijkomt bij het afdrukken. Als de toneropvangbak vol raakt, wordt het bericht "Vervang opvangbak gebruikte toner" weergegeven. Volg de onderstaande procedure om de toneropvangbak te vervangen.
  • Pagina 94 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT Plaats een nieuwe toneropvangbak. Druk de toneropvangbak helemaal naar binnen. Sluit de voorklep. U kunt de voorklep niet sluiten wanneer de toneropvangbak niet aangesloten is. Breng lade 1 weer aan. Let op • Gooi de toneropvangbak niet in het vuur. Er kan toner rondspatten die brandwonden kan veroorzaken. •...
  • Pagina 95 VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT TEKST INVOEREN In dit gedeelte wordt de werking van het tekstinvoerscherm uitgelegd. FUNCTIES VAN DE BELANGRIJKSTE TOETSEN Toets Beschrijving Hiermee wordt het tekstinvoerscherm gewisseld van het scherm voor kleine letters naar het scherm voor Caps hoofdletters.
  • Pagina 96 De indeling van de toetsen in het tekstinvoerscherm in het aanraakscherm verschilt enigszins van de indeling van de toetsen op het externe toetsenbord. Gebruik een door SHARP aanbevolen extern toetsenbord. Neem contact op met uw leverancier of dichtstbijzijnde erkende servicevertegenwoordiger voor de aanbevolen toetsenborden.
  • Pagina 97 HOOFDSTUK 2 KOPIEERMACHINE In dit hoofdstuk vindt u uitgebreide uitleg over de procedures voor het gebruik van de kopieerfunctie. UITVOER ....... . 2-32 VOORDAT U DE MACHINE ALS •...
  • Pagina 98 KOPIEERMACHINE TOETS [Beeld bewerken] ....2-79 HANDIGE KOPIEERFUNCTIES • FOTO'S HERHALEN OP EEN KOPIE EEN KOPIEERSESSIE ONDERBREKEN (Foto herhalen) ......2-80 (kopiëren onderbreken) .
  • Pagina 99 KOPIEERMACHINE VOORDAT U DE MACHINE ALS KOPIEERMACHINE GEBRUIKT Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een kopieermachine gebruikt. BASISSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE Druk op de toets [KOPIEREN] om het basisscherm van de kopieermodus te openen. Het basisscherm geeft berichten en toetsen voor het kopiëren weer en instellingen die zijn geselecteerd.
  • Pagina 100 KOPIEERMACHINE Weergave Papierformaat (14) Aangepaste toetsen Deze laat zien welk formaat papier er is geladen in elke lade. U kunt de toetsen die hier verschijnen wijzigen, zodat ze Voor de handinvoerlade verschijnt de papiersoort boven instellingen of functies van uw voorkeur aangeven. De het papierformaat.
  • Pagina 101 KOPIEERMACHINE Aangepaste toetsen tonen Speciale functietoetsen en andere toetsen kunnen worden weergegeven in het basisscherm. Door vaak gebruikte functies aan deze toetsen toe te kennen, beschikt u met één druk op de toets over deze functies. U kunt "Toetsinstelling aanpassen" op de webpagina's gebruiken om de functie die aan een toets is toegekend te veranderen. Wanneer "Wissen", "Kantlijn Verschuiving"...
  • Pagina 102 KOPIEERMACHINE KOPIEERPROCEDURE Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het kopiëren. Selecteer instellingen in de onderstaande volgorde, zodat het kopiëren soepel verloopt. Zie de uitleg over elke instelling in dit hoofdstuk voor uitgebreide procedures voor het selecteren van instellingen. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de invoerlade van de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
  • Pagina 103 KOPIEERMACHINE Uitvoerinstellingen Selecteer de kopieeruitvoerinstellingen. Uitvoer De hoofdinstellingen zijn de volgende: ☞ • Sorteerfunctie Sorteerfunctie (pagina 2-33) ☞ • Groepeerfunctie Groepeerfunctie (pagina 2-33) Sorteren Nieten Vouwen Groep Instellingen speciale functies Selecteer speciale functies zoals "Kantlijn Verschuiving" en Spec. Functies "Wissen". ☞...
  • Pagina 104 KOPIEERMACHINE • Indien een of meer speciale functies zijn geselecteerd, verschijnt de toets in het basisscherm. Druk op de toets om een lijst van de geselecteerde speciale functies weer te geven. Zo kunt u controleren welke speciale functies zijn geselecteerd en welke instellingen daarvoor gelden. ☞...
  • Pagina 105 KOPIEERMACHINE ORIGINELEN FORMAAT ORIGINEEL CONTROLEREN Wanneer [Auto] verschijnt in de toets [Origineel], wordt het formaat van het geplaatste origineel automatisch herkend. Bij plaatsing van het origineel wordt het formaat automatisch door de machine waargenomen en wordt het formaat weergegeven in de toets [Origineel] op het basisscherm. Voorbeeld van basisscherm Het origineelformaat wordt weergegeven.
  • Pagina 106 KOPIEERMACHINE PAPIERLADEN De machine is ingesteld om automatisch een lade te selecteren die hetzelfde papierformaat heeft als het formaat van het geplaatste origineel (automatische papierladeselectie). U kunt de papierlade handmatig selecteren als het juiste papierformaat niet is geselecteerd of als u het papierformaat wilt wijzigen. Druk op de toets [Papierformaat].
  • Pagina 107 KOPIEERMACHINE BASISPROCEDURE OM KOPIEËN TE MAKEN In dit gedeelte worden de basisprocedures uitgelegd voor het maken van kopieën, inclusief de keuze van de kopieerfactor en andere kopieerinstellingen. KOPIEËN MAKEN KOPIEËN MAKEN MET DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kopieën maakt (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) met de automatische documentinvoer.
  • Pagina 108 KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Spec. Functies Dubbelz. Kopie Normaal • U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen. • U kunt één kopie maken, ook al verschijnt "1" voor het aantal kopieën. Als het aantal kopieën niet juist is ingesteld... Druk op de toets [WISSEN] ( ) en voer het juiste aantal in.
  • Pagina 109 KOPIEERMACHINE EEN KOPIE MAKEN MET DE GLASPLAAT Als u een kopie wilt maken van een boek of ander dik origineel dat niet met de automatische documentinvoer gescand kan worden, opent u de automatische documentinvoer en plaatst u het origineel op de glasplaat. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een kopie maakt (1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen) met de glasplaat.
  • Pagina 110 KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Spec. Functies Dubbelz. Kopie Normaal U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen. Als het aantal kopieën niet juist is ingesteld... Druk op de toets [WISSEN] ( ) en voer het juiste aantal in. Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT].
  • Pagina 111 KOPIEERMACHINE AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN 2-ZIJDIGE KOPIEËN MAKEN MET DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOEREENHEID Originelen Kopieën Originelen Originelen Kopieën Kopieën Automatisch 2-zijdig kopiëren van Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdig kopiëren van 2-zijdige 1-zijdige originelen 2-zijdige originelen originelen Als u op beide zijden van een vel kopieert, bespaart u papier. Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de origineelinvoerlade met Indicator...
  • Pagina 112 KOPIEERMACHINE Controleer het te gebruiken papier en de kleurmodus. Kleurmodus Spec. Functies Zorg ervoor dat het gewenste papier (en papierlade) en Meerkleuren Dubbelz. Kopie Normaal kleurmodus zijn geselecteerd. Normaal • Raak de toets [Origineel] aan om het formaat van het Uitvoer Belichting origineel te wijzigen.
  • Pagina 113 KOPIEERMACHINE AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN MET DE GLASPLAAT Originelen Kopieë Automatisch 2-zijdig kopiëren van 1-zijdige originelen Open de automatische documentinvoer, plaats het origineel met de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en sluit de origineelinvoer voorzichtig. Schaalaanduiding van de glasplaat merkteken A5 (5-1/2"...
  • Pagina 114 KOPIEERMACHINE Selecteer de modus 2-zijdig kopiëren. (1) Druk op de toets [1-zijdig naar 2-zijdig]. 2-Zijdige Kopie (2) Druk op de toets [OK]. Inbinden Veranderen U kunt de toetsen [2-zijdig naar 2-zijdig] en [2-zijdig naar 1-zijdig] niet gebruiken wanneer u kopieert vanaf de glasplaat. Controleer het te gebruiken papier en de Kleurmodus Spec.
  • Pagina 115 KOPIEERMACHINE Druk op [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Lezen Klaar Als u het scannen van het origineel en het kopiëren wilt annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Systeeminstellingen (Beheerder): Instellingen Oorspronkelijke Status (2-Zijdige Kopie) De standaard 2-zijdig kopieerfunctie kan worden gewijzigd.
  • Pagina 116 KOPIEERMACHINE KLEURKOPIEERFUNCTIES De kleurmodus van de toets [STARTEN KLEUR] is normaal gezien ingesteld op [Meerkleuren], zodat het kopiëren plaatsvindt in de full colour-modus als de toets [STARTEN KLEUR] wordt ingedrukt. Stel de kleurmodus in op [Automatisch] als originelen in kleur zijn samengevoegd met originelen in zwart-wit om de kleurmodus voor elk origineel op de juiste manier te wijzigen.
  • Pagina 117 KOPIEERMACHINE Kopiëren in enkele kleur selecteren Wanneer u [Enkele Kleur] hebt geselecteerd als kleurenmodus verschijnt het volgende scherm. Druk op de gewenste kleur en druk vervolgens op [OK]. Kleurmodus Enkele Kleur B (blauw) R (rood) G (groen) G (geel) C (cyaan) M (magenta) Kopiëren in twee kleuren selecteren Wanneer u [2 kleuren] hebt geselecteerd als kleurenmodus verschijnt het volgende scherm.
  • Pagina 118 KOPIEERMACHINE DE BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN U kunt het belichtingsniveau en het type origineel beeld selecteren, zodat u een duidelijke kopie krijgt. BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD AUTOMATISCH AANPASSEN Standaard worden het belichtingsniveau en het origineeltype automatisch aangepast aan het origineel dat u kopieert. ("Auto"...
  • Pagina 119 KOPIEERMACHINE Pas het belichtingsniveau aan. Belichting Druk op de toets om de kopie donkerder te maken. Auto Druk op de toets om de kopie lichter te maken. Handmatig Type Origineel Beeld • Een kopie of afgedrukte pagina als origineel gebruiken Tekst/ Tekst/Foto Tekst...
  • Pagina 120 KOPIEERMACHINE VERGROTEN/VERKLEINEN/ZOOM KOPIEERFACTOR AUTOMATISCH SELECTEREN (Auto Image) In dit gedeelte wordt de functie kopieerfactor automatisch selecteren (Auto Image) uitgelegd. Hiermee wordt automatisch de kopieerfactor geselecteerd die overeenkomt met het papierformaat. De toets [Auto Image] verschijnt in het basisscherm van de kopieermodus als de papierlade handmatig wordt verwisseld.
  • Pagina 121 KOPIEERMACHINE KOPIEERFACTOR HANDMATIG SELECTEREN (Vaste kopieerfactor/Zoom) Druk op [Kopieerfactor] in het basisscherm van de kopieermodus om een van de vijf vooraf ingestelde vergrootfactoren of vijf vooraf ingestelde verkleiningsfactoren (maximum 400%, minimum 25%) te selecteren. Bovendien kunt u met de zoomtoetsen elke kopieerfactor tussen 25% en 400% selecteren in stappen van 1%. Stel de kopieerfactor in.
  • Pagina 122 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [OK]. K o p i e e r f a c t o r o p y R a t i o Nadat u op [OK] hebt gedrukt, controleert u of een papierformaat is geselecteerd dat geschikt is voor die 7 0 % 1 1 5 % kopieerfactor.
  • Pagina 123 KOPIEERMACHINE DE LENGTE EN BREEDTE AFZONDERLIJK VERGROTEN/VERKLEINEN (X-y zoom) Met de functie X-y zoom kunt u de horizontale en verticale kopieerfactor afzonderlijk wijzigen. Zowel de horizontale als de verticale kopieerfactor kunt u in stappen van 1% instellen tussen 25% en 400%. Druk op [Kopieerfactor] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen.
  • Pagina 124 KOPIEERMACHINE FORMATEN ORIGINEEL FORMAAT ORIGINEEL OPGEVEN Als het origineel geen standaardformaat heeft, of als u het scanformaat wilt wijzigen, geef het scanformaat van het origineel dan handmatig op. Druk op [Origineel] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen. Het origineelformaat opgeven met het inchsysteem (1) Druk op de juiste toets voor het origineelformaat.
  • Pagina 125 KOPIEERMACHINE Voer het formaat van het origineel in. (1), (2) (1) Geef de X (horizontale) afmeting van het origineel op. Original O r i g i n e e l Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) om een Size Input I n v o e r F o r m a a t A n n u l e r e n cijferinvoerscherm te openen.
  • Pagina 126 KOPIEERMACHINE Sla het formaat van het origineel op. Origineel Aangepast Form (1) Druk op de tab [Opslaan/Verwijderen]. (2) Druk op een toets om een aangepast X254 Y210 formaat op te slaan. Druk op een toets die geen formaat aangeeft Oproepen Opslaan/Verwijderen Als u een eerder opgeslagen toets wilt bewerken of wissen...
  • Pagina 127 KOPIEERMACHINE Een opgeslagen origineelformaat oproepen Druk op [Origineel] in het basisscherm van de kopieermodus en volg de onderstaande stappen om een opgeslagen origineelformaat op te roepen. Druk op de toets [Aangepast Form]. Originál Origineel 216x343 216x340 216x330 Palec Inch 216x340 216x343 Vlast.
  • Pagina 128 KOPIEERMACHINE UITVOER Als u uitvoerfuncties en de uitvoerlade wilt selecteren, drukt u op de toets [Uitvoer] in het basisscherm van de kopieermodus. U kunt de volgende uitvoerfuncties selecteren: sorteren, groeperen, staffelen, nietsorteren en perforeren. Bij de uitleg van de onderstaande instellingen wordt ervan uitgegaan dat er een afwerkingeenheid en een perforatiemodule geïnstalleerd zijn.
  • Pagina 129 KOPIEERMACHINE UITVOERFUNCTIES In dit gedeelte worden alle uitvoerfuncties uitgelegd. Sorteerfunctie Groepeerfunctie Hiermee sorteert u uitvoer tot sets. Met deze functie groepeert u kopieën per pagina. Voorbeeld: De uitvoer sorteren in 5 sets Voorbeeld: Groepen van 5 kopieën van elke pagina Originelen Uitvoer Originelen...
  • Pagina 130 KOPIEERMACHINE KOPIEËN MAKEN MET DE HANDINVOER Naast normaal papier kunt u met de handinvoer ook kopieën maken op transparanten, enveloppen, tabpapier en andere speciale media. Zie voor meer informatie over papier dat in de handinvoerlade kan worden geplaatst, "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
  • Pagina 131 KOPIEERMACHINE Controleer de instelling voor het Papierformaat papierformaat van de handinvoerlade. Papierlade Doorvoerlade Druk op de papierformaattoets als u de Normaal papier instelling moet wijzigen. Normaal papier 2. A4 Normaal papier Ga naar stap 7 als u het papierformaat en -type dat onder Normaal papier "Handinvoerlade"...
  • Pagina 132 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT]. Het scannen begint. • Als de originelen in de origineelinvoerlade zijn geplaatst, worden de originelen gekopieerd. • Als u de originelen op de glasplaat hebt geplaatst, wordt elke pagina afzonderlijk gescand. Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie gebruikt.
  • Pagina 133 KOPIEERMACHINE SPECIALE FUNCTIES Dit hoofdstuk geeft uitleg over Kantlijn Verschuiving, Wissen, Dubbelz. kopie en andere speciale functies. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm de toets [Spec. Functies] wordt ingedrukt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee schermen. Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen.
  • Pagina 134 KOPIEERMACHINE Menu voor speciale functies (tweede scherm) Spec. Functies Bestand Snelbestand Proefafdruk Origineel Aantal originelen gem. form. Toets [Bestand] Toets [Aantal originelen] ☞ Met deze toets kunt u een opdracht opslaan in een map HET AANTAL INGESCANDE ORIGINELE VELLEN van de documentarchiveringsfunctie. CONTROLEREN ALVORENS TE KOPIËREN (Aantal originelen) (pagina 2-99)
  • Pagina 135 KOPIEERMACHINE De toets [OK] en de toets [Annuleren] In sommige gevallen verschijnen er in de schermen voor speciale functies twee toetsen [OK] en één toets [Annuleren]. De toetsen worden op de volgende manier gebruikt: Speciál Režimy Spec. Functies Posunutí Tisku Kantlijnverschuiving Annuleren Zrušit...
  • Pagina 136 KOPIEERMACHINE MARGES TOEVOEGEN (kantlijnverschuiving) Met deze functie verschuift u de gekopieerde afbeelding naar rechts, links, omhoog of omlaag om de kantlijn aan te passen. Dit is handig wanneer u de kopieën wilt binden met een touwtje of in een band. Door de afbeelding naar rechts te verschuiven kunt u de kopieën aan de linkerrand binden met een touwtje.
  • Pagina 137 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT]. Het kopiëren begint. Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar].
  • Pagina 138 KOPIEERMACHINE RANDSCHADUWEN WISSEN (wissen) De functie Wissen wordt gebruikt om schaduwen te voorkomen die aan de randen van afbeeldingen kunnen optreden bij het kopiëren van dikke originelen of boeken. Als u een dik boek kopieert... Zonder de wisfunctie Met de wisfunctie Hier vormen zich schaduwranden Er verschijnen Er verschijnen geen...
  • Pagina 139 KOPIEERMACHINE Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. Speciál Režimy Spec. Functies Selecteer een van de vier posities. Mazání Wissen Annuleren Druk op de toets [Zijkant wissen] om het volgende scherm te openen. Vymazat Rand Rand Wissen Wissen Kraj Zijkant wissen Annuleren...
  • Pagina 140 KOPIEERMACHINE KOPIEËN MAKEN VOOR BOEKJE (Inbindkopie) Met deze functie kopieert u twee origineelpagina's op de voorkant en twee origineelpagina's op de achterkant van elk vel papier, zodat u de kopieën op de middellijn kunt vouwen tot een boekje. Deze functie is handig om kopieën te combineren tot een aantrekkelijk boekje of brochure. Inbindkopie met acht origineelpagina's Originelen Als boekje...
  • Pagina 141 KOPIEERMACHINE Selecteer de inbindkopie Spec. Functies kopieerinstellingen. Inbindkopie Annuleren (1) Druk op de toets [1-Zijdig] als het origineel 1-zijdig is. Druk op de toets [2-Zijdig] als het origineel 2-zijdig is. Origineel 1-Zijdig 2-Zijdig Links Rechts (2) Selecteer de inbindrand ([Rug Links] of Kaftinst.
  • Pagina 142 KOPIEERMACHINE EEN GROOT AANTAL ORIGINELEN TEGELIJK KOPIËREN (opdracht samenstellen) Als u een groot aantal originelen kopieert, kunt u met deze functie de originelen in sets verdelen om vervolgens elke set afzonderlijk in de automatische documentinvoerlade te plaatsen. Gebruik deze functie wanneer u alle originelen in één bestand wilt kopiëren, terwijl het aantal originelen groter is dan het maximale aantal dat in de invoerlade past.
  • Pagina 143 KOPIEERMACHINE Druk op [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT] om de eerste set originelen te scannen. Het scannen begint. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Plaats de volgende set originelen en druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT].
  • Pagina 144 KOPIEERMACHINE De kopieerinstellingen wijzigen voor elke set originelen De kopieerinstellingen (alleen Belichting, Papierformaat en Kopieerfactor) kunnen voor iedere set originelen worden gewijzigd. Voer onderstaande stap uit voordat u op de [Start]-toets drukt om de originelen in stap 4 hierboven te scannen. Druk op [Wijzigen].
  • Pagina 145 KOPIEERMACHINE INSTEEKVELLEN INVOEGEN BIJ HET KOPIËREN OP TRANSPARANTEN (Transparant-Insteekvellen) Wanneer u kopieert op transparanten, blijven de vellen mogelijk aan elkaar plakken door de statische elektriciteit. Met de functie transparant-insteekvellen kunt u automatisch een vel papier invoegen tussen elk vel transparant, zodat u de transparanten gemakkelijk kunt pakken.
  • Pagina 146 KOPIEERMACHINE Selecteer de instellingen voor invoegen. (1) Selecteer of er wordt gekopieerd op het Spec. Functies insteekpapier: ([Ja] of [Nee]). Transparant-Insteekvellen Annuleren (2) Druk op de toets [OK]. Papierlade Afdruk op insteekvellen U keert terug naar het basisscherm van de kopieerfunctie. Lade1 Uitleg van (A) Wanneer transparanten worden geselecteerd als...
  • Pagina 147 KOPIEERMACHINE MEERDERE ORIGINELEN OP ÉÉN VEL KOPIËREN (Multishot) U kunt meerdere origineelpagina's in één uniforme lay-out kopiëren op één vel papier. Selecteer 2-in-1 als u twee origineelpagina's wilt kopiëren op één vel, of 4-in-1 om vier origineelpagina's te kopiëren op één vel. Deze functie is handig als u meerdere pagina's compact wilt presenteren of een overzicht wilt geven van alle pagina's in een document.
  • Pagina 148 KOPIEERMACHINE Selecteer het aantal originelen dat u wilt (3) (2) kopiëren op één vel papier, de lay-out en Spec. Functies de rand. Multishot Annuleren (1) Druk op de toets [2-in-1] of [4-in-1]. Lay-out Zo nodig worden de afbeeldingen gedraaid. 2-in-1 4-in-1 (2) Selecteer de lay-out.
  • Pagina 149 KOPIEERMACHINE BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART KOPIËREN OP ÉÉN VEL PAPIER (Kaart Formaat) Wanneer u een kaart kopieert, kunt u met deze functie de voor- en achterkant samen kopiëren op één vel papier. Deze functie is handig om kopieën te maken ter identificatie en om papier te sparen. Kopieën Originelen Voorzijde...
  • Pagina 150 KOPIEERMACHINE Selecteer instellingen Kaart Formaat. (1) Voer het formaat van het origineel in. Spec. Functies Kaart Formaat Annuleren Terwijl de toets [X] is gemarkeerd, voert u de horizontale afmeting (X) van het origineel in met de toetsen Druk op de toets [Y] en voer de verticale afmeting (Y) van (25~210) Passend het origineel in met de toetsen...
  • Pagina 151 KOPIEERMACHINE • U moet het origineel op de glasplaat plaatsen. • U kunt alleen kopiëren op papier van standaardformaat. • X-y zoom kunt u niet gebruiken wanneer u deze functie gebruikt. • U kunt de afbeelding niet draaien wanneer u deze functie gebruikt. Kaart Formaat annuleren...
  • Pagina 152 KOPIEERMACHINE DE VOOR- EN ACHTERZIJDE VAN EEN ID-KAART OP EEN PAGINA KOPIËREN (Kaartform. kopie) Met deze functie kunt u de voor- en achterzijde van een ID-kaart op een pagina kopiëren. De lay-out van de kopie van de ID-kaart. Stel de "ID-Kaart Kopieerinstelling"...
  • Pagina 153 KOPIEERMACHINE Draai de ID-kaart om en druk op [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT] om de achterzijde van de kaart te scannen. Gebruik dezelfde toets [START] als voor de voorkant van de kaart. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Druk op [Lezen Klaar].
  • Pagina 154 KOPIEERMACHINE MEERDERE VISITEKAARTJES KOPIËREN (Scannen adreskaart) Scannen adreskaart kan worden gebruikt om maximaal 8 visitekaartjes te kopiëren op één vel papier. 1-pag. lay-out 8-pag. lay-out Plaats de visitekaartjes. "Kopieerresultaten van 8-pag. lay-out" (pagina 2-59) voor de plaatsingsrichting van het origineel en de kopieresultaten. Selecteer Scannen adreskaart.
  • Pagina 155 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT]. Het kopiëren begint. Als u scannen en kopiëren wilt annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Wanneer de toets [1-pag. lay-out] geselecteerd is, kan [X-y zoom] niet worden gebruikt. Wanneer de toets [8-pag. lay-out] geselecteerd is, kunnen de volgende functies en het volgende papier niet worden gebruikt. •...
  • Pagina 156 KOPIEERMACHINE DE DATUM OF EEN STEMPEL AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Stempel) Met deze functie drukt u de datum, een stempel, het paginanummer of tekst af op kopieën. Bovendien is het mogelijk om bepaalde tekst als watermerk aan een kopie toe te voegen. (Watermerk) Er zijn zes afdrukposities beschikbaar: linksboven, middenboven, rechtsboven, linksonder, middenonder en rechtsonder.
  • Pagina 157 KOPIEERMACHINE ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL Volg de onderstaande stappen om stempelinstellingen te selecteren. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 158 KOPIEERMACHINE Selecteer Stempel. Spec. Functies Lees de volgende secties voor meer gedetailleerde informatie Stempel Annuleren over alle stempelitems: Datum: DATUM TOEVOEGEN AAN KOPIEËN (Datum) Datum Stempel (pagina 2-64) Pagina- Stempel: KOPIEËN STEMPELEN (Stempel) (pagina 2-66) Tekst Nummering Pagina-Nummering: PAGINANUMMERS AFDRUKKEN OP KOPIEËN Opmaak Watermerk (Paginanummering)
  • Pagina 159 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT]. Het kopiëren begint. Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar].
  • Pagina 160 KOPIEERMACHINE DATUM TOEVOEGEN AAN KOPIEËN (Datum) U kunt de datum afdrukken op kopieën. U kunt de positie van de datum, de kleur, de notatie en pagina (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren. Voorbeeld: 4 april 2020 in de rechterbovenhoek van het papier afdrukken. 04/APR/2020 Druk de toets [Datum] keuzescherm voor de stempel.
  • Pagina 161 KOPIEERMACHINE Controleer de weergegeven datum. Als u Stempel de datum moet wijzigen, drukt u op de Datum Annuleren toets [Datumwijziging]. Eerste Pag. JJJJ/MM/DD Afdrukkleur Stel de gewenste datum in en druk op [OK]. Bk (zwart) MM/DD/JJJJ Alle Pag.’s Stempel DD/MM/JJJJ 04/APR/2020 Datumwijziging MM DD, JJJJ...
  • Pagina 162 KOPIEERMACHINE KOPIEËN STEMPELEN (Stempel) Een tekst als "VERTROUWELIJK" kunt u wit afdrukken op een donkere achtergrond als "stempel" op kopieën. Voor een stempel kunt u de positie, de kleur, het formaat, de dichtheid en pagina's (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren.
  • Pagina 163 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Afdrukkleur] en Stempel selecteer de kleur en dichtheid. Stempel Annuleren Selecteer de kleur die u wilt gebruiken. PRIORITEIT VERTROUWELIJK Eerste Pag. Als u de geselecteerde kleur donkerder wilt maken, drukt u op Afdrukkleur NIET KOPIËREN TER INFORMATIE de toets .
  • Pagina 164 KOPIEERMACHINE PAGINANUMMERS AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Paginanummering) U kunt paginanummers afdrukken op kopieën. U kunt de positie, de kleur, de notatie en een paginanummer selecteren voor paginanummering. Paginanummer afdrukken middenonder op het papier. Druk de toets [Paginanummering] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL"...
  • Pagina 165 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Afdrukkleur]. Stempel Selecteer de kleur die u wilt gebruiken. Annuleren Paginanummering Als u klaar bent met het selecteren, drukt u op [OK]. Afdrukkleur Formaat Voor Paginanummering Bk (zwart) Stempel 1,2,3.. (1),(2),(3).. Totaal Pag.'s Afdrukkleur -1-,-2-,-3-.. P.1,P.2,P.3..
  • Pagina 166 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [OK]. Stempel Paginanummer Auto Eerste Nummer Laatste Nummer Handmatig Omsl./Invoeg. Auto Tellen Afdrukken start vanaf blad Druk op de toets [OK]. Stempel Ga nadat u op [OK] hebt gedrukt verder vanaf stap 5 van Annuleren Paginanummering "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE Afdrukkleur...
  • Pagina 167 KOPIEERMACHINE TEKST AFDRUKKEN OP KOPIEËN (Tekst) U kunt ingevoerde tekst afdrukken op kopieën. U kunt maximaal 30 veel gebruikte tekstreeksen opslaan. Voorbeeld: "April 2020 Planningbespreking" afdrukken linksboven op het papier April 2020 Planningbespreking Druk de toets [Tekst] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL"...
  • Pagina 168 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Afdrukkleur]. Stempel Selecteer de kleur die u wilt gebruiken. Als u klaar bent met het Annuleren Tekst selecteren, drukt u op [OK]. Eerste Pag. AAA AAA Stempel Afdrukkleur Afdrukkleur Vooringesteld Alle Pag.'s Bk (zwart) Opnieuw Opslaan/ Verwijderen oproepen...
  • Pagina 169 KOPIEERMACHINE Tekstreeksen opslaan, bewerken en wissen Druk de toets [Tekst] keuzescherm voor de stempel. Zie stappen 1 tot 4 van "ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN DE STEMPEL" (pagina 2-61). Druk op de toets [Opslaan/Verwijderen]. Stempel Annuleren Tekst Eerste Pag. Afdrukkleur Vooringesteld Alle Pag.'s...
  • Pagina 170 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Vorige]. Stamp Stempel U keert terug naar het scherm van stap 2. Text Vorige Tekst Ga om te kopiëren met behulp van een opgeslagen tekstreeks verder vanaf stap 2 van "TEKST AFDRUKKEN OP KOPIEËN Store/Delete Opslaan/Verwijderen (Tekst)"...
  • Pagina 171 KOPIEERMACHINE STEMPELLAY-OUT CONTROLEREN (Lay-out) Nadat de stempelitems zijn geselecteerd kunt u de afdruklay-out controleren, de afdrukpositie wijzigen en stempelitems wissen. Druk op de toets [Opmaak]. Spec. Functies Stempel Annuleren Datum Stempel Pagina- Tekst Nummering Opmaak Watermerk U kunt alleen op de toets [Opmaak] drukken als stempelitems zijn geselecteerd. Is de lay-out juist, dan drukt u op [OK].
  • Pagina 172 KOPIEERMACHINE Druk op de toets van de gewenste Stempel doelpositie. Verplaatsen Selecteer locatie om gesel. item naartoe te verplaatsen. De positietoets waarop u hebt gedrukt, wordt gemarkeerd en de afdrukpositie verandert. De toetsen die de afdrukposities aangeven, verschijnen als volgt naargelang de instellingen. Niet geselecteerd, stempelinstelling is niet geselecteerd.
  • Pagina 173 KOPIEERMACHINE EEN WATERMERK AAN EEN KOPIE TOEVOEGEN (Watermerk) Tijdens het kopiëren is het mogelijk om bepaalde tekst als watermerk aan de kopie toe te voegen. Voor een watermerk kunt u de kleur, dichtheid, hoek en pagina's (alleen eerste pagina of alle pagina's) selecteren. Het watermerk wordt in het midden van het papier afgedrukt.
  • Pagina 174 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [Afdrukkleur] en Stempel selecteer de kleur en dichtheid. Watermerk Annuleren Selecteer de kleur die u wilt gebruiken. VERTROUWELIJK PRIORITEIT Afdrukkleur Eerste Pag. Als u de geselecteerde kleur donkerder wilt maken, drukt u op TER INFORMATIE NIET KOPIËREN de toets .
  • Pagina 175 KOPIEERMACHINE TOETS [Beeld bewerken] Wanneer u op de toets [Beeld bewerken] in het tweede menuscherm voor speciale functies drukt, wordt het menuscherm voor beeldbewerking geopend. Menuscherm Beeld bewerken Spec. Functies Spec. Functies Afbeeld. bew. Kantlijn Wissen Inbindkopie Verschuiving Spiegel- Opdracht Transparant- Foto herhalen Multishot...
  • Pagina 176 KOPIEERMACHINE FOTO'S HERHALEN OP EEN KOPIE (Foto herhalen) Met Foto herhalen maakt u herhaalde afbeeldingen van een origineel van fotoformaat (130 mm x 90 mm, 100 mm x 150 mm, 70 mm x 100 mm, 65 mm x 70 mm of 57 mm x 100 mm (3" x 5", 5" x 7" formaat, 2-1/2" x 4", 2-1/2"...
  • Pagina 177 KOPIEERMACHINE Selecteer de instellingen voor Foto herhalen. Beeld bewerken (1) Druk op de toets met de combinatie het Foto herhalen Annuleren soort origineel en het papierformaat dat u Formaat Origineel Herhalingstype wilt gebruiken. A4/8 x11 ‰ A3/11x17 Druk op de toetsen om te wisselen tussen de 130x 90mm schermen en druk op de toets voor de gewenste...
  • Pagina 178 KOPIEERMACHINE DE AFBEELDING SPIEGELEN (Spiegel-Beeld) Met deze functie maakt u op de kopie een spiegelbeeld van het origineel. Origineel Gespiegelde kopie Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 179 KOPIEERMACHINE KOPIËREN IN HET MIDDEN VAN HET PAPIER (Centreren) Met deze toets centreert u de gekopieerde afbeelding op het papier. Hiermee kunt u de afbeelding midden in het papier plaatsen wanneer het origineelformaat kleiner is dan het papierformaat of wanneer u de afbeelding verkleint. Zonder de centreerfunctie Met de centreerfunctie Plaats het origineel.
  • Pagina 180 KOPIEERMACHINE • U kunt de afbeelding verkleinen wanneer u de functie centreren gebruikt, maar niet vergroten. • Wanneer het origineelformaat of het papierformaat wordt weergegeven als speciaal formaat, kunt u deze functie niet gebruiken. Als u het Centreren wilt annuleren... Druk op [Centreren] in het scherm van stap 3, zodat de toets niet wordt gemarkeerd.
  • Pagina 181 KOPIEERMACHINE WIT EN ZWART OMDRAAIEN OP DE KOPIE (Z/W Omgekeerd) Met deze functie keert u zwart en wit om op de kopie, zodat een negatieve afbeelding ontstaat. U kunt deze toets alleen gebruiken voor zwart-witkopiëren. Originelen met grote zwarte vlakken (waarvoor veel toner nodig is) kunt u kopiëren met Z/W Omgekeerd, zodat u minder toner verbruikt.
  • Pagina 182 KOPIEERMACHINE • Wanneer u deze functie selecteert, verandert de "Type Origineel Beeld"-instelling voor het belichtingsniveau automatisch naar "Tekst". • In sommige landen en regio's is deze functie niet beschikbaar. Als u Z/W Omgekeerd wilt annuleren... Druk op de toets [Z/W Omgekeerd] in het scherm van stap 3 zodat de toets niet wordt gemarkeerd. 2-86 Inhoudsopgave...
  • Pagina 183 KOPIEERMACHINE TOETS [Kleur-Instellingen] Wanneer u op de toets [Beeld bewerken] in het tweede menuscherm voor speciale functies drukt, wordt het menuscherm voor kleurbijstellingen geopend. Menuscherm Kleur-Instellingen Spec. Functies Spec. Functies Kleurbijstellingen Kantlijn Wissen Inbindkopie Verschuiving Achtergrond- RGB-instelling Scherpte Opdracht Transparant- Multishot Onderdrukking Samenstel.
  • Pagina 184 KOPIEERMACHINE ROOD/GROEN/BLAUW AANPASSEN IN KOPIEËN (RGB aanpassen) Met deze toets versterkt of verzwakt u een van de drie kleurcomponenten rood (R), groen (G), of blauw (B). R (Rood)+ G (Groen)+ B (Blauw)+ Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 185 KOPIEERMACHINE DE SCHERPTE VAN EEN AFBEELDING AANPASSEN (Scherpte) Met deze toets maakt u een afbeelding scherper of zachter. Zacht Scherp Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 186 KOPIEERMACHINE VAGE KLEUREN IN KOPIEËN WIT MAKEN (Achtergrond-Onderdrukking) Met deze functie worden lichte achtergronden onderdrukt. Niveau [+] De helderheid waarbij onderdrukking wordt uitgevoerd, kan worden aangepast. Lichte gebieden worden onderdrukt. Niveau [-] Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 187 KOPIEERMACHINE Druk op de toets [STARTEN KLEUR]. Het kopiëren begint. Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de originelen en druk op de toets [STARTEN KLEUR] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk dan op [Lezen Klaar].
  • Pagina 188 KOPIEERMACHINE DE KLEUR AANPASSEN (Kleurbalans Instellen) Met deze toets kunt u de kleur, tint en dichtheid van kleurkopieën instellen. De kleuren geel, cyaan, magenta en zwart worden Licht Donker verdeeld in acht gradaties, van licht naar donker. U kunt de gemiddelde dichtheid van elke gradatie aanpassen of u kunt alle acht gradaties in één keer aanpassen.
  • Pagina 189 KOPIEERMACHINE Stel de kleurbalans in. (2), (3) (1) Selecteer de te gebruiken kleur. Kleurbijstellingen Selecteer [Y] (geel), [M] (magenta), [C] (cyaan) of [Bk] Kleurbalans Instellen Annuleren (zwart). Als alleen de rechthoek rond de letter in een toets is gemarkeerd, zijn de fabrieksinstellingen gewijzigd. (2) Selecteer de aan te passen gradatie.
  • Pagina 190 KOPIEERMACHINE DE HELDERHEID VAN EEN KOPIE AANPASSEN (Helderheid) U kunt de helderheid van kleurenafbeeldingen aanpassen. Donkerder Origineel Lichter Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 191 KOPIEERMACHINE DE INTENSITEIT VAN EEN KOPIE AANPASSEN (Intensiteit) Met deze toets kunt u de intensiteit (verzadiging) van kleurenafbeeldingen instellen. De intensiteit Origineel De intensiteit afzwakken. versterken. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 192 KOPIEERMACHINE KOPIEËN CONTROLEREN ALVORENS U AFDRUKT (Proefafdruk) Met deze functie drukt u slechts één set kopieën af, ongeacht het aantal sets dat u hebt opgegeven. Wanneer de eerste set is gecontroleerd op fouten, kunt u de overige sets afdrukken. Voorheen moest u het origineel opnieuw scannen telkens wanneer wijzigingen van de instellingen nodig waren.
  • Pagina 193 KOPIEERMACHINE Stel het aantal kopieën (aantal sets) in met de cijfertoetsen. Als u de glasplaat gaat gebruiken om meerdere originelen de Spec. Functies kopiëren, schakel dan na deze stap over op de sorteerfunctie. ☞ Sorteerfunctie (pagina 2-33) Dubbelz. Kopie Normaal U kunt maximaal 999 kopieën (sets) instellen.
  • Pagina 194 KOPIEERMACHINE Wijzig de instellingen. (1) Druk op de toets voor de instelling die u wilt Proefafdruk wijzigen. Het instellingenscherm van de ingedrukte toets wordt geopend. Wijzig de instelling in en druk op [OK]. 2-Zijdige (2) Druk op de toets [OK]. Kleurmodus Papierformaat Kopie...
  • Pagina 195 KOPIEERMACHINE HET AANTAL INGESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN ALVORENS TE KOPIËREN (Aantal originelen) Het aantal ingescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voordat wordt gestart met kopiëren. Aangezien u het aantal ingescande originele vellen kunt controleren, zullen er minder kopieerfouten optreden. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de Indicator...
  • Pagina 196 KOPIEERMACHINE Controleer na het inscannen het aantal originelen dat werd ingescand en druk Er zijn 130 pagina's van het origineel gescand. op [OK]. Gescande gegevens kopiëren? Het kopiëren begint. • Wanneer de functie opdracht samenstellen wordt gebruikt, Annuleren verschijnt het aantal ingescande vellen wanneer op de toets [Lezen klaar] wordt gedrukt.
  • Pagina 197 KOPIEERMACHINE ORIGINELEN VAN VERSCHILLENDE FORMATEN KOPIËREN (Origineel gem. form.) Zelfs wanneer A5 (5-1/2" x 8-1/2") originelen gemengd worden met A4 (8-1/2" x 11") originelen, kunnen alle originelen in een keer worden afgedrukt. Wanneer u de originelen scant, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel en kiest daarbij het geschikte papierformaat.
  • Pagina 198 KOPIEERMACHINE Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de origineelinvoer. Plaatst u de originelen met de zijden van dezelfde lengte links uitgelijnd. A4 (8-1/2" x 11") A5 (5-1/2" x 8-1/2") Plaatst u de zijden met dezelfde lengte links uitgelijnd.
  • Pagina 199 KOPIEERMACHINE HANDIGE KOPIEERFUNCTIES In dit gedeelte worden handige kopieerfuncties uitgelegd, zoals het onderbreken van een kopieersessie, het wijzigen van de volgorde van gereserveerde kopieeropdrachten en het opslaan van kopieerinstellingen in een programma. EEN KOPIEERSESSIE ONDERBREKEN (kopiëren onderbreken) Wanneer u dringend een kopie moet maken terwijl een lange kopieersessie of andere opdracht aan de gang is, kunt u de functie Kopiëren onderbreken gebruiken.
  • Pagina 200 KOPIEERMACHINE • Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, verschijnt het loginscherm wanneer u op de toets [Onderbreken] drukt. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op om in te loggen. Het aantal kopieën dat u maakt wordt opgeteld bij dat van de gebruiker die heeft ingelogd. •...
  • Pagina 201 KOPIEERMACHINE EEN AFDRUKVOORBEELD VAN EEN KOPIE CONTROLEREN (Voorbeeld) U kunt op de toets [Voorbeeld] tikken zodat deze op het basisscherm wordt gemarkeerd en dan het origineel scannen om een afdrukvoorbeeld van de kopie op het aanraakscherm te controleren voordat u de kopie afdrukt. Plaats het origineel.
  • Pagina 202 KOPIEERMACHINE VOORBEELDSCHERM Het voorbeeldscherm wordt hieronder uitgelegd. Reset Voorbeeld Kleur Output weerg. Functieoverz. Weergave draaien Start kopiëren 0001 /0010 Voorvertoning Toets [Output weerg.] Er verschijnt een voorbeeld van het gescande origineel. Tik hierop om de geselecteerde functies en instellingen Als de afbeelding is afgesneden, verschuif het beeld dan als pictogrammen weer te geven.
  • Pagina 203 KOPIEERMACHINE OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] ( ) op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer. Als u op de toets [OPDRACHT STATUS] ( drukt, wordt het opdrachtstatusscherm weergegeven van de modus die u gebruikte voordat u op de toets drukte. Voorbeeld: Drukken op de toets in kopieerfunctie Afdrukopdr.
  • Pagina 204 KOPIEERMACHINE SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm omvat het scherm opdrachtwachtrij (waarin wordt aangegeven welke kopieer- en afdrukopdrachten wachten om te worden afgedrukt, en de opdracht die momenteel wordt uitgevoerd), het scherm uitgevoerde opdrachten (waarin de uitgevoerde opdrachten worden aangegeven, en het spool-scherm (met opdrachten die zijn gespoold) en versleutelde PDF-opdrachten die wachten op de invoer van een wachtwoord.
  • Pagina 205 KOPIEERMACHINE Weergave opdrachttoetsen Elke opdrachttoets geeft de positie van de opdracht in de opdrachtwachtrij en de huidige status van de opdracht weer. Kopieren 002/000 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de Status wachtrij aan. Geeft de opdrachtstatus weer. Als de opdracht die momenteel wordt afgedrukt voltooid Bericht Status...
  • Pagina 206 KOPIEERMACHINE EEN OPDRACHT IN DE WACHTRIJ ANNULEREN Een kopieeropdracht die op afdrukken wacht, kan worden geannuleerd. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS] Annuleer de opdracht. (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax Opdrachtwachtrij Sets / Voortgang Status Spool (2) Wijzig de status van de afdrukopdracht in...
  • Pagina 207 KOPIEERMACHINE EEN OPDRACHT IN DE WACHTRIJ PRIORITEIT GEVEN Als er met een kopieeropdracht wordt begonnen terwijl zich reeds meerdere opdrachten in de wachtrij bevinden, verschijnt de kopieeropdracht aan het eind van de wachtrij. Hebt u echter een dringende opdracht, dan kunt u deze prioriteit geven zodat hij eerst wordt uitgevoerd.
  • Pagina 208 KOPIEERMACHINE INFORMATIE CONTROLEREN OVER EEN KOPIEEROPDRACHT IN DE WACHTRIJ U kunt uitvoerige informatie weergeven over een kopieeropdracht in de wachtrij. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS] Opdrachtgegevens controleren (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax JOpdrachtwachtrij Sets / Voortgang Status Spool (2) Wijzig de status van de afdruktaak in...
  • Pagina 209 KOPIEERMACHINE KOPIEERBEWERKINGEN OPSLAAN (opdrachtprogramma's) Een opdrachtprogramma is een groep kopieerinstellingen die u samen opslaat. Als u kopieerinstellingen opslaat in een opdrachtprogramma, kunt u met een eenvoudige handeling de instellingen oproepen en gebruiken voor een kopieeropdracht. Stel dat u CAD-tekeningen van formaat A4 (8-1/2" x 11") eenmaal per maand voor het archief kopieert met de volgende instellingen: (1) De CAD-tekeningen van formaat A4 (8-1/2"...
  • Pagina 210 KOPIEERMACHINE OPDRACHTPROGRAMMA OPSLAAN (BEWERKEN/WISSEN) Hieronder wordt uitgelegd hoe u kopieerinstellingen in een opdrachtprogramma opslaat en hoe u een opdrachtprogramma wist. Druk op de toets [#/P]. Druk op de tab [Opslaan/Wissen]. Werkprogramma's Verlaten Druk op programmanummer. Oproepen Opslaan/Wissen Druk op een cijfertoets. Werkprogramma's Verlaten Cijfertoetsen waarin al opdrachtprogramma's zijn opgeslagen,...
  • Pagina 211 KOPIEERMACHINE Selecteer de kopieerinstellingen die u Maak selecties. Druk op [OK] om op te Annuleren slaan en op [Annuleren] om te wissen. wilt opslaan in het opdrachtprogramma Kleurmodus Spec. Functies Meerkleuren en druk op de toets [OK]. Dubbelz. Kopie Normaal Als u een naam wilt toekennen aan het programma, drukt u op Normaal Uitvoer...
  • Pagina 212 HOOFDSTUK 3 PRINTER In dit hoofdstuk vindt u uitgebreide uitleg over de procedures voor het gebruik van de printerfunctie. PRINTERFUNCTIE VAN DE MACHINE ....3-3 HANDIGE AFDRUKFUNCTIES AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN BOEKJES EN POSTERS .
  • Pagina 213 PRINTER AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DE AFDRUKSTATUS CONTROLEREN DOELEINDEN ....... . . 3-49 OPDRACHTSTATUSSCHERM .
  • Pagina 214 PRINTER PRINTERFUNCTIE VAN DE MACHINE De machine is standaard uitgerust met een full colour printerfunctie. Om te kunnen afdrukken vanuit uw computer moet een printerdriver zijn geïnstalleerd. Stel met behulp van de onderstaande tabel vast welke printerdriver bij uw omgeving past. Omgeving Type printerdriver PCL6...
  • Pagina 215 PRINTER AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "WordPad", een standaardonderdeel van Windows. Klik op het menu [Word Pad] ( Het menu om af te drukken varieert mogelijk naargelang de softwareapplicatie. Open het instelvenster van de printerdriver.
  • Pagina 216 PRINTER Selecteer de afdrukinstellingen. (1) Klik op het tabblad [Papier]. (2) Selecteer het papierformaat. Als u instellingen op andere tabbladen wilt wijzigen, klikt u op het gewenste tabblad en kiest u vervolgens de instellingen. (3) Klik op [OK]. • Zorg dat het papierformaat gelijk is aan het ingestelde papierformaat in de softwareapplicatie. •...
  • Pagina 217 PRINTER HET PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instelling "Papierkeuze" configureert op het tabblad [Papier] van het instelvenster van de printerdriver. Controleer voordat u gaat afdrukken het papiertype en -formaat en de aanwezige hoeveelheid papier in de laden van het apparaat. Als u de meest actuele informatie over de lades wilt bekijken, klikt u op de knop [Ladestatus].
  • Pagina 218 PRINTER AFDRUKKEN OP ENVELOPPEN Met de handinvoerlade kunt u op speciale media zoals enveloppen afdrukken. De procedure voor het afdrukken op een envelop vanuit het eigenschappenscherm van de printerdriver wordt hieronder beschreven. Voor de soorten papier die in de handinvoerlade kunnen worden gebruikt, zie "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
  • Pagina 219 PRINTER AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIEFUNCTIE IS INGESCHAKELD Als de functie gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de systeeminstellingen van het apparaat (beheerder), moet u uw gebruikersinformatie (loginnaam, wachtwoord enz.) invoeren in het eigenschappenvenster van de printerdriver voordat u kunt afdrukken. De in te voeren informatie varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode, dus neem contact op met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 220 PRINTER Voer uw loginnaam en wachtwoord in. (1) Klik op het tabblad [Taakverwerking]. (2) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie plaatsvindt via loginnaam/wachtwoord Schakel de selectievakjes [Loginnaam] en [Wachtwoord] in zodat er vinkjes in verschijnen en voer uw loginnaam en wachtwoord in.
  • Pagina 221 PRINTER • Wanneer gebruikersauthenticatie in de systeeminstellingen (beheerder) is ingesteld, kan worden afgedrukt zonder gebruikersgegevens in te voeren indien zwart-wit afdrukken is ingesteld in de printerdriver. Zie "ZWART-WIT AFDRUKKEN" (pagina 3-25) voor zwart-wit afdrukinstellingen. Het aantal afgedrukte pagina's wordt opgeteld bij de telling van "Andere gebruiker".
  • Pagina 222 PRINTER DE HELP-FUNCTIE VAN DE PRINTERDRIVER WEERGEVEN Wanneer u de instellingen voor de printerdriver configureert, kunt u de Help-functie weergeven voor uitleg over de verschillende opties. Open het eigenschappenvenster voor de printerdriver vanuit het afdrukvenster van de softwaretoepassing. (1) Selecteer de printerdriver van het apparaat.
  • Pagina 223 PRINTER VEELGEBRUIKTE AFDRUKINSTELLINGEN OPSLAAN Instellingen die bij het afdrukken op alle tabbladen zijn geconfigureerd kunnen als gebruikersinstellingen worden opgeslagen. Regelmatig opslaan van veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleureninstellingen onder een toegewezen naam vereenvoudigt de configuratie van dergelijke instellingen wanneer u ze weer nodig hebt. INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad van het instelvenster van de printerdriver.
  • Pagina 224 PRINTER Controleer de instellingen en sla deze (1) Controleer de weergegeven instellingen. (2) Voer een naam voor de instellingen in (maximaal 20 tekens). (3) Klik op de toets [OK]. Klik op de toets [OK]. Begin met afdrukken. • Er kunnen maximaal 30 sets gebruikersinstellingen worden opgeslagen. •...
  • Pagina 225 PRINTER OPGESLAGEN INSTELLINGEN GEBRUIKEN Open het eigenschappenvenster voor de printerdriver vanuit het afdrukvenster van de softwaretoepassing. (1) Selecteer de printerdriver van het apparaat. (2) Klik op de knop [Voorkeursinstellingen]. De knop die wordt gebruikt om het instelvenster van de printerdriver te openen (meestal [Eigenschappen] of [Voorkeursinstellingen]) kan variëren naargelang de gebruikte software.
  • Pagina 226 PRINTER DE STANDAARDINSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER WIJZIGEN U kunt de standaardinstellingen van de printerdriver wijzigen volgens de onderstaande procedure. De hier geselecteerde instellingen worden opgeslagen en als standaardinstellingen gebruikt wanneer met het apparaat wordt afgedrukt vanuit een softwaretoepassing. (Instellingen die u in het instelvenster van de printerdriver hebt geselecteerd bij het afdrukken vanuit een softwaretoepassing blijven geldig zolang de toepassing wordt gebruikt.) Klik op de knop [Start] ( ) en selecteer [Configuratiescherm] en dan [Apparaten...
  • Pagina 227 PRINTER Klik op de knop [Voorkeursinstellingen] op het tabblad [Algemeen]. Configureer de instellingen en klik op [OK]. Zie voor meer informatie over de instellingen de Help van de printerdriver. 3-16 Inhoudsopgave...
  • Pagina 228 PRINTER AFDRUKKEN VANAF EEN MACINTOSH-COMPUTER BASISPROCEDURE VOOR AFDRUKKEN In het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt afdrukken vanuit "TextEdit", een standaardonderdeel van Mac OS X. Om het PPD-bestand te installeren en de printerdriverinstellingen te configureren, zie: "3. INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH ENVIRONMENT"...
  • Pagina 229 PRINTER AFDRUKKEN Selecteer [Druk af] in het menu [Archief] van TextEdit. Het menu om af te drukken varieert mogelijk naargelang de softwareapplicatie. Controleer of de juiste printer is geselecteerd. De apparaatnaam die verschijnt in het menu "Printer" is normaal gesproken [SCxxxxxx]. ("xxxxxx" is een reeks tekens die varieert naargelang het model van het apparaat.) Selecteer de afdrukinstellingen.
  • Pagina 230 PRINTER Klik op de knop [Druk af]. Het afdrukken begint. 3-19 Inhoudsopgave...
  • Pagina 231 PRINTER HET PAPIER SELECTEREN In dit gedeelte wordt het instellen van de [Papierinvoer] in het venster met afdrukinstellingen uitgelegd. • Als [Automatische keuze] is geselecteerd Een lade met normaal of gerecycled papier (standaard fabrieksinstelling is alleen normaal papier) van het formaat dat is opgegeven in "Papierformaat"...
  • Pagina 232 PRINTER AFDRUKKEN OP ENVELOPPEN Met de handinvoerlade kunt u op speciale media zoals enveloppen afdrukken. De procedure voor het afdrukken op een envelop vanuit het eigenschappenscherm van de printerdriver wordt hieronder beschreven. Voor de soorten papier die in de handinvoerlade kunnen worden gebruikt, zie "BELANGRIJKE OPMERKINGEN OVER PAPIER"...
  • Pagina 233 PRINTER AFDRUKKEN ALS DE GEBRUIKERSAUTHENTICATIEFUNCTIE IS INGESCHAKELD Als de functie gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de systeeminstellingen van het apparaat (beheerder) moet u uw gebruikersinformatie (loginnaam, wachtwoord enz.) invoeren voordat u kunt afdrukken. De in te voeren informatie varieert naargelang de gebruikte authenticatiemethode, dus neem contact op met de beheerder van het apparaat voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 234 PRINTER Begin met afdrukken. (1) Voer uw gebruikersinformatie in. • Als de authenticatie plaatsvindt via loginnaam/wachtwoord Voer uw gebruikersnaam in bij "Loginnaam" en uw wachtwoord bij "Wachtwoord" (1 tot 32 tekens). • Als de authenticatie plaatsvindt op gebruikersnummer Voer uw gebruikersnummer (5 tot 8 cijfers) in bij "Gebruikersnummer".
  • Pagina 235 PRINTER VEEL GEBRUIKTE FUNCTIES In dit gedeelte worden veel gebruikte functies uitgelegd. • KLEURENMODUS SELECTEREN • MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN • 2-ZIJDIG AFDRUKKEN (pagina 3-27) (pagina 3-30) • DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER (pagina 3-29) Deze uitleg veronderstelt dat het papierformaat en ander basisinstellingen al zijn geselecteerd. Voor de basisprocedure voor het afdrukken en de stappen voor het openen van het instelvenster van de printerdriver, zie het volgende gedeelte: ☞...
  • Pagina 236 PRINTER ZWART-WIT AFDRUKKEN U kunt [Zwart/wit] selecteren op het tabblad [Algemeen] en op het tabblad [Kleur]. Klik op het selectievakje [Zwart/wit-afdruk] op het tabblad [Algemeen] zodat er een vinkje verschijnt. Het selectievakje [Zwart/wit-afdruk] op het tabblad [Algemeen] en de instelling "Kleurfunctie" op het tabblad [Kleur] zijn gekoppeld.
  • Pagina 237 PRINTER EEN INSTELLING VOOR DE AFDRUKMODUS SELECTEREN In dit gedeelte wordt de procedure voor het selecteren van selecteren van een afdrukmodusinstelling uitgelegd. De "Instellingen afdrukmodus" bestaan uit de volgende twee items: Normaal: Deze modus is geschikt voor het afdrukken van gewone tekst of tabellen. Hoge kwaliteit: De afdrukkwaliteit van kleurenfoto's en tekst is hoog.
  • Pagina 238 PRINTER 2-ZIJDIG AFDRUKKEN Het apparaat kan op beide zijden van het papier afdrukken. Deze functie komt bij veel afdruktaken van pas en is vooral handig wanneer u een eenvoudig boekje wilt afdrukken. 2-zijdig afdrukken bespaart bovendien papier. Papierstand Afdrukresultaten Windows Macintosh Windows Macintosh...
  • Pagina 239 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer [Lange kant binden] of [Korte kant binden]. 3-28 Inhoudsopgave...
  • Pagina 240 PRINTER DE AFBEELDING AANPASSEN AAN HET PAPIER Deze functie wordt gebruikt om de grootte van de afbeelding automatisch aan te passen aan het formaat van het in het apparaat geladen papier. Dit is handig als u bijvoorbeeld een document van het formaat A5 of factuurformaat wilt vergroten tot het formaat A4 of letterformaat om dit eenvoudiger leesbaar te maken of toch afdrukken wilt maken als er geen papier van het juiste formaat in het apparaat is geladen.
  • Pagina 241 PRINTER MEERDERE PAGINA'S OP ÉÉN PAGINA AFDRUKKEN Met deze functie kunt u de afdrukafbeelding verkleinen en meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. Dit is handig als u meerdere afbeeldingen zoals foto's op één pagina wilt afdrukken of als u papier wilt besparen. Deze functie kan ook worden gecombineerd met 2-zijdig afdrukken voor een maximale papierbesparing.
  • Pagina 242 PRINTER Windows (1) Configureer de instellingen op het tabblad [Algemeen]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Als u randen wilt afdrukken, schakel dan het selectievakje [Rand] in zodat er een vinkje in verschijnt. (4) Selecteer de volgorde van de pagina's. (2) (3) Normaal afdrukken alleen op de eerste pagina (alleen PCL6) (1) Klik op het tabblad [Speciale functies].
  • Pagina 243 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Lay-out]. (2) Selecteer het aantal pagina's per vel. (3) Selecteer de volgorde van de pagina's. (4) Als u randen wilt afdrukken, selecteer dan het gewenste type rand. 3-32 Inhoudsopgave...
  • Pagina 244 PRINTER HANDIGE AFDRUKFUNCTIES In dit gedeelte worden handige functies voor specifieke afdrukdoeleinden uitgelegd. • HANDIGE FUNCTIES VOOR HET MAKEN VAN • FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST BOEKJES EN POSTERS EN AFBEELDINGEN (pagina 3-46) • FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET •...
  • Pagina 245 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer de "Zijde voor inbinden". (3) Selecteer [Pamfletten naast elkaar] of [Twee op één pamflet]. 3-34 Inhoudsopgave...
  • Pagina 246 PRINTER DE MARGE VERGROTEN (Margeverschuiving) Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding te verschuiven zodat de marge rechts, links of boven aan het vel wordt vergroot. Dit is handig wanneer u de afdrukken wilt nieten of perforeren, maar de inbindstrook de tekst overlapt.
  • Pagina 247 PRINTER EEN POSTER MAKEN (Poster afdrukken) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt een pagina met afdrukgegevens vergroten en afdrukken door meerdere vellen papier te gebruiken (4 vellen (2x2), 9 vellen (3x3) of 16 vellen (4x4)). De vellen kunnen dan samengevoegd worden om een grotere poster te maken.
  • Pagina 248 PRINTER FUNCTIES VOOR HET AANPASSEN VAN HET FORMAAT EN DE STAND VAN DE AFBEELDING HET AFDRUKBEELD 180 GRADEN DRAAIEN (180 graden draaien) Met deze functie kunt u de afbeelding 180 graden draaien zodat deze correct kan worden afgedrukt op papier dat maar in één richting kan worden geladen (zoals enveloppen ABCD of geperforeerde vellen).
  • Pagina 249 PRINTER HET AFDRUKBEELD VERGROTEN/VERKLEINEN (Zoom/XY-zoom) Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding met een geselecteerd percentage te vergroten of verkleinen. Zo kunt u een kleine afbeelding vergroten of marges toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen. Als u de PS-printerdriver (Windows) van het apparaat gebruikt, kunt u de breedte- en lengtepercentages afzonderlijk instellen om de verhoudingen van de afbeelding te wijzigen.
  • Pagina 250 PRINTER LIJNDIKTE AANPASSEN BIJ HET AFDRUKKEN (Lijndikte-instellingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Wanneer lijnen niet goed worden afgedrukt in speciale applicaties zoals CAD, kunt u met deze instelling de lijndikte aanpassen en bijvoorbeeld alle lijndiktes breder maken. (Deze instelling werkt alleen bij vectorgegevens; rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.) Als de gegevens lijnen van verschillende dikte bevat, kunt u ook alle lijnen op de...
  • Pagina 251 PRINTER DE AFBEELDING SPIEGELEN (Spiegelbeeld) De afbeelding kan zodanig worden gedraaid dat een spiegelbeeld ontstaat. Deze functie kan worden gebruikt om een sjabloon te maken voor houtbewerking of een ander afdrukmedium. Windows (Voor deze functie is de PS-printerdriver vereist.) (1) Klik op het tabblad [Geavanceerd]. (2) Selecteer de instelling voor een gespiegelde afbeelding.
  • Pagina 252 PRINTER LEGE PAGINA'S OVERSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN (Deze functie is beschikbaar in Windows.) Als het gescande origineel lege pagina's bevat, worden de lege pagina's overgeslagen. Het apparaat detecteert lege pagina's en drukt ze niet af. Zo worden geen onnodige lege pagina's afgedrukt en hoeft u voor het afdrukken niet te controleren op lege pagina's.
  • Pagina 253 PRINTER INSTELFUNCTIE VOOR KLEURENMODUS HELDERHEID EN CONTRAST VAN DE AFBEELDING INSTELLEN (Kleurafstelling) Bij het afdrukken van een foto of andere afbeelding kunnen de helderheid en het contrast worden ingesteld in de afdrukinstellingen. Deze instellingen kunnen worden gebruikt voor eenvoudige correcties wanneer er geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd. Windows (1) Klik op het tabblad [Kleur].
  • Pagina 254 PRINTER ONDUIDELIJKE TEKST EN LIJNEN IN ZWART AFDRUKKEN (Tekst naar zwart/Vector naar zwart) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Bij het afdrukken van een afbeelding in grijstinten ABCD ABCD kunnen kleurentekst en vage lijnen worden afgedrukt in zwart. (Rastergegevens zoals bitmapafbeeldingen kunnen niet worden aangepast.) Hierdoor kunt u kleurentekst en vage lijnen die bij afdrukken in grijstinten moeilijk te zien zijn naar voren halen.
  • Pagina 255 PRINTER KLEURENINSTELLINGEN AFSTEMMEN OP HET AFBEELDINGSTYPE (Geavanceerde kleuren) De printerdriver biedt diverse standaard kleurinstellingen voor verschillende toepassingen. Hierdoor kunt u afdrukken met de meest geschikte kleurinstellingen voor het type kleurenafbeelding. De geavanceerde kleurinstellingen kunt u ook zo configureren dat ze bij het doel van de kleurenafbeelding passen, zoals kleurenbeheerinstellingen en de filterinstellingen waarmee de weergave van tinten wordt aangepast.
  • Pagina 256 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Kleur]. (2) Selecteer de kleurenafdrukinstellingen. Selecteer het selectievakje [ColorSync] om de kleurbeheerfunctie van Mac OS te gebruiken. Als dit is gedaan, kan "Afbeeldingstype" niet meer geselecteerd worden. (3) Selecteer het type kleurenafbeelding. In het vervolgkeuzemenu kunt u een afbeeldingstype selecteren dat past bij de gegevens die u wilt afdrukken.
  • Pagina 257 PRINTER FUNCTIES VOOR HET COMBINEREN VAN TEKST EN AFBEELDINGEN EEN WATERMERK TOEVOEGEN AAN AFDRUKKEN (Watermerk) U kunt lichte, schaduwachtige tekst toevoegen aan de achtergrond van de afgedrukte afbeelding, als een watermerk. Het formaat, de kleur, de dichtheid en de hoek van de tekst van het watermerk kunnen worden ingesteld.
  • Pagina 258 PRINTER EEN AFBEELDING OVER DE AFDRUKGEGEVENS AFDRUKKEN (Afbeeldingsstempel) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt een op uw computer opgeslagen bitmap- of JPEG-afbeelding afdrukken over de afdrukgegevens. Het formaat, de positie en de hoek van de afbeelding kunnen worden ingesteld. Deze functie kan worden gebruikt om de afdrukgegevens te "merken"...
  • Pagina 259 PRINTER OVERLAYS MAKEN VOOR AFDRUKGEGEVENS (Overlays) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt afdrukgegevens afdrukken in een eerder XXXX XXXX gemaakte overlay. Door tabellijnen of een decoratieve rand te maken in een andere toepassing dan het 1 100 1 100 XXXX 10 150...
  • Pagina 260 PRINTER AFDRUKFUNCTIES VOOR SPECIALE DOELEINDEN GESPECIFICEERDE PAGINA'S OP ANDER PAPIER AFDRUKKEN (Ander papier) • Deze functie in een Windows-omgeving gebruiken De voor- en achterkaft en bepaalde pagina's van een document kunnen op ander papier worden gedrukt dan de andere pagina's. Gebruik deze functie als u de voor- en achterkaft op zwaar papier wilt afdrukken, of gekleurd papier of een andere papiersoort bij bepaalde pagina's wilt tussenvoegen.
  • Pagina 261 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Printerfuncties]. (2) Selecteer [Ander papier]. (3) Selecteer de instellingen voor het invoegen van kaften. Selecteer de afdrukinstelling, papierlade en papiersoort voor de kaftpagina en de laatste pagina. 3-50 Inhoudsopgave...
  • Pagina 262 PRINTER INVOEGVELLEN TOEVOEGEN BIJ HET AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN (Transparant-insteekvellen) Bij het afdrukken op transparanten voorkomt deze functie dat de transparanten aan elkaar plakken door een vel papier tussen elke twee transparanten te voegen. Het is ook mogelijk om de inhoud van elk transparant af te drukken op het bijbehorende invoegvel.
  • Pagina 263 PRINTER EEN CARBONAFDRUK MAKEN (Carbonafdruk) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) Deze functie wordt gebruikt om een extra afdruk van de afbeelding te maken op papier van hetzelfde formaat maar uit een andere papierlade. Als u bijvoorbeeld carbonafdruk selecteert wanneer standaardpapier is geladen in papierlade 1 en gekleurd papier in papierlade 2, kan een op een carbondoorslag gelijkend afdrukresultaat worden verkregen door slechts...
  • Pagina 264 PRINTER TWEEZIJDIG AFDRUKKEN WAARBIJ BEPAALDE PAGINA'S OP DE VOORZIJDE WORDEN AFGEDRUKT (Hoofdstukinvoegingen) (Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.) U kunt bepaalde pagina's op de voorzijde van het papier Voorbeeld: laten afdrukken. Wanneer pagina's 4 en 8 als pagina-instellingen bepaald zijn. Wanneer een pagina (bijvoorbeeld de eerste pagina van een hoofdstuk) wordt opgegeven als voorzijdepagina, wordt de pagina op de voorzijde van het papier...
  • Pagina 265 PRINTER HANDIGE PRINTERFUNCTIES AFDRUKBESTANDEN OPSLAAN EN GEBRUIKEN (Vasthouden/Documentarchivering) Deze functie wordt gebruikt om een afdruktaak als bestand op te slaan op de harde schijf van het apparaat, zodat de taak wanneer nodig kan worden afgedrukt via het bedieningspaneel. U kunt een locatie selecteren voor het opslaan van een bestand om te voorkomen dat het bestand wordt samengevoegd bij de bestanden van andere gebruikers.
  • Pagina 266 PRINTER Windows (1) Klik op het tabblad [Taakverwerking]. (2) Selecteer de instelling voor vasthouden. Schakel het selectievakje [Vasthouden] in . Selecteer de methode van vasthouden in "Vasthouden instellingen". Schakel om een wachtwoord (getal van 5 tot 8 cijfers) in te voeren het selectievakje [Wachtwoord] in (3) Selecteer de instellingen voor documentarchivering.
  • Pagina 267 PRINTER Macintosh (1) Selecteer [Taakverwerking]. (2) Selecteer de instelling voor vasthouden. Schakel het selectievakje [Vasthouden] in . Selecteer de methode van vasthouden in "Vasthouden instellingen". Om de handeling te vereenvoudigen wanneer u de volgende keer hetzelfde wachtwoord instelt, kunt u op de toets (vergrendelen) klikken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd (5 tot 8 cijfers).
  • Pagina 268 PRINTER AFDRUKKEN ZONDER DE PRINTERDRIVER Wanneer de printerdriver niet is geïnstalleerd op uw computer, of wanneer de applicatie om een af te drukken bestand te openen niet beschikbaar is, kunt u direct op het apparaat afdrukken zonder de printerdriver. Hieronder ziet u de bestandstypen (en overeenkomstige extensies) die u direct kunt afdrukken. PDF, Bestands- TIFF...
  • Pagina 269 PRINTER DIRECT AFDRUKKEN VAN EEN BESTAND OP EEN FTP-SERVER Wanneer een FTP-server is gekoppeld aan de webpagina's van het apparaat, kunt u een bestand op de FTP-server specificeren en afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat. Hierdoor hoeft u het bestand niet meer te downloaden en af te drukken vanaf een computer.
  • Pagina 270 PRINTER Druk het geselecteerde bestand af. Annuleren Afdrukken File-01.tiff (1) Selecteer afdrukvoorwaarden. Als u in stap 3 een bestand (PCL, PS of XPS) hebt Papierformaat Aantal afdrukken Auto geselecteerd met afdrukinstellingen, worden deze Z/W-afdruk instellingen toegepast. (1 999) Uitvoer Passend maken (2) Druk op de toets [Afdrukken].
  • Pagina 271 PRINTER Open het USB-geheugen. (1) Druk op de toets [DOCUMENT BEELD DOCUMENT KOPIE VERZENDEN ARCHIVERING ARCHIVERING]. (2) Druk op de tab [Ex.datatoegang]. Best. ophalen Scan. naar HDD Schijfstatus Ex.datatoegang Externe gegevenstoegang (3) Druk op de toets [USB-geheugen]. USB-geheugen Netwerkmap Systeeminstellingen (Beheerder): Uitschakelen Rechtstreeks afdrukken USB-geheugen Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van bestanden van een USB-geheugen te blokkeren.
  • Pagina 272 PRINTER Verwijder het USB-geheugen van het apparaat. Als u een PDF-bestand selecteert waarvoor een wachtwoord is ingesteld, moet u dit wachtwoord invoeren in het opdrachtstatusscherm voordat u het bestand kunt afdrukken. ☞ EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN (pagina 3-69) EEN BESTAND IN EEN NETWERKMAP DIRECT AFDRUKKEN Met het bedieningspaneel van de machine kunt u een bestand selecteren en afdrukken dat zich bevindt op een server of in een gedeelde map van iemands computer op hetzelfde netwerk als de machine.
  • Pagina 273 PRINTER Open de netwerkmap. Selecteer een werkgroep. Zoeken (1) Druk op de toets van de werkgroep die u Werkgroep wilt openen. Werkgroepnaam Work 1 Work 2 Work 3 Work 4 Work 5 Work 6 (2) Druk op de toets van de server of Selecteer een server.
  • Pagina 274 PRINTER Druk op de toets voor het bestand dat u \\Server 1\User 1 wilt afdrukken. Bestands- of mapnaam File-01.tiff • Het pictogram verschijnt aan de linkerzijde van de Folder01 toetsen voor bestanden die kunnen worden afgedrukt. File-02.tiff • Het pictogram wordt links van de toetsen van mappen in File-03.tiff de netwerkmap weergegeven.
  • Pagina 275 PRINTER DIRECT AFDRUKKEN VANAF EEN COMPUTER U kunt instellingen configureren op de webpagina's van het apparaat zodat u direct vanaf de computer kunt afdrukken zonder gebruik van de printerdriver. Raadpleeg de Verkorte installatiehandleiding voor de procedure om de webpagina's te openen. AFDRUKTAAK INDIENEN Het is mogelijk om direct een bestand op te geven om te laten afdrukken, zonder de printerdriver te gebruiken.
  • Pagina 276 PRINTER E-MAIL AFDRUKKEN U kunt een e-mail account configureren in het apparaat, zodat het apparaat uw mailserver periodiek controleert, en automatisch ontvangen e-mailbijlagen afdrukt zonder de printerdriver te gebruiken. • Instellingen configureren Als u de functie e-mail afdrukken wilt gebruiken, moet u op het apparaat een e-mailaccount configureren. Als u een account wilt configureren, klikt u op [Toepassingsinstellingen] en vervolgens op [Instellingen voor e-mail afdrukken] in het menu van de webpagina.
  • Pagina 277 PRINTER DE AFDRUKSTATUS CONTROLEREN OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] ( ) op het bedieningspaneel drukt. Het opdrachtstatusscherm geeft de status van opdrachten per modus weer. Als u op de toets [OPDRACHT STATUS] ( drukt, wordt het opdrachtstatusscherm weergegeven van de modus die u gebruikte voordat u op de toets drukte.
  • Pagina 278 PRINTER SPOOL SCHERM/SCHERM OPDRACHTEN IN DE WACHTRIJ/SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm omvat het scherm opdrachtwachtrij (waarin wordt aangegeven welke kopieer- en afdrukopdrachten wachten om te worden afgedrukt, en de opdracht die momenteel wordt uitgevoerd), en het scherm uitgevoerde opdrachten (waarin de uitgevoerde opdracht worden aangegeven, het spool scherm (met opdrachten die zijn gespoold) en encrypted PDF-opdrachten die wachten op de invoer van een wachtwoord.
  • Pagina 279 PRINTER Weergave opdrachttoetsen Elke opdrachttoets geeft de positie van de opdracht in de opdrachtwachtrij en de huidige status van de opdracht weer. Computer01 002/000 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de Status wachtrij aan. Geeft de opdrachtstatus weer. Als de opdracht die momenteel wordt afgedrukt voltooid Bericht Status...
  • Pagina 280 PRINTER EEN VERSLEUTELD PDF-BESTAND AFDRUKKEN Het versleuteld PDF-formaat wordt gebruikt om PDF-bestanden te beveiligen door er een wachtwoord aan toe te kennen. Voor het rechtstreeks afdrukken van een versleuteld PDF-bestand op een FTP-server of van een USB-geheugenapparaat of iets dergelijks die op de machine is aangesloten, volg onderstaande stappen om het wachtwoord in te voeren en te gaan afdrukken.
  • Pagina 281 PRINTER VOORRANG GEVEN AAN EEN AFDRUKTAAK/EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN VOORRANG GEVEN AAN EEN AFDRUKTAAK Als het apparaat bezig is met kopiëren of het afdrukken van een ontvangen fax of andere taak, kunt u voorrang geven aan een afdruktaak die prioriteit heeft en deze eerder afdrukken dan de andere taken. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS] Geef de gewenste taak voorrang.
  • Pagina 282 PRINTER EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN U kunt een taak die wordt afgedrukt, wordt gespoold of in een wachtrij staat annuleren. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS] Annuleer de taak. (1) Druk op de tab [Afdrukopdr.]. Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax Opdrachtwachtrij Sets / Voortgang Status Spool (2) Wijzig de status van de afdruktaak in...
  • Pagina 283 PRINTER OVERSTAPPEN OP EEN ANDER PAPIERFORMAAT ALS HET PAPIER OPRAAKT Als het afdrukken wordt gestopt omdat het papier op is of het in de printerdriver geselecteerde papierformaat niet in het apparaat is geladen, verschijnt een melding op het aanraakscherm. Het afdrukken wordt automatisch hervat wanneer papier in het apparaat wordt geladen en op de toets [OK] wordt gedrukt.
  • Pagina 284 PRINTER BIJLAGE SPECIFICATIELIJST PRINTERDRIVER De beschikbare functies en de uitvoerresultaten zijn afhankelijk van de printerdriver die wordt gebruikt. Functie PCL6 Windows PPD* Macintosh PPD* Veelgebruikte Kopieën 1-999 1-999 1-999 1-999 functies Afdrukstand X pagina's Aantal 2,4,6,8,9,16 2,4,6,8,9,16 2,4,6,9,16 2,4,6,9,16 op 1 vel pagina's Volgorde Selecteerbaar...
  • Pagina 285 PRINTER Functie PCL6 Windows PPD* Macintosh PPD* Speciale functies Ander papier Transparant- insteekvellen Carbonafdruk Hoofdstukinvoegingen Invoegpagina Opmaak afdrukken Vasthouden Document Archiveren Instelfunctie Kleur instelling kleurenmodus Tekst naar zwart/ Vector naar zwart Geavanceerde kleuren Functies voor het Watermerk combineren van tekst Afbeeldingsstempel en afbeeldingen Overlay...
  • Pagina 286 HOOFDSTUK 4 Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de faxfunctie. U kunt de faxfunctie alleen gebruiken als de faxuitbreidingskit is geïnstalleerd. BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN VOORDAT U DE MACHINE ALS FAXMACHINE GEBRUIKT VERZENDMETHODEN..... . 4-26 •...
  • Pagina 287 • TOEGANG NAVRAAG BEPERKEN FAXONTVANGST (Navraagbeveiliging)..... 4-94 • EEN DOCUMENT IN EEN FAXBERICHTEN ONTVANGEN ....4-57 NAVRAAGGEHEUGEN SCANNEN .
  • Pagina 288 EEN EXTRA TELEFOON GEBRUIKEN EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN EN GEBRUIKEN (Aansluiting extra telefoon) ..4-115 • EEN FAX ONTVANGEN NA BEANTWOORDING VAN EEN GESPREK VIA DE EXTRA TELEFOON (ontvangst op afstand)......4-116 •...
  • Pagina 289 VOORDAT U DE MACHINE ALS FAXMACHINE GEBRUIKT Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een faxmachine gebruikt. VOORBEREIDINGEN VOOR DE FAX Om de machine als fax te kunnen gebruiken, moet de telefoonlijn zijn aangesloten en het soort telefoonlijn ingesteld. VERBINDING MET DE TELEFOONLIJN Gebruik alleen de meegeleverde telefoonkabel om de machine aan de wandcontactdoos voor de telefoon aan te sluiten.
  • Pagina 290 ZORG DAT DE HOOFDSTROOMSCHAKELAAR OP "AAN" STAAT Als de hoofdschakelaar is ingeschakeld, brandt de hoofdvoedingsindicator op het bedieningspaneel. Als de indicator van de hoofdschakelaar niet oplicht, staat de stroom "uit". Schakel de hoofdschakelaar "aan" en druk op de [AAN]-toets ( ) op het bedieningspaneel.
  • Pagina 291 DATUM EN TIJD CONTROLEREN Controleer of de correcte datum en tijd in de machine zijn ingesteld. Datum en tijd worden ingesteld in de systeeminstellingen van de machine. Als u op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] tikt, wordt het menuscherm voor de systeeminstellingen in het aanraakscherm weergegeven. Selecteer [Standaard Instellingen], [Klok], en [Klok aanpassen], en stel jaar, maand, dag, uur en minuten in.
  • Pagina 292 BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE Als u de faxfunctie wilt gebruiken, selecteert u instellingen en handelingen in het basisscherm van faxmodus. Als u het basisscherm van de faxmodus wilt weergeven, drukt u op de toets [BEELD VERZENDEN] en daarna op de tab [Faxen]. KOPIE BEELD DOCUMENT...
  • Pagina 293 BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE Dit scherm kunt u gebruiken om de instellingen en handelingen van de faxfunctie te selecteren. KOPIE BEELD DOCUMENT VERZENDEN ARCHIVERING Gereed voor verzenden. (10) Luidspreker Opn. verzenden Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Scannen: Zenden: Origineel Auto Auto...
  • Pagina 294 (15) Toets (16) Dit laat de huidige geselecteerde faxontvangstfunctie zien en de hoeveelheid vrij geheugen die nog over is. Wanneer "Instelling vasthouden ontvangen ☞ afdrukgegevens" of "Inst. beeldcontrole ontvangen FAXBERICHTEN ONTVANGEN (pagina 4-57) gegevens" in de systeeminstellingen is geactiveerd, verschijnt dit zodra een fax ontvangen wordt. : Alleen "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens"...
  • Pagina 295 Controleren welke speciale functies zijn geselecteerd De toets verschijnt in het basisscherm als u een speciale functie of 2-zijdig scannen selecteert. Door te drukken op de toets worden de geselecteerde speciale functies weergegeven. Sluit het scherm door op [OK] te drukken. Scannen Internetfax Faxen...
  • Pagina 296 ADRESBOEKSCHERM Dit scherm wordt gebruikt om uit een lijst van opgeslagen bestemmingen een bestemming te kiezen. (10) (11) CCC CCC 0123456789 Voorwaarde- (12) Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF Globaal GGG GGG HHH HHH Adres Zoeken Subadres...
  • Pagina 297 Bij gebruik van de netwerkscannerfunctie of de internetfaxfunctie wordt een ander pictogram in de sneltoetsweergave weergegeven wanneer een niet-faxbestemming (adres) wordt opgeslagen. ☞ EEN FAXNUMMER OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK (pagina 4-18) • Systeeminstellingen: Adresboek (pagina 7-16) Dit wordt gebruikt om faxnummers op te slaan onder sneltoetsen. •...
  • Pagina 298 Indexweergave Indexen vergemakkelijken het zoeken naar een bestemming (sneltoets). De bestemmingen worden afzonderlijk weergegeven op basis van alfabetische zoektekens en indexnummers. Klik op de betreffende indextab om een opgeslagen bestemming weer te geven. Het is handig om veelgebruikte bestemmingen op te slaan in de index [Freq.]. Geef bij het opslaan van een bestemming op of de bestemming moet worden weergegeven in de index [Freq.].
  • Pagina 299 VOLGORDE VAN FAXVERZENDING Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het verzenden van een fax. Plaats het origineel. Plaats het origineel in de invoerlade van de automatische documentinvoer of op de glasplaat. Voer het faxnummer van de bestemming in • Toets [Adresboek]: Selecteer een bestemming die in het Gereed voor verzenden.
  • Pagina 300 Selecteer beeldinstellingen. Selecteer instellingen voor het te faxen origineel. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan • [Origineel]-toets: Gebruik deze toets om het Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto oorspronkelijke formaat, het oorspronkelijke verzendformaat en het Direct TX Belichting Auto tweezijdig scannen van originelen te Subadres Resolutie Standaard...
  • Pagina 301 Start de transactie. Scan het origineel en verzend de fax. Als het origineel op de glasplaat is gelegd, volg dan deze stappen om het scannen en verzenden te starten: Als u een normale fax verstuurt (geheugenverzending) (1) Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. (2) Vervang na afloop van het scannen het origineel door het volgende origineel.
  • Pagina 302 BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u faxnummers van bestemmingen kunt invoeren. U kunt faxnummers van bestemmingen invoeren met de cijfertoetsen of door een eerder opgeslagen faxnummer op te roepen met het adresboek of een zoeknummer. EEN FAXNUMMER INVOEREN MET DE CIJFERTOETSEN Voer het faxnummer van een bestemming in met de cijfertoetsen.
  • Pagina 303 EEN FAXNUMMER OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK Het scherm adresboek geeft opgeslagen bestemmingen weer als sneltoetsen. Een faxnummer van een bestemming roept u op door eenvoudigweg op de one-touch-toets van die bestemming te drukken. Dit wordt "one-touch-bellen" genoemd. Het is ook mogelijk om meerdere faxnummers onder een one-touch-toets op te slaan.
  • Pagina 304 OPROEPEN VAN EEN OPGESLAGEN BESTEMMING Een faxnummer van een bestemming roept u op door eenvoudigweg op de sneltoets van die bestemming te drukken. Druk op [Adresboek]. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Direct TX Belichting Auto Subadres...
  • Pagina 305 INGEVOERDE BESTEMMINGEN CONTROLEREN EN WISSEN Wanneer u meerdere bestemmingen hebt ingevoerd, kunt u ze weergeven en controleren. Ook is het mogelijk om een bestemming te wissen (selectie van bestemming annuleren). Druk op [Adresoverzicht]. Voorwaarde- Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht DDD DDD CCC CCC Adresinvoer...
  • Pagina 306 BESTEMMING OPROEPEN MET EEN ZOEKNUMMER Een bestemming die in het Adresboek is opgeslagen, kan met de toets worden opgeroepen. Dit kan vanuit het basisscherm van alle modi of vanuit het scherm Adresboek. Druk op de toets Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel...
  • Pagina 307 EEN BESTEMMING OPROEPEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server in de webpagina's is opgeslagen, kunt u de bestemming van een faxnummer opzoeken in een globaal adresboek. Open het scherm Globaal Adres Zoeken. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Instellingen AAA AAA...
  • Pagina 308 Selecteer de bestemming. (1) Druk op de toets van de gewenste bestemming. Voorwaarde- Instellingen Details Als er geen namen worden gevonden die overeenkomen Adresoverzicht XXX AAA 0123456789 met de zoekletters, krijgt u een melding. Druk op [OK] om Opnieuw Zoeken XXX BBB 9876543210 het bericht te sluiten en druk op [Opnieuw Zoeken] om...
  • Pagina 309 OPNIEUW VERZENDEN De bestemmingen van de meest recente 8 verzendingen van fax, scannen naar e-mail en/of internetfax worden opgeslagen. Een van deze 8 kan geselecteerd worden opnieuw naar de bestemming verzonden te worden. Druk op [Opn. verzenden]. Gereed voor verzenden. Luidspreker Opn.
  • Pagina 310 KETTINGKIEZEN Nummerreeksen die u met cijfertoetsen en/of sneltoetsen hebt ingevoerd, kunnen met elkaar verbonden worden door onderbrekingen en kunnen als een enkel nummer worden gebeld. Gebruik kettingkiezen om een lang nummer te bellen (zoals een internationaal nummer) wanneer de landcode en/of netnummer afzonderlijk onder sneltoetsen zijn opgeslagen.
  • Pagina 311 BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN Deze sectie legt de basisprocedures voor het verzenden van een fax uit. VERZENDMETHODEN Hieronder vindt u een uitleg van de methoden voor het verzenden van een fax vanaf de machine. Selecteer de methode die u wenst. Gebruik de automatische documentinvoer om een grote hoeveelheid originelen te faxen.
  • Pagina 312 Gebruik de glasplaat om dikke originelen of pagina's van een boek te faxen. ☞ DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN (pagina 4-33) Verzending Wanneer de glasplaat wordt gebruikt voor verzending, zal de snelle online-verzending niet werken. Gebruik de functie direct verzenden als u een fax wil verzenden voor de al eerder gereserveerde faxverzendingen.
  • Pagina 313 VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen verzonden worden. Minimaal formaat origineel Maximaal formaat origineel Met de automatische 140 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 216 mm (hoogte) x 500 mm* (breedte) documentinvoer (5-1/2" (hoogte) x 5-1/2" (breedte) (8-1/2" (hoogte) x 19-5/5" (breedte) Met de glasplaat 216 mm (hoogte) x 297 mm (breedte) –...
  • Pagina 314 MODUS FAXBESTEMMINGSBEVESTIGING In de modus faxbestemmingsbevestiging wordt een bestemmingsbevestigingsbericht weergegeven wanneer een faxverzending wordt uitgevoerd, om te vermijden dat per ongeluk naar de verkeerde bestemming wordt verzonden. Deze functie wordt ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder). Wanneer deze functie ingeschakeld staat, zal een bericht verschijnen om de bestemming te bevestigen wanneer op de toets [STARTEN ZWART-WIT] wordt gedrukt om met de faxverzending te starten.
  • Pagina 315 HET GEBRUIK VAN DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOER VOOR VERZENDING Deze sectie geeft uitleg over het gebruik van de automatische documentinvoereenheid om een fax te versturen. Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de documentinvoerlade Indicator met de vellen gelijkmatig verdeeld. line Steek de originelen helemaal in de lade van de documentinvoer.
  • Pagina 316 DE AUTOMATISCHE DOCUMENTINVOER GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Plaats de originelen met de kopiezijde naar boven in de documentinvoerlade Indicator met de vellen gelijkmatig verdeeld. line Steek de originelen helemaal in de lade van de documentinvoer.
  • Pagina 317 • De volgende functies kunnen niet samen met de functie directe verzending worden gebruikt: Programma, Timer-verzending, Kaart Formaat, Opdracht Samenstellen, Navraaggeheugen, Aantal originelen, Bestand, Snelbestand, Geheugenvak, 2-zijdig scannen van originelen, Globaal Adres zoeken • De fax zal niet opnieuw verzonden worden als een directe verzending faalde door een communicatiefout of door een andere reden.
  • Pagina 318 DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN Als u een dik origineel of een origineel dat niet via de automatische documentinvoer kan worden ingevoerd wilt faxen, open dan de automatische documentinvoer en plaats het origineel op de glasplaat. Open de documentinvoer, plaats het origineel met de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en sluit voorzichtig de documentinvoer.
  • Pagina 319 Wanneer u een andere pagina wilt scannen, vervangt u de pagina's en drukt u op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. Herhaal dit tot alle originelen zijn gescand. Als er gedurende één minuut geen handeling plaatsvindt, stopt het scannen automatisch en wordt de verzending gereserveerd.
  • Pagina 320 DE GLASPLAAT GEBRUIKEN OM EEN FAX TE VERZENDEN MET DE FUNCTIE DIRECT VERZENDEN Wanneer u vanaf de glasplaat een fax verstuurd met de functie directe verzending, kunt u maar één pagina verzenden. Open de documentinvoer, plaats het origineel met de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en sluit voorzichtig de documentinvoer.
  • Pagina 321 Druk op de [Direct TX]-toets. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen: Zenden: Auto Direct TX Belichting Auto Subadres Resolutie Standaard Adresoverzicht Belichting Bestand Snelbestand Automat. Ontvangst Voorbeeld Faxgeheugen:100% Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. De verzending wordt gestart. Het verzenden annuleren...
  • Pagina 322 VERZENDINGEN MET DE LUIDSPREKER Wanneer u de luidspreker gebruikt om te bellen, wordt de fax verstuurd nadat het nummer is gebeld en de verbinding is gemaakt. Als iemand antwoordt, zult u zijn of haar stem horen, maar u zult zelf niet kunnen spreken. Plaats het origineel.
  • Pagina 323 DEZELFDE FAX VERSTUREN NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN (Distributie verzendopdracht) Deze functie is handig als u dezelfde fax naar meerdere bestemmingen moet versturen, zoals u een verslag verzenden naar filialen in verschillende regio's. U kunt tot maximaal 500 bestemmingen in een distributiebewerking versturen. Verzending Originelen Het kan handig zijn om de bestemmingen waar u regelmatig faxen naar toestuurt via distributie verzendopdrachten op...
  • Pagina 324 Voer het faxnummer van de bestemming CCC CCC Onderbreking Volgend Adres 0123456789 (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Instellingen (2) Druk op de sneltoets van de gewenste AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht bestemming. CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF (3) Herhaal stap (2) totdat alle bestemmingen...
  • Pagina 325 Controleer de bestemmingen en druk op Adresoverzicht de toets [OK]. CCC CCC KKK KKK LLL LLL MMM MMM NNN NNN OOO OOO PPP PPP QQQ QQQ RRR RRR SSS SSS UUU UUU TTT TTT Een opgegeven bestemming annuleren… Druk op de toets van de bestemming die u wilt annuleren. Er verschijnt een melding ter bevestiging van het wissen. Druk op de toets [Ja].
  • Pagina 326 Opnieuw verzenden naar rondzendbestemmingen De resultaten van een uitgevoerde rondzendopdracht (distributie) kunnen worden gecontroleerd in het scherm opdrachtstatus. Als een verzending naar één of meerdere van de bestemmingen is mislukt, kunt u de fax opnieuw versturen naar deze bestemmingen. Raak de toets [OPDRACHT STATUS] ) aan.
  • Pagina 327 Stuur de fax opnieuw naar Details bestemmingen waarbij de verbinding is Distribueren0001 Nogmaals mislukt. Adres Starttijd Status DDD DDD 10:01 04/01 NG0000 (1) Druk op de tab [Mislukt]. 10:10 04/01 NG0000 EEE EEE (2) Druk op de toets [Nogmaals]. Bestand Mislukt Alle Bestemm.
  • Pagina 328 FAXBERICHT RECHTSTREEKS VANUIT EEN COMPUTER VERZENDEN (PC-Fax) U kunt een document in een computer via de machine versturen als fax. De procedure voor het faxen via de functie PC-Fax is hetzelfde als de procedure voor het afdrukken van documenten. Selecteer het stuurprogramma van de PC-Fax als stuurprogramma voor het afdrukken en selecteer dan de opdracht Afdrukken in de softwaretoepassing.
  • Pagina 329 WEERGAVE-INSTELLINGEN Instellingen voor het scannen van het origineel worden in het basisscherm van elke modus geselecteerd. De huidige status van elke instelling verschijnt rechts van de voor het selecteren van de instelling gebruikte toets. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen:...
  • Pagina 330 AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN DUBBELZIJDIG ORIGINEEL SCANNEN (2-zijdig origineel) De automatische documentinvoer zal automatisch beide zijden van het document scannen. Verzending 2-zijdig origineel De voor- en achterkant worden als twee afzonderlijke pagina's verzonden Druk op de toets [Origineel]. ☞ WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 4-44) Geef de inbindstijl van het 2-zijdig...
  • Pagina 331 SCANFORMAAT EN VERZENDFORMAAT OPGEVEN (vergroten/verkleinen) Wanneer het origineelformaat wordt ingesteld, is het papierformaat dat in de toets [Origineel] verschijnt, het papierformaat dat is ingesteld bij "Stand. originele afmetingsins." in de systeeminstellingen (beheerder). Het formaat van het geplaatste origineel wordt aangegeven als het scanformaat, en het te verzenden formaat wordt aangegeven als het verzendformaat.
  • Pagina 332 Het scanformaat van het origineel opgeven (via papierformaat) Als het origineel geen standaardformaat heeft of als u het scanformaat wilt wijzigen, druk dan op [Origineel] om het formaat van het origineel handmatig op te geven. Plaats het origineel in de lade van de automatische documentinvoer of op de glasplaat en volg onderstaande stappen.
  • Pagina 333 Druk op de toets [OK]. Faxen/Origineel Scanformaat 100% Verzendformaat Auto Stand afbeelding 2-Zijdig 2-Zijdig Schr.Blok Boekje Indien [Lang Form.] is geselecteerd, kunnen de 2-zijdige scaninstelling en het verzendformaat niet worden gewijzigd. 4-48 Inhoudsopgave...
  • Pagina 334 Het scanformaat van het origineel opgeven (met numerieke waarden) Als u een origineel scant dat geen standaardformaat heeft, zoals een ansichtkaart of kaart, volg dan deze stappen om het formaat van het origineel op te geven. De breedte kan variëren van 25 mm tot 356 mm (1" tot 14"), en de hoogte kan variëren van 25 mm tot 216 mm (1"...
  • Pagina 335 Druk op de toets [OK]. Faxen/Origineel Het opgegeven formaat wordt weergegeven op de toets Scanformaat Verzendformaa [Scanformaat]. X297 Y210 Auto Stand afbeelding 2-Zijdig 2-Zijdig Boekje Schr.Blok • Als het scanformaat wordt opgegeven als een getalswaarde, kan het verzendformaat niet worden opgegeven. •...
  • Pagina 336 Het verzendformaat van het origineel opgeven Geef het verzendformaat op als een papierformaat. Als het verzendformaat groter is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding vergroot. Als het verzendformaat kleiner is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding verkleind. Het verzendformaat kan niet worden opgegeven als [Lang Form.] als scanformaat is geselecteerd of als het formaat in getalswaarden is opgegeven.
  • Pagina 337 Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. Faxen/Origineel (1) Druk op de juiste [Stand afbeelding]-toets. Scanformaat 141% Verzendformaat Als u hier de verkeerde stand kiest, zal het beeld niet op de juiste manier verzonden worden wanneer u vergroten/verkleinen gebruikt. Stand afbeelding (2) Druk op de toets [OK].
  • Pagina 338 BELICHTING WIJZIGEN De belichting kan worden aangepast aan de helderheid van het origineel. Selecteer de juiste instellingen aan de hand van de volgende tabel. Belichtingsinstellingen: Belichting Toepassing Auto Bij deze instelling wordt de belichting automatisch aangepast aan lichtere en donkerdere delen van het origineel.
  • Pagina 339 RESOLUTIE WIJZIGEN De resolutie kan zo gekozen worden dat deze overeenkomt met de eigenschappen van het origineel, zoals tekst of foto, het formaat van de tekst en de lichtsterkte van de afbeelding. Selecteer de juiste instellingen aan de hand van de volgende tabel. Resolutie-instellingen Resolutie Toepassing...
  • Pagina 340 CONTROLEREN VAN DE TE VERZENDEN AFBEELDING (Voorbeeld) Als u op de toets [Voorbeeld] tikt voordat u het origineel scant, kunt u de gescande afbeelding vóór verzending controleren op het aanraakscherm. * Standaard staat de instelling op uitgeschakeld. Afhankelijk van de omvang van de verzendgegevens, kan een deel van de voorbeeldafbeelding wegvallen op het voorbeeldscherm op het aanraakscherm.
  • Pagina 341 VOORBEELD AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het voorbeeld afbeeldingscontrole uitgelegd. Voorbeeld Info verzender Functieoverz. Weergave draaien Start zenden 0001 /0010 Voorvertoning Toets [Info verzender] Er verschijnt een voorbeeld van het gescande origineel. Druk hierop om de afzenderinformatie voor fax eigen nr. Als de afbeelding is afgesneden, verschuif het beeld dan weer te geven.
  • Pagina 342 FAXONTVANGST In dit gedeelte worden de basisprocedures voor het ontvangen van faxberichten uitgelegd. FAXBERICHTEN ONTVANGEN Als de ontvangstfunctie ingesteld is op "Automat. Faxgeheugen", ontvangt en drukt de machine automatisch faxberichten af. De functie faxontvangst verschijnt in het basisscherm. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan...
  • Pagina 343 FAXBERICHT ONTVANGEN Wanneer er een fax is verzonden naar de machine, zal de machine de fax automatisch ontvangen en afdrukken. De machine belt en de faxontvangst begint automatisch. Pieptoon Er klinkt een pieptoon wanneer de ontvangst klaar is. • Systeeminstellingen (Beheerder): Luidsprekerinstellingen Dit wordt gebruikt om het volume en de toon van het ontvangstgeluid aan te passen.
  • Pagina 344 FAXBERICHT HANDMATIG ONTVANGEN U kunt een faxbericht handmatig ontvangen via het aanraakscherm. Als de machine belt, drukt u op de toets [Luidspreker] in het basisscherm en daarna op de toets [Handmatige faxontvangst]. Telefoonmodus. Luidspreker Opn. verzenden Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Scannen:...
  • Pagina 345 EEN FAX MET WACHTWOORDBEVEILIGING AFDRUKKEN (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) De optie "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens" in de systeeminstellingen (beheerder) kan worden ingeschakeld om faxen in het geheugen te ontvangen zonder ze af te drukken. Om faxen af te drukken moet een wachtwoord worden ingevoerd.
  • Pagina 346 AFBEELDING VOOR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Wanneer "Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens" in de systeeminstellingen (beheerder) is ingeschakeld*, kunt u een ontvangen afbeelding in het aanraakscherm controleren voordat u het afdrukt. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding af te drukken. * Standaard staat de instelling op uitgeschakeld.
  • Pagina 347 DE AFBEELDING VOOR HET DOORSTUREN CONTROLEREN Wanneer "Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens" is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kunt u de ontvangen gegevens van de lijst selecteren en ze doorsturen naar de adressen die in het adresboek geregistreerd staan. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding door te sturen. * De standaardfabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 348 Start doorsturen Raak de toets [Start doorst.] aan. AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF GGG GGG HHH HHH III III JJJ JJJ Freq. ABCD EFGH IJKL MNOP QRSTU VWXYZ etc. Adres sorteren Start doorst. Als het scherm van stap 1 verschijnt terwijl u bezig bent met het configureren van de instellingen van een functie in de instelschermen, worden de geconfigureerde instellingen geannuleerd als u de afbeelding weergeeft.
  • Pagina 349 SCHERM AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het scherm afbeeldingscontrole uitgelegd. Vorige Beeldcontrole 0123456789 04/04/2013 10:28 1 / 3 Weergave draaien Afdrukken 0001 0010 Informatieweergave Toets "Weergave draaien" Hier wordt informatie over de weergegeven afbeelding Hiermee draait de afbeelding 90 graden naar rechts of getoond.
  • Pagina 350 ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN (Doorsturen Faxdata) Wanneer de machine niet kan afdrukken omdat er geen papier of inkt meer aanwezig is, kunnen ontvangen faxen worden doorgestuurd naar een andere, vooraf ingestelde faxmachine. Deze functie is handig voor het gebruik in een kantoor of andersoortige werkruimte met twee extra telefoonlijnen en waar een tweede faxmachine aangesloten is op een andere telefoonlijn.
  • Pagina 351 ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN NAAR EEN ADRES (Instelling voor inkomende routing) Wanneer de machine niet kan afdrukken omdat er geen papier of inkt meer aanwezig is, kunnen ontvangen faxen worden doorgestuurd naar een internetfax, e-mailadres of andere, vooraf ingestelde faxmachine. Deze functie kan worden gebruikt om ontvangen faxen naar een bepaald adres door te sturen, zonder deze af te drukken.
  • Pagina 352 De functie voor inkomende routing inschakelen. (1) Klik op [Toepassingsinstellingen], [Instelling voor inkomende routing] en vervolgens [Beheerinstellingen] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Inschakelen] in "Inkomende routing" en klik op de [Indienen] button. Het is mogelijk dat het voor gebruikers zonder beheerderrechten verboden is om doorstuurtabellen in dit scherm op te slaan, te bewerken en te wissen, en dat ze niet mogen opgeven welke tabel wordt gebruikt.
  • Pagina 353 Een doorstuurtabel opslaan. Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres worden gecombineerd. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het menu van de webpagina's en klik op de toets [Toevoegen]. (2) Voer een "Tabelnaam"...
  • Pagina 354 Te gebruiken doorstuurtabellen opgeven. Om de functie voor inkomende routing te gebruiken, schakelt u in de opgeslagen tabellen de doorstuurtabellen in die u wenst te gebruiken. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Altijd doorsturen] of [Doorsturen op geselecteerde dag &...
  • Pagina 355 SPECIALE FUNCTIES Dit gedeelte gaat over speciale functies die kunnen worden gebruikt voor faxverzending. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm op de toets [Spec. Functies] wordt gedrukt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee schermen. Druk op de toets om tussen de schermen te wisselen.
  • Pagina 356 U kunt speciale functies doorgaans combineren met andere speciale functies. Enkele combinaties zijn echter niet mogelijk. Als u een niet-toegestane combinatie selecteert, verschijnt een boodschap op het aanraakscherm. De toets [OK] en de toets [Annuleren] In sommige gevallen verschijnen er in de schermen voor speciale functies twee toetsen [OK] en één toets [Annuleren]. De toetsen worden op de volgende manier gebruikt: a x e n / S p e c .
  • Pagina 357 FAXHANDELINGEN OPSLAAN (Programma) Een programma is een groep verzendinstellingen die bij elkaar zijn opgeslagen. Wanneer u verzendinstellingen opslaat in een programma, kunt u deze instellingen weer oproepen en gebruiken voor een andere faxopdracht. Wanneer u bijvoorbeeld hetzelfde A4 (8-1/2" x 11") formaat eens per maand wilt versturen naar alle filialen in diverse regio's.
  • Pagina 358 Plaats het origineel. Plaats het origineel in de lade van de automatische documentinvoer of op de glasplaat in overeenstemming met de functies die in het programma zijn opgeslagen. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op [Programma]. ☞...
  • Pagina 359 WISSEN VAN SCHADUWRANDEN OP EEN AFBEELDING (Wissen) Deze wisfunctie wordt gebruikt om schaduwen op kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. (Deze functie wist de delen van de afbeelding waar schaduwranden zich meestal voordoen. De functie neemt geen schaduwen waar en wist alleen de schaduwranden.) Scannen van een dik boek Zonder de wisfunctie...
  • Pagina 360 Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. a x e n / S p e c . u n c t i e s Selecteer een van de 4 wisfuncties. Raak de toets [Zijkant wissen] aan om het volgende W i s s e n A n n u l e r e n scherm te openen.
  • Pagina 361 FAX VERZENDEN OP EEN VOORAF INGESTELD TIJDSTIP (Timer) Wanneer u deze functie gebruikt, vindt de verzending automatisch plaats op een vooraf ingesteld tijdstip. De functie timerverzending maakt het eenvoudig verzendingen in de wachtrij, distributie verzendopdrachten en andere verzendingen 's nachts of op andere tijden uit te voeren wanneer de telefoontarieven goedkoper zijn. U kunt ook een timerinstelling specificeren voor navraaggeheugen om een fax te ontvangen wanneer u niet aanwezig bent.
  • Pagina 362 Stel de tijd in met de toetsen (1) Geef de dag op. Faxen/Spec. Functies Timer Annuleren Wilt u geen dag opgeven, selecteer dan [---]. In dat geval begint de verzending zodra de bij (2) opgegeven tijd aanbreekt. Dag van de week Tijd (2) Geef de tijd op (uur, minuut) Selecteer de tijd in 24-uursindeling.
  • Pagina 363 EEN GROOT AANTAL PAGINA'S VERZENDEN (Opdr. samenst.) Met deze functie kunt u een zending die bestaat uit een groot aantal originelen opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische documentinvoer en alle pagina's versturen in één enkele verzending. Gebruik deze functie als er meer originelen zijn dan in een keer in de automatische documentinvoer kunnen worden geplaatst.
  • Pagina 364 Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT] om de eerste set pagina's te scannen. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( Plaats de volgende set originelen en druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. Herhaal deze stap totdat u alle originelen hebt gescand. Om het scannen te annuleren...
  • Pagina 365 ORIGINELEN VAN VERSCHILLENDE FORMATEN VERZENDEN (Origineel gem. form.) Met deze functie kunt u originelen van verschillend formaat tegelijk scannen en verzenden, bijvoorbeeld originelen van A5-formaat (5-1/2" x 8-1/2") samen met originelen van A4-formaat (8-1/2" x 11"). Bij het scannen van de originelen herkent de machine automatisch het formaat van elk origineel.
  • Pagina 366 Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. Het scannen begint. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( • Zodra gemengde formaten originelen zijn geselecteerd, kan geen origineel scanformaat meer worden opgegeven. •...
  • Pagina 367 BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART ALS EEN ENKELE PAGINA VERZENDEN (Kaart Formaat) Met deze functie kunt u de voor- en achterkant van een kaart verzenden als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Verzonden afbeelding Originelen Verzending Voorzijde Achterzijde...
  • Pagina 368 Geef het formaat van het origineel op. (1) Voer het formaat van het origineel in. Faxen/Spec. Functies • Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) en Annuleren Kaart Formaat voer de breedte in. • Druk op de cijferweergavetoets voor Y(hoogte) en voer (25~210) Passend om de hoogte in.
  • Pagina 369 Druk op de toets [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. (Pg.No.x) Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Configureren Lezen Klaar Als u doorgaat met de voorkant van de kaart te scannen, kunt u de toets [Configureren] indrukken om belichting, resolutie, scanformaat en verzendformaat te wijzigen.
  • Pagina 370 HET AANTAL GESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN VOOR VERZENDING (Aantal originelen) Het aantal gescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voor de verzending. Door het aantal gescande originele vellen te controleren voor de verzending, vermijdt u verzendingsfouten. Steek de originelen met de voorzijde naar boven in de lade van de Indicator documentinvoer.
  • Pagina 371 Als het scannen klaar is, controleer dan het aantal gescande originele vellen en druk op [OK]. Er zijn XX pagina's van (p.X) het origineel gescand. Gescande gegevens verzenden? Het verzenden zal beginnen. • Wanneer u de modus Opdracht samenstel. gebruikt, zal het bevestigingsbericht verschijnen nadat u op de toets [Lezen Annuleren klaar] hebt gedrukt.
  • Pagina 372 AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (Transmissie Rapport) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een verzending mislukt of wanneer een distributieverzending wordt uitgevoerd. In het transmissierapport staat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam andere partij, vereiste tijd, aantal pagina's, status, enz.). ☞...
  • Pagina 373 Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen voltooid is, plaats dan het volgende origineel en druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT].
  • Pagina 374 AFZENDERINFORMATIE TOEVOEGEN AAN UW FAXEN (Eigen nummer verzenden) Uw afzenderinformatie (datum, tijd, naam afzender, faxnummer verzender, aantal pagina's) wordt automatisch toegevoegd bovenaan elke faxpagina die u verzendt. Voorbeeld van een afzenderinformatie op een pagina 04/APR/2013/Do 15:00 AAAAA Faxnr. 0123456789 P.001/001 (1) Datum, tijdstip Datum en tijdstip van verzending.
  • Pagina 375 AFZENDERINFORMATIE TIJDELIJK WIJZIGEN (Eigen naam kiezen) U kunt de afzenderinformatie op een fax kiezen uit een lijst met opgeslagen afzenders. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Eigen naam kiezen]-toets.
  • Pagina 376 EEN FAXMACHINE OPROEPEN EN ONTVANGST INITIALISEREN (Navragen) Met deze functie kan de ontvangende machine een andere faxmachine bellen en de ontvangst van het document in die machine starten. Omdat de ontvangende machine de ontvangst van een document initialiseert, wordt deze functie "Navraag ontvangst" genoemd.
  • Pagina 377 Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. Uw machine zal de andere machine bellen en beginnen met de ontvangst van de fax. • Navraag-ontvangst kan worden gebruikt in combinatie met de timerfunctie om navraag te doen op een specifiek tijdstip, zoals bijvoorbeeld 's nachts wanneer u niet aanwezig bent (U kunt maximaal één timer navraag-ontvangst instellen.). •...
  • Pagina 378 EEN NAVRAAG-ONTVANGST HANDMATIG INITIALISEREN Gebruik deze procedure wanneer u een navraag-ontvangst moet starten nadat u een opgenomen bericht hebt afgeluisterd, bijvoorbeeld in het geval van een faxinformatie-service. • Zorg ervoor dat er geen origineel in de machine is geplaatst wanneer u de functie Navraag-ontvangst gebruikt. •...
  • Pagina 379 EEN FAX VERZENDEN WANNEER EEN ANDERE MACHINE NAVRAAG DOET BIJ UW MACHINE (Navraaggeheugen) Het verzenden van een document dat in het geheugen is gescand wanneer een andere machine navraag doet bij uw machine wordt "Navraaggeheugen" genoemd. Voorafgaand aan de navraag, moet het document dat moet worden gefaxt naar de andere machine in het navraaggeheugen worden gescand.
  • Pagina 380 EEN DOCUMENT IN EEN NAVRAAGGEHEUGEN SCANNEN Volg deze stappen om een document in een geheugenvak (Openbaar Vak) te scannen voor navraagverzending. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 381 Selecteer de Afbeeldingsinstellingen en Geheugenvak - Dataopslag speciale functies. Geheugenvak Auto Auto Origineel Scannen: Zenden: Lijst Auto Belichting Resolutie Standaard Spec. Functies Automat. Ontvangst Faxgeheugen:100% • U kunt geen programma, timer-instelling, transactierapport, navraag, verificatie stempel of documentarchivering selecteren. • Druk op de toets [Geheugenvak Lijst] om terug te gaan naar het scherm van stap 4. Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT].
  • Pagina 382 EEN DOCUMENT UIT HET OPENBAAR VAK CONTROLEREN U kunt het document dat in het openbare vak van de machine is opgeslagen controleren voor geheugennavraag. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Geheugenvak]-toets.
  • Pagina 383 EEN DOCUMENT VERWIJDEREN UIT HET OPENBAAR Een document verwijderen uit het openbaar vak wanneer u deze niet langer nodig hebt. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen. (3) Druk op de [Geheugenvak]-toets.
  • Pagina 384 F-CODE COMMUNICATIE VERRICHTEN Dit gedeelte legt uit hoe u F-code communicatiehandelingen verricht. F-code communicatie is mogelijk met machines van andere fabrikanten die ook F-code communicatie ondersteunen. F-CODE COMMUNICATIE Het uitwisselen van vertrouwelijke documenten (vertrouwelijke communicatie), terughalen (navraag) en distributie (navraaggeheugen) van informatie, en distributie van informatie naar meerdere bestemmingen (relay-distributieverzending) is mogelijk met andere machines die F-code communicatie ondersteunen.
  • Pagina 385 GEHEUGENVAKKEN MAKEN IN DE MACHINE VOOR F-CODE COMMUNICATIE Voordat de F-code communicatiefunctie kan worden gebruikt, moeten er speciale geheugenvakken gemaakt worden met behulp van "F-Codegeheugenvak" in de systeeminstellingen. Een vaknaam en een F-code (subadres en wachtwoord) worden in elk vak geprogrammeerd en een F-code communicatiefunctie wordt toegekend aan elke vak.
  • Pagina 386 F-CODES GEBRUIKEN VOOR VERTROUWELIJKE COMMUNICATIE Door een fax te verzenden naar een F-Codegeheugenvak (vertrouwelijk) in de ontvangende machine (uw machine of de andere) kan de afzender de verzending specifiek aan de gebruiker van dat vak adresseren. Dit is handig voor het verzenden van vertrouwelijke documenten die alleen bedoeld zijn voor de ontvanger en niemand anders, of wanneer de ontvangende machine door meerdere departementen gebruikt wordt.
  • Pagina 387 F-CODE VERTROUWELIJKE VERZENDING Volg de onderstaande stappen om een vertrouwelijke fax te verzenden door een F-code aan het faxnummer toe te voegen. Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Voer het faxnummer van de bestemming Voorwaarde- (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm.
  • Pagina 388 EEN FAX MET VERTROUWELIJKE F-CODE ONTVANGST CONTROLEREN Als er een vertrouwelijke fax met F-code naar uw machine verzonden is, wordt de fax ontvangen in het geheugenvak dat gespecificeerd is de F-code. Voer het afdrukwachtwoord in om de ontvangen faxen te controleren. De machine maakt een geluid en de fax wordt ontvangen.
  • Pagina 389 Voer een afdrukwachtwoord in via het numerieke toetsenbord. Voer pincode in via cijfertoetsen. Het teken "–" verandert in " " nadat een cijfer is ingevoerd. Annuleren Let erop dat u het juiste afdrukwachtwoord invoert. Als u een fout maakt, verschijnt er een melding en keert u terug naar het invoerscherm.
  • Pagina 390 NAVRAAG ONTVANGST MET F-CODES Deze functie stelt uw machine in staat een andere machine te bellen om te beginnen met de ontvangst van een fax die in de andere machine in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen) ligt opgeslagen. Tijdens de navraaghandeling moet uw machine de F-code (subadres en wachtwoord) die in de andere machine geconfigureerd is correct specificeren anders vindt de navraagontvangst niet plaats.
  • Pagina 391 Voer het faxnummer van de bestemming Voorwaarde- (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht (2) Druk op de sneltoets van de gewenste CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF bestemming. Globaal GGG GGG HHH HHH Adres Zoeken Als de bestemming niet is opgeslagen in het adresboek,...
  • Pagina 392 NAVRAAGGEHEUGENVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw machine van een andere machine een verzoek tot verzending ontvangt, verzendt deze functie van uw machine naar de andere een fax die opgeslagen is in een geheugenvak met F-code (navraaggeheugen). De andere machine moet de F-code die in uw machine geconfigureerd is correct specificeren anders vindt de verzending niet plaats.
  • Pagina 393 Druk op de [Dataopslag]-toets. Geheugenvak Verlaten Vertrouwelijke Navraaggeheugen Ontvangst Dataopslag Datacontr. Datacontr. Data Wissen Druk op de toets van het Vorige Geheugenvak - Dataopslag navraaggeheugenvak met F-code. Openbaar Vak Box 1 Box 2 Box 3 Box 4 Box 5 Box 6 Box 7 Box 8 Box 9...
  • Pagina 394 Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen voltooid is, plaats dan het volgende origineel en druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT].
  • Pagina 395 DOCUMENT IN NAVRAAGGEHEUGENVAK MET F-CODE CONTROLEREN U kunt het document dat in het F-code navraaggeheugenvak is opgeslagen controleren. Een document in een geheugenvak kan niet worden afgedrukt terwijl het wordt verzonden. Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op de toetsen om tussen de schermen te wisselen.
  • Pagina 396 EEN DOCUMENT WISSEN DAT OPGESLAGEN IS VOOR NAVRAAGVERZENDING MET F-CODE Wanneer een document in een navraaggeheugenvak met F-code niet langer nodig is, volg dan de onderstaande stappen om het te wissen. Een document in een geheugenvak kan niet worden gewist terwijl het wordt verzonden. Speciale functies selecteren.
  • Pagina 397 RELAY-VERZOEKVERZENDING MET F-CODES Deze functie wordt gebruikt om een fax naar een geheugenvak met F-code relay distributie in een andere machine te sturen en te zorgen dat die machine de fax relayed naar meerdere ontvangende machines. Wanneer er een grote afstand is tussen uw machine en de ontvangende machines, kan het verzenden van de fax naar een relay-machine die zich dichterbij de ontvangende machines bevindt, u helpen de telefoonkosten te verlagen.
  • Pagina 398 Voer het faxnummer van de bestemming Voorwaarde- (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD (2) Druk op de sneltoets van de gewenste Adresinvoer EEE EEE FFF FFF bestemming. Globaal GGG GGG HHH HHH Adres Zoeken Als de bestemming niet is opgeslagen in het adresboek,...
  • Pagina 399 RELAY-DISTRIBUTIEVERZENDING MET F-CODES Wanneer uw machine een relay-verzoekverzending ontvangt, wordt de fax ontvangen in een geheugenvak met F-code relay-distributie in uw machine. Uw machine relays de fax naar alle ontvangende machines die in het geheugenvak geprogrammeerd zijn. Het verzenden naar de ontvangende machines vindt automatisch plaats. De fax wordt naar alle ontvangende machines verzonden die...
  • Pagina 400 EEN EXTRA TELEFOON GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een extra telefoon kunt gebruiken voor telefoongesprekken en om een fax te ontvangen nadat u met de persoon aan de telefoon gesproken hebt. EEN EXTRA TELEFOON AANSLUITEN EN GEBRUIKEN (Aansluiting extra telefoon) U kunt een extra telefoon aansluiten aan de machine.
  • Pagina 401 EEN FAX ONTVANGEN NA BEANTWOORDING VAN EEN GESPREK VIA DE EXTRA TELEFOON (ontvangst op afstand) Volg de stappen hieronder als u een faxontvangst wil starten nadat u een telefoongesprek heeft beantwoord met de extra telefoon. Als u met een puls telefoonlijn (draaifunctie) werkt, stel de extra telefoon dan zo in dat het toonsignalen afgeeft. Wanneer u de telefoon hoort overgaan, neem dan de extra telefoon op.
  • Pagina 402 DE STATUS VAN FAXOPDRACHTEN CONTROLEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de status van gereserveerde verzendingsopdrachten en van ontvangen faxen kunt controleren. OPDRACHTSTATUSSCHERM Het scherm opdrachtstatus verschijnt wanneer u op de toets [OPDRACHT STATUS] ( ) op het bedieningspaneel drukt.
  • Pagina 403 SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm bestaat uit twee schermen: het scherm opdrachtwachtrij waarin gereserveerde opdrachten en de opdracht in uitvoering worden weergegeven, en het scherm uitgevoerde opdrachten. Wissel tussen de twee schermen door op onderstaande selectietoets (2) van het opdrachtstatusscherm te drukken. Scherm Opdrachtwachtrij Het scherm voor voltooide opdrachten Afdrukopdr.
  • Pagina 404 Weergave opdrachttoetsen Op de toetsen voor de opdrachtwachtrij en uitgevoerde opdrachten op het opdrachtstatusscherm wordt de volgende informatie weergegeven. AAA AAA 10:22 04/01 000/004 Wachten Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de Tijd van reservering / Starttijd wachtrij aan.
  • Pagina 405 • Uitgevoerde opdracht Bericht Status "Verzenden Verzending voltooid. OK" "In Ontvangst voltooid, maar de fax is Geheugen" niet afgedrukt. "Ontvangen" Afgedrukte ontvangen faxgegevens. "Doorstuur De ontvangen fax is doorgestuurd. OK" "Gestopt" De opdracht werd gestopt. "Wissen" Verwijderde ontvangen gegevens op het scherm afbeeldingscontrole. "Aantal Voltooiing van een succesvolle...
  • Pagina 406 VOORTGANG WANNEER EEN OPDRACHT UIT DE WACHTRIJ IS UITGEVOERD Een normale verzendopdracht die wordt voltooid gaat over naar het scherm uitgevoerde opdrachten en in de statuskolom verschijnt "Verzenden OK". Ontvangen faxen, timer verzendopdrachten, herhaalopdrachten en doorgestuurde opdrachten worden als volgt in het opdrachtstatusscherm behandeld.
  • Pagina 407 GERESEERVEERDE OPDRACHTEN OF OPDRACHTEN IN UITVOERING CONTROLEREN U kunt de gedetailleerde inhoud weergeven van een distributieverzending of van een reeks navraagopdrachten. Selecteer (druk op) de toets van de opdracht die u wilt controleren en druk op de [Details]-toets. Het scherm voor opdrachtdetails verschijnt (zie hieronder).
  • Pagina 408 UITGEVOERDE OPDRACHTEN CONTROLEREN U kunt een lijst controleren van de bestemmingen, de bestemmingen waarvoor de verzending mislukte en andere gedetailleerde informatie over voltooide distributieverzendopdrachten, ontvangen faxen doorstuuropdrachten, voltooide reeksen van navraagopdrachten en voltooide opdrachten die gebruikmaakten van de functie documentarchivering. Druk op de toets van de gewenste opdracht in het scherm voor voltooide opdrachten en druk op de [Details]-toets.
  • Pagina 409 EEN FAX IN UITVOERING OF EEN GERESERVEERDE FAX ANNULEREN Volg de onderstaande stappen om een faxverzending in uitvoer of een gereserveerde faxopdracht te annuleren. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]( Selecteer de faxopdracht die u wilt Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax annuleren.
  • Pagina 410 VOORRANG GEVEN AAN EEN GERESERVEERDE FAXOPDRACHT Als er meerdere opdrachten wachten op verzending, worden de opdrachten normaal gesproken op volgorde van reservering verzonden. Mocht het nodig zijn om een opdracht voorrang te verlenen boven andere opdrachten, ga dan als volgt te werk. Druk op de toets [OPDRACHT STATUS]( Selecteer de faxopdracht die u voorrang...
  • Pagina 411 HET ACTIVITEITENLOGBOEK NAKIJKEN (Activiteitenrapport Beeld Verzenden) ACTIVITEITENRAPPORT BEELD VERZENDEN U kunt de machine een logboek laten afdrukken van recente beeldverzendingsactiviteiten (datum, naam, naam andere partij, vereiste tijd, resultaat, enz.). Het Activiteitenrapport Beeld Verzenden bevat nuttige informatie over bijvoorbeeld het soort fouten dat zich voordoet. De laatste 200 transacties worden in het rapport opgenomen.
  • Pagina 412 INFORMATIE IN DE STATUSKOLOM Foutsoorten en andere informatie worden afgedrukt in de statuskolom van transmissie- en activiteitsrapporten. Als er een transmissie- of activiteitsrapport is afgedrukt, controleer de resultaten van de transactie dan in de statuskolom en neem desgewenst maatregelen. Voorbeelden van berichten die in de statuskolom worden afgedrukt Bericht Uitleg De transactie is normaal verlopen.
  • Pagina 413 HOOFDSTUK 5 SCANNER/INTERNETFAX Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de scannerfunctie en de functie Internetfax. De USB-geheugenmodus kan worden gebruikt zonder installatie van een randapparaat. Voor de functie Internetfax hebt u de internetfaxuitbreidingskit nodig. EEN BEELD VERZENDEN VOORDAT U DE MACHINE ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT...
  • Pagina 414 SCANNER/INTERNETFAX INTERNETFAX ONTVANGSTFUNCTIES SPECIALE FUNCTIES INTERNETFAX ONTVANGEN ....5-104 SPECIALE FUNCTIES ..... . 5-71 •...
  • Pagina 415 SCANNER/INTERNETFAX VOORDAT U DE MACHINE ALS NETWERKSCANNER GEBRUIKT Dit gedeelte bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de machine als een netwerkscanner gebruikt. NETWERKSCANNERFUNCTIE Met de netwerkscannerfunctie van de machine kunt u een origineel scannen en er een beeldbestand van maken. Dit bestand kan via een netwerk naar een computer, FTP-server of andere bestemming worden gezonden.
  • Pagina 416 SCANNER/INTERNETFAX USB-geheugenmodus ☞ EEN BEELD IN USB-GEHEUGENMODUS VERZENDEN (pagina 5-35) USB-geheugenscan Het gescande bestand wordt gezonden naar en opgeslagen op een USB-geheugenapparaat dat op de machine is aangesloten. Internetfaxmodus U kunt de functie Internetfax alleen gebruiken als de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd. ☞...
  • Pagina 417 SCANNER/INTERNETFAX VOORBEREIDINGEN VOOR GEBRUIK ALS NETWERKSCANNER ZORG DAT DE HOOFDSTROOMSCHAKELAAR OP "AAN" STAAT De stroom is ingeschakeld als de AAN-indicator rechts van het bedieningspaneel brandt. Als de AAN-indicator niet brandt, is de stroom "uitgeschakeld". Zet de stroomschakelaar aan en druk op de toets [AAN] ) op het bedieningspaneel.
  • Pagina 418 SCANNER/INTERNETFAX VEREISTE INSTELLINGEN OP DE WEBPAGINA'S Om de scanmodus en internetfaxmodus te gebruiken, moeten de basisinstellingen voor de netwerkscanner, de serverinstellingen zoals SMTP- en DNS-instellingen, en het adres van de afzender op de webpagina's worden geconfigureerd. • Serverinstellingen Als u serverinstellingen wilt configureren, klikt u op [Netwerkinstellingen] en vervolgens op [Services instellingen] in het menu van de webpagina.
  • Pagina 419 SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMINGEN OPSLAAN VOOR SCANNEN NAAR DESKTOP Als u uw computer in de machine als een bestemming voor scannen naar desktop wilt opslaan, moet Network Scanner Tool worden geestalleerd van de cd-rom "Sharpdesk/Network Scanner Utilities" bij deze machine. Om een afbeelding naar uw computer te scannen, moet Network Scanner Tool op uw computer draaien.
  • Pagina 420 SCANNER/INTERNETFAX VOORDAT U NAAR EEN DIRECT SMTP-ADRES ZENDT De machine ondersteunt Direct SMTP, waarmee u rechtstreeks internetfaxen binnen uw bedrijf kunt versturen zonder een mailserver. Informatie over de procedure voor het opslaan van een Direct SMTP-adres in een adresboek vindt u in "BESTEMMINGSADRESSEN IN HET ADRESBOEK OPSLAAN VOOR ELKE SCANMODUS"...
  • Pagina 421 SCANNER/INTERNETFAX BASISSCHERM De scanmodus, Internetfaxmodus, USB-geheugenmodus en de PC-scanmodus worden bediend door het selecteren van instellingen en opdrachten in de basisschermen van deze modi. Als u het basisscherm van een modus wilt weergeven, drukt u op de toets [BEELD VERZENDEN] in het aanraakscherm en daarna op de tab van de modus die u wilt gebruiken. Basisscherm van scanmodus BEELD DOCUMENT...
  • Pagina 422 SCANNER/INTERNETFAX ☞ Aangepaste toetsen BESTEMMING OPROEPEN MET EEN ZOEKNUMMER (pagina 5-21) U kunt de toetsen die hier verschijnen wijzigen, zodat ze instellingen of functies van uw voorkeur aangeven. (13) Toets [Spec. Functies] ☞ Aangepaste toetsen tonen (pagina 5-11) Druk op deze toets om een speciale functie te gebruiken. ☞...
  • Pagina 423 SCANNER/INTERNETFAX Aangepaste toetsen tonen Speciale functietoetsen en andere toetsen kunnen worden weergegeven in het basisscherm. Stel deze toetsen in op functies die u vaak gebruikt, zodat u erover beschikt met één druk op de toets. De aangepaste toetsen worden geconfigureerd met "Toetsinstelling aanpassen" op de webpagina's. De volgende toetsen verschijnen standaard: •...
  • Pagina 424 SCANNER/INTERNETFAX ADRESBOEKSCHERM In dit scherm worden verzendbestemmingen geselecteerd. (10) (11) AAA AAA xxx@xx.xxx.com Voorwaarde- (12) Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF Globaal GGG GGG HHH HHH Adres Zoeken III III JJJ JJJ (13) Adres sorteren Freq.
  • Pagina 425 SCANNER/INTERNETFAX • Op de sneltoetsen in het adresboek verschijnen pictogrammen waarmee de gebruikte verzendmodus wordt aangegeven. ☞ EEN BESTEMMING OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK (pagina 5-18) • Informatie over het opslaan van adressen in een adresboek vindt u in "BESTEMMINGSADRESSEN IN HET ADRESBOEK OPSLAAN VOOR ELKE SCANMODUS"...
  • Pagina 426 SCANNER/INTERNETFAX Indexweergave Indexen vergemakkelijken het zoeken naar een bestemming (sneltoets). De bestemmingen worden afzonderlijk weergegeven op basis van alfabetische zoektekens en indexnummers. Klik op de betreffende indextab om een opgeslagen bestemming weer te geven. Het is handig om veelgebruikte bestemmingen op te slaan in de index [Freq.]. Geef bij het opslaan van een bestemming op of de bestemming moet worden weergegeven in de index [Freq.].
  • Pagina 427 SCANNER/INTERNETFAX SCAN- EN VERZENDVOLGORDE In deze sectie wordt de basisprocedure voor scannen en verzenden uitgelegd. Selecteer instellingen in de hieronder weergegeven volgorde voor een soepele verzending. Een uitgebreidere beschrijving van de werkwijze voor het selecteren van instellingen vindt u bij de uitleg per instelling in dit hoofdstuk. Plaats het origineel.
  • Pagina 428 SCANNER/INTERNETFAX Instellingen speciale functies Speciale functies kan worden geselecteerd. ☞ Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Adresinvoer Belichting Auto Text Verzendinst. Resolutie 200x200dpi Adresoverzicht Best.Indeling Bestand Kleurmodus Auto/Grijstint Mono Spec. Functies Snelbestand Voorbeeld Start het scannen en verzenden...
  • Pagina 429 SCANNER/INTERNETFAX FORMATEN ORIGINEEL VERZENDBARE ORIGINEELFORMATEN De volgende origineelformaten kunnen worden verzonden Minimaal formaat origineel Maximaal formaat origineel Met de automatische origineelinvoer 140 mm (hoogte) x 140 mm (breedte) 216 mm (hoogte) x 500 mm* (breedte) (5-1/2" (hoogte) x 5-1/2" (breedte) (8-1/2"...
  • Pagina 430 SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMINGEN INVOEREN In dit gedeelte wordt het opgeven van bestemmingsadressen beschreven, inclusief het selecteren van een adres uit het Adresboek en het ophalen van een adres door het invoeren van een zoeknummer. EEN BESTEMMING OPROEPEN VANUIT HET ADRESBOEK Het scherm adresboek geeft opgeslagen bestemmingen weer als sneltoetsen. De bestemmingen worden weergegeven op volgorde van zoeknummer.
  • Pagina 431 SCANNER/INTERNETFAX OPROEPEN VAN EEN BESTEMMING Door het selecteren van een sneltoets wordt een bestemming opgeroepen. Druk op [Adresboek]. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Adresinvoer Belichting Auto Text Verzendinst. Resolutie 200x200dpi Adresoverzicht Best.Indeling Bestand Kleurmodus Auto/Grijstint Mono...
  • Pagina 432 SCANNER/INTERNETFAX GESELECTEERDE BESTEMMINGEN CONTROLEREN EN WISSEN Als er meerdere bestemmingen zijn geselecteerd, kunt u de bestemmingen weergeven en controleren. Ook is het mogelijk om een bestemming uit de lijst te wissen (selectie van bestemming annuleren). Druk op [Adresoverzicht]. Voorwaarde- Instellingen AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht...
  • Pagina 433 SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMING OPROEPEN MET EEN ZOEKNUMMER Een bestemming die in het Adresboek is opgeslagen, kan met de toets worden opgeroepen. Dit kan vanuit het basisscherm van alle modi of vanuit het scherm Adresboek. Druk op Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen:...
  • Pagina 434 SCANNER/INTERNETFAX BESTEMMING HANDMATIG OPGEVEN Adressen voor Scannen naar E-mail, internetfax, Netwerkmap en gegevensinvoer kunnen handmatig worden ingevoerd. Het adresinvoerscherm weergeven. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Voordat u de toets [Adresinvoer] op het basisscherm Instellingen AAA AAA BBB BBB aantikt, tikt u op de tab van de functie die u wilt gebruiken.
  • Pagina 435 SCANNER/INTERNETFAX EEN NETWERKMAP OPGEVEN Een Netwerkmap op een server of computer die op hetzelfde netwerk is aangesloten als de machine, kan direct worden opgegeven. Selecteer [Netwerkmap] in stap 2 op de vorige pagina en volg onderstaande stappen. Tik op de toets [Bladeren]. Annuleren Netwerkmap •...
  • Pagina 436 SCANNER/INTERNETFAX Open de netwerkmap. (1) Druk op de toets van de werkgroep die u Stel de begintijd in. Zoeken wilt openen. Werkgroep Annuleren Werkgroepnaam Work 1 Work 2 Work 3 Work 4 Work 5 Work 6 (2) Druk op de toets van de server of werkgroep die u wilt openen.
  • Pagina 437 SCANNER/INTERNETFAX EEN BESTEMMING OPROEPEN UIT EEN GLOBAAL ADRESBOEK Als een LDAP-server op de webpagina's is geconfigureerd, kunt u een adres opzoeken in een globaal adresboek en dat adres ophalen voor scannen naar e-mail of internetfax (uitgezonderd Direct SMTP-adressen). Open het scherm Globaal Adres Zoeken. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm.
  • Pagina 438 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de bestemming. (1) Druk op de toets van de gewenste bestemming. Voorwaarde- Als er geen namen worden gevonden die overeenkomen Instellingen Details met de zoekletters, krijgt u een melding. Druk op [OK] om Adresoverzicht XXX AAA AAA@xx.xxx.com het bericht te sluiten en druk op [Opnieuw Zoeken] om Opnieuw Zoeken XXX BBB BBB@xx.xxx.com...
  • Pagina 439 SCANNER/INTERNETFAX OPNIEUW VERZENDEN De bestemmingen van de laatste 8 verzendingen met Scannen naar E-mail, internetfax (inclusief Direct SMTP-adressen) en/of fax worden opgeslagen. Een van deze 8 kan geselecteerd worden opnieuw naar de bestemming verzonden te worden. Druk op [Opn. verzenden]. Gereed voor verzenden.
  • Pagina 440 SCANNER/INTERNETFAX EEN BEELD VERZENDEN EEN BEELD IN SCANMODUS VERZENDEN In deze sectie wordt de basisprocedure voor het verzenden in scanmodus uitgelegd (Scannen naar E-mail, Scannen naar FTP, Scannen naar desktop en Scannen naar netwerkmap). • Als een standaardadres is geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de modus of bestemming niet worden gewijzigd en kunnen geen bestemmingen worden toegevoegd.
  • Pagina 441 SCANNER/INTERNETFAX Geef de bestemming op. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- (2) Druk op de sneltoets van de gewenste Instellingen BBB BBB AAA AAA Adresoverzicht bestemming. CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF Het pictogram op de toets geeft aan welk type Globaal bestemming onder de toets is opgeslagen.
  • Pagina 442 SCANNER/INTERNETFAX Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. Scannen/Origineel Om te zorgen dat het origineel wordt gescand in de juiste stand (de bovenrand van het origineel wordt weergegeven boven in Scanformaat Verzendformaat 100% het scherm), geeft u op in welke stand het origineel in stap 1 is Auto geplaatst.
  • Pagina 443 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. (P.x) Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid. Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Open de automatische origineelinvoer en verwijder het origineel. Configureren Lezen Klaar •...
  • Pagina 444 SCANNER/INTERNETFAX ONDERWERP, BESTANDSNAAM, BEANTWOORDEN EN PLATTE TEKST WIJZIGEN Het onderwerp, de bestandsnaam, beantwoorden en platte tekst kunnen tijdens het verzenden van een scan worden gewijzigd. Er kunnen vooraf ingestelde items worden geselecteerd, of er kan rechtstreeks tekst worden ingevoerd. • Bij Scannen naar FTP, Scannen naar desktop of Scannen naar netwerkmap wordt alleen de bestandsnaam gebruikt. •...
  • Pagina 445 SCANNER/INTERNETFAX Druk om de bestandsnaam te wijzigen Verzendinstellingen op de toets [Bestandsnaam]. Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting • De bestandsnaam wordt op dezelfde wijze ingevoerd als het onderwerp. Bestandsnaam • Als u zendt naar een bestemming voor Scannen naar FTP, Antwoord naar Scannen naar desktop of Scannen naar netwerkmap, gaat u Inhoud...
  • Pagina 446 SCANNER/INTERNETFAX Wijzig het bericht door op [Inhoud] te Verzendinstellingen drukken. Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting Bestandsnaam Material for planning meeting Antwoord naar AAA AAA Inhoud Beantwoorden' toevoegen aan Cc Voer de tekst in en druk op [OK]. Invoer inhoud Alles wissen •...
  • Pagina 447 SCANNER/INTERNETFAX EEN BEELD IN USB-GEHEUGENMODUS VERZENDEN Volg onderstaande stappen om een gescande afbeelding naar een in de handel verkrijgbaar USB-geheugenapparaat te verzenden dat op de machine is aangesloten. Het bestand wordt daarmee opgeslagen in het USB-apparaat. • Gebruik een FAT32 USB-geheugen met een capaciteit van meer dan 32 GB. •...
  • Pagina 448 SCANNER/INTERNETFAX Schakel over naar de USB-geheugenmodus en geef het Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan scherm beeldinstellingen weer. Opgeslagen in Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto (1) Druk op de tab [USB-geh.scan] Bestandsnaam Belichting Auto Text Resolutie 200x200dpi Als de tab [USB-geh.scan] niet verschijnt, drukt u op de om het scherm te wijzigen.
  • Pagina 449 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT]. Het scannen begint. • Als het origineel op de glasplaat is gelegd, verschijnt de toets [Lezen Klaar] op het aanraakscherm. Als het origineel slechts één pagina is, gaat u naar stap 7. Als u meer pagina's moet scannen gaat u naar de volgende stap. •...
  • Pagina 450 SCANNER/INTERNETFAX Koppel het USB-geheugen los wanneer "Verzenden van gegevens voltooid." op het aanraakscherm verschijnt. Koppel het USB-geheugen niet los terwijl "Bezig met verzenden van gegevens." of "Bezig met verzenden van gegevens." op het aanraakscherm wordt weergegeven. • Wanneer de verzending naar USB-geheugen is voltooid, wordt "Verzenden van gegevens voltooid." weergegeven. Het bericht verdwijnt even later en het basisscherm van de functie beeld verzenden verschijnt weer.
  • Pagina 451 SCANNER/INTERNETFAX GEEF OP IN WELKE MAP HET BESTAND WORDT OPGESLAGEN. Als u een bestand naar USB-geheugen stuurt, kan een map in USB-geheugen worden opgegeven. Er kan ook een nieuwe map in USB-geheugen worden gemaakt. Als er geen map wordt opgegeven, wordt het bestand op het eerste niveau van de USB-geheugen opgeslagen. Tik op de toets [Opgeslagen in].
  • Pagina 452 SCANNER/INTERNETFAX BESTANDSNAAM INVOEREN U kunt de bestandsnaam invoeren tijdens het verzenden van een scan. • Als de bestandsnaam niet wordt ingevoerd, worden de instellingen van de webpagina gebruikt. • Zie "TEKST INVOEREN" (pagina 1-54) in "1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT" voor de procedure voor het invoeren van tekst.
  • Pagina 453 SCANNER/INTERNETFAX EEN FAX VERZENDEN IN INTERNETFAXMODUS De basisprocedure voor het zenden van een fax in internetfaxmodus wordt hieronder uitgelegd. Met de procedure kan ook direct verzonden worden via Direct SMTP. • Als een standaardadres is geconfigureerd in "Instelling standaard adres" in de systeeminstellingen (beheerder), kan de modus of bestemming niet worden gewijzigd en kunnen geen bestemmingen worden toegevoegd.
  • Pagina 454 SCANNER/INTERNETFAX Schakel over naar de internetfaxmodus (1) (2) en geef het scherm beeldinstellingen Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan weer. Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto (1) Druk op de tab [Internetfax]. Adresinvoer Belichting Auto Verzendinst. Resolutie 200x100dpi (2) Druk op [Origineel]. Best.Indeling TIFF-F Adresoverzicht...
  • Pagina 455 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. (P.x) Er klinkt een pieptoon ten teken dat de bewerking is voltooid. Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Open de automatische origineelinvoer en verwijder het origineel. Configureren Lezen Klaar •...
  • Pagina 456 SCANNER/INTERNETFAX ONDERWERP, BESTANDSNAAM EN PLATTE TEKST WIJZIGEN Het onderwerp, de bestandsnaam en de tekst kunnen bij het verzenden van een Internetfax worden gewijzigd. Er kunnen vooraf ingestelde items worden geselecteerd, of er kan rechtstreeks tekst worden ingevoerd. • Als onderwerp en bestandsnaam niet zijn gewijzigd, worden de instellingen van de webpagina gebruikt. •...
  • Pagina 457 SCANNER/INTERNETFAX Druk om de bestandsnaam te wijzigen Verzendinstellingen op de toets [Bestandsnaam]. Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting De bestandsnaam wordt op dezelfde wijze ingevoerd als het onderwerp. Bestandsnaam Inhoud Wijzig het bericht door op [Inhoud] te Verzendinstellingen drukken. Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting Bestandsnaam Material for planning meeting Inhoud...
  • Pagina 458 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [OK]. Verzendinstellingen Onderwerp Sub: Schedule coordination meeting Bestandsnaam Material for planning meeting Inhoud Thank you for your continuous support. We have attached sca Bij het opslaan van vooraf opgestelde tekst voor het onderwerp en de bestandsnaam op de webpagina's kunnen tot 80 tekens worden ingevoerd.
  • Pagina 459 SCANNER/INTERNETFAX DEZELFDE AFBEELDING NAAR MEERDERE BESTEMMINGEN VERZENDEN (Rondzendtransmissie) Dezelfde afbeelding kan in één handeling naar meerdere bestemmingen van scan-, internetfax- en faxmodi worden verzonden. Er kunnen tot 500 bestemmingen in één distributiebewerking worden geselecteerd. Verzending Originelen Als u vaak afbeeldingen naar dezelfde groep bestemmingen rondzendt, is het handig om deze bestemmingen onder een groeptoets op te slaan.
  • Pagina 460 SCANNER/INTERNETFAX Geef de bestemming op. (1) Druk op [Adresboek] in het basisscherm. Voorwaarde- Instellingen (2) Druk op de sneltoets van de gewenste BBB BBB AAA AAA Adresoverzicht bestemming. CCC CCC DDD DDD Adresinvoer EEE EEE FFF FFF (3) Druk op de toets [Aan]. Globaal GGG GGG HHH HHH...
  • Pagina 461 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. •...
  • Pagina 462 SCANNER/INTERNETFAX RONDZENDOPDRACHTEN WAARIN INTERNETFAXBESTEMMINGEN ZIJN OPGENOMEN Als een rondzendopdracht zowel bestemmingen voor de scanmodus als de Internetfaxmodus bevat, krijgen de instellingen van de Internetfaxmodus voorrang (afdrukstand origineel en andere diverse instellingen). Houd bij het uitvoeren van een rondzendopdracht van dit type rekening met onderstaande informatie. De afdrukstand van Internetfax krijgt prioriteit.
  • Pagina 463 SCANNER/INTERNETFAX Details van de rondzendopdracht weergeven. Afdrukopdr. Scan naar Faxopdracht Internetfax Adres Starttijd Pagina Status (1) Druk op de toets van de voltooide Rondzenden0001 10:00 04/01 010/003 NG000000 Opdr.Wachtr rondzendopdracht. Rondzenden0002 10:05 04/01 001/001 Verzenden OK Voltooid 10:22 04/01 004/004 Verzenden OK Rondzenden0003 (2) Druk op [Details].
  • Pagina 464 SCANNER/INTERNETFAX INTERNETFAX VANUIT EEN PC VERSTUREN (PC-I-Fax) Een computerbestand kan via de machine als Internetfax worden verzonden (PC-I-Fax-functie). Internetfaxen worden met de PC-I-Fax-functie op dezelfde manier verzonden als documenten worden afgedrukt. Selecteer het stuurprogramma van de PC-Fax als stuurprogramma voor het afdrukken en selecteer dan de opdracht Afdrukken in de softwaretoepassing.
  • Pagina 465 SCANNER/INTERNETFAX WEERGAVE-INSTELLINGEN Instellingen voor het scannen van het origineel worden in het basisscherm van elke modus geselecteerd. De huidige status van elke instelling verschijnt rechts van de voor het selecteren van de instelling gebruikte toets. Scannen Internetfax Faxen USB-geh.scan PC scan Adresboek Origineel Scannen:...
  • Pagina 466 SCANNER/INTERNETFAX AUTOMATISCH BEIDE ZIJDEN VAN EEN DUBBELZIJDIG ORIGINEEL SCANNEN 2-zijdig (origineel) Met de automatische origineelinvoer kunt u automatisch beide zijden van een origineel scannen. Scantransmissie 2-zijdig origineel Voor- en achterzijde worden gescand Selecteer de scanmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken.
  • Pagina 467 SCANNER/INTERNETFAX SCANFORMAAT ORIGINEEL EN VERZENDFORMAAT OPGEVEN (Vergroten/Verkleinen) Wanneer het origineelformaat wordt ingesteld, is het papierformaat dat in de toets [Origineel] verschijnt, het papierformaat dat is ingesteld bij "Stand. originele afmetingsins." in de systeeminstellingen (beheerder). Het formaat van het geplaatste origineel wordt aangegeven als het scanformaat, en het te verzenden formaat wordt aangegeven als het verzendformaat.
  • Pagina 468 SCANNER/INTERNETFAX Het scanformaat van het origineel opgeven (via papierformaat) Als het origineel geen standaardformaat heeft of als u het scanformaat wilt wijzigen, druk dan op [Origineel] om het formaat van het origineel handmatig op te geven. Plaats het origineel in de lade van de automatische origineelinvoer of op de glasplaat en volg onderstaande stappen.
  • Pagina 469 SCANNER/INTERNETFAX Het scanformaat van het origineel opgeven (met numerieke waarden) Als u een origineel scant dat geen standaardformaat heeft, zoals een kaart, volg dan deze stappen om het formaat van het origineel op te geven. De breedte kan varieen van 25 mm tot 356 mm (1" tot 14"), en de hoogte kan variëren van 25 mm tot 216 mm (1"...
  • Pagina 470 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [OK]. Scannen/Origineel Het opgegeven formaat wordt weergegeven op de toets Scanformaat Verzendformaat [Scanformaat]. Auto X297 Y210 Stand afbeelding 2-Zijdig 2-Zijdig Boekje Schr.Blok • Als het scanformaat wordt opgegeven als een getalswaarde, kan het verzendformaat niet worden opgegeven. •...
  • Pagina 471 SCANNER/INTERNETFAX Het verzendformaat van de afbeelding opgeven Geef het verzendformaat op als een papierformaat. Als het verzendformaat groter is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding vergroot. Als het verzendformaat kleiner is dan het geselecteerde scanformaat, wordt de afbeelding verkleind. •...
  • Pagina 472 SCANNER/INTERNETFAX Geef op in welke afdrukstand het origineel is geplaatst. Scannen/Origineel (1) Druk op de juiste [Stand afbeelding]-toets. Scanformaat 129% Verzendformaat Als deze instelling onjuist is wanneer u een afbeelding verzendt met een gewijzigde ratio, wordt mogelijk geen geschikte afbeelding verzonden. Stand afbeelding (2) Druk op [OK].
  • Pagina 473 SCANNER/INTERNETFAX BELICHTING EN TYPE ORIGINEEL BEELD WIJZIGEN Om optimaal te scannen kunt u de belichting en het type origineel beeld overeenkomstig het origineel instellen. Raadpleeg de volgende tabellen om de juiste instellingen te kiezen. Hoe selecteert u de belichting Belichting Toepassing Bij deze instelling wordt de belichting automatisch aangepast aan lichtere en donkerdere Auto...
  • Pagina 474 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de belichting en het origineelafbeeldingstype. Scanmodus, USB-geheugenmodus, gegevensinvoermodus (1) Selecteer het origineelafbeeldingstype. Druk op de toets origineelafbeeldingstype voor het betreffende afbeeldingtype. Scannen/Belichting (2) Pas de belichting aan met de toetsen Auto Type Origineel Beeld Handmatig De belichting wordt donkerder wanneer op de toets Tekst/ Tekst Tekst/Foto...
  • Pagina 475 SCANNER/INTERNETFAX RESOLUTIE WIJZIGEN U kunt de resolutie-instelling selecteren. Selecteer de scanmodus en geef het scherm beeldinstellingen weer. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken. (2) Druk op [Resolutie]. ☞ WEERGAVE-INSTELLINGEN (pagina 5-53) Selecteer de resolutie. Scanmodus, USB-geheugenmodus, (1) Druk op de toets van de gewenste resolutie.
  • Pagina 476 SCANNER/INTERNETFAX Hoe selecteert u de resolutie Bij originelen met normale tekst is een resolutie van 200X100dpi (200X100dpi in Internetfaxmodus) voldoende voor een leesbare afbeelding. Bij foto's en illustraties levert een hogere resolutie (600X600dpi, enz.) een scherpe afbeelding op. Een hoge resolutie levert een groter bestand op en als het bestand te groot is, is verzending wellicht niet mogelijk. Beperk in dat geval het aantal gescande pagina's of neem andere maatregelen om de bestandsgrootte te beperken.
  • Pagina 477 SCANNER/INTERNETFAX Stel de indeling in. ● Scannen in Mono2 (1) Selecteer het bestandstype. (2) Selecteer de compressiewijze. Scannen/Best.Indeling Bestandstype Compressiemodus TIFF Geen PDF/A MH (G3) Versleutelde PDF MMR (G4) Kleur/grs. Geprogrammeerd Opgegeven pagina's (1-99) per bestand ● Scannen in kleur/grijstinten (1) Druk op de aangegeven toets om de modus [Kleur/grs.] te selecteren.
  • Pagina 478 SCANNER/INTERNETFAX Wijzig het aantal pagina's per bestand door het aantal pagina's in te voeren en sluit het instellen van de indeling. Scannen/Best.Indeling Bestandstype Comp.factor (1) Druk op het selectievakje [Opgegeven TIFF Lage comp pagina's per bestand] zodat er een vinkje PDF/A Gemid.
  • Pagina 479 SCANNER/INTERNETFAX De indeling wijzigen (Internetfaxmodus) De bestandsindeling voor het zenden van een Internetfax staat normaal gesproken ingesteld op [TIFF-F]. Als de Internetfaxmachine op de bestemming de volledige modus niet ondersteunt (de machine ondersteunt slechts de eenvoudige modus), volg dan de onderstaande stappen om [TIFF-S] te selecteren. Schakel over naar de internetfaxmodus en geef het scherm indelingsinstellingen weer.
  • Pagina 480 SCANNER/INTERNETFAX KLEURENMODUS WIJZIGEN Met deze procedure wordt de kleurenmodus waarmee het origineel wordt gescand gewijzigd wanneer op [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT] wordt gedrukt. Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. Starttoets Modus Scanmethode De machine neemt waar of een origineel in kleur of zwartwit is en Automatisch selecteert automatisch scannen in kleur of in zwartwit (Mono2 of Toets [STARTEN...
  • Pagina 481 SCANNER/INTERNETFAX CONTROLEREN VAN DE TE VERZENDEN AFBEELDING (Voorbeeld) Als u op de toets [Voorbeeld] tikt voordat u het origineel scant, kunt u de gescande afbeelding vóór verzending controleren op het aanraakscherm. * Standaard staat de instelling op uitgeschakeld. Afhankelijk van de omvang van de verzendgegevens, kan een deel van de voorbeeldafbeelding wegvallen op het voorbeeldscherm op het aanraakscherm.
  • Pagina 482 SCANNER/INTERNETFAX VOORBEELD AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het voorbeeld afbeeldingscontrole uitgelegd. Voorbeeld Info verzender Functieoverz. Weergave draaien Start zenden 0001 /0010 Voorvertoning Toets [Info verzender] Er verschijnt een voorbeeld van het gescande origineel. Als de modus Internetfax wordt geselecteerd, druk dan Als de afbeelding is afgesneden, verschuif het beeld dan hierop om de afzendergegevens voor Eigen I-Faxadr.
  • Pagina 483 SCANNER/INTERNETFAX SPECIALE FUNCTIES Dit gedeelte gaat over speciale functies die kunnen worden gebruikt voor de scanverzendmodus. SPECIALE FUNCTIES Het menuscherm voor speciale functies verschijnt als in het basisscherm de toets [Spec. Functies] wordt aangeraakt. Het menu van speciale functies bestaat uit twee sch ermen. Druk op de toets om tussen de schermen te wisselen.
  • Pagina 484 SCANNER/INTERNETFAX Internetfaxmodus De hieronder verklaarde toetsen kunnen alleen worden gebruikt in Internetfaxmodus. De andere toetsen zijn dezelfde als die verklaard in "" (pagina 5-71). Internetfax/Spec. Functies Timer Programma Wissen Origineel Opdracht gem. form. Samenstel. Aantal Kaart Formaat originelen Transmissie Bestand Snelbestand Rapport Toets [Transmissierapport]...
  • Pagina 485 SCANNER/INTERNETFAX SCANBEWERKINGEN OPSLAAN (Programma's) Bestemming, instellingen voor een origineel en functies kunnen in een programma worden opgeslagen. Als u deze instellingen wilt gebruiken om een afbelding te verzenden, kunnen zij gemakkelijk worden opgeroepen. In het onderstaande voorbeeld moeten elke maand documenten van A4 (8-1/2" x 11") formaat naar een bestand worden gescand en naar elk filiaal worden verzonden.
  • Pagina 486 SCANNER/INTERNETFAX Speciale functies selecteren. (1) Druk op de toets [Spec. Functies]. (2) Druk op [Programma]. ☞ SPECIALE FUNCTIES (pagina 5-71) Roep het opgeslagen programma op. (1) Druk op de gewenste programmatoets. Programma (2) Druk op [OK]. Program 1 Program 2 Program 3 Program 4 Program 5...
  • Pagina 487 SCANNER/INTERNETFAX WISSEN VAN SCHADUWRANDEN OP EEN AFBEELDING (Wissen) Deze wisfunctie wordt gebruikt om schaduwen op kopieën vanaf boeken of andere dikke originelen te wissen. (Deze functie wist de delen van de afbeelding waar schaduwranden zich meestal voordoen. De functie neemt geen schaduwen waar en wist alleen de schaduwranden.) Scannen van een dik boek Zonder de wisfunctie...
  • Pagina 488 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de wisinstellingen. (1) Druk op de gewenste wisfunctie. Scannen/Spec. Functies Selecteer een van de 4 wisfuncties. Wissen Annuleren Druk op de toets [Zijkant wissen] om het volgende scherm te openen. Rand Rand Wissen Wissen (0~20) Zijkant wissen Annuleren Wis positie voor Omhoog Zijkant wissen...
  • Pagina 489 SCANNER/INTERNETFAX AFBEELDING OP EEN OPGEGEVEN TIJDSTIP VERZENDEN (Timer verzending) Met deze functie kunt u een tijdstip opgeven waarop een verzending of rondzendopdracht automatisch moet plaatsvinden. Verzending begint automatisch op de opgegeven tijd. Stel een verzending Om 20.00 uur begint de in voor 20.00 uur verzending automatisch •...
  • Pagina 490 SCANNER/INTERNETFAX Stel de tijd in met de toetsen (1) Geef de dag op. Scannen/Spec. Functies Wilt u geen dag opgeven, selecteer dan [---]. In dat geval Timer Annuleren begint de verzending zodra de bij (2) opgegeven tijd aanbreekt. Dag van de week Tijd (2) Geef de tijd op (uur, minuut) Selecteer de tijd in 24-uursindeling.
  • Pagina 491 SCANNER/INTERNETFAX VEEL ORIGINELEN INEENS SCANNEN (Opdr. samenst.) Met deze functie kunt u een zending die bestaat uit een groot aantal originelen opsplitsen in sets, elke set scannen met behulp van de automatische origineelinvoer en alle pagina's versturen en één enkele verzending. Gebruik deze functie als u meer originelen wilt scannen dan het maximum aantal vellen dat in één keer in de automatische origineelinvoer kan worden geplaatst.
  • Pagina 492 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de modus opdracht samenstellen. Scannen/Spec. Functies (1) Druk op [Opdracht Samenstel.] zodat de toets wordt gemarkeerd. Programma Wissen Timer Origineel Scannen (2) Druk op [OK]. Opdracht gem. form. adreskaart Samenstel. Lege pagina Aantal Kaart Formaat Overslaan originelen Achtergrond- Bestand Snelbestand Onderdrukking...
  • Pagina 493 SCANNER/INTERNETFAX ORIGINELEN VAN VERSCHILLEND FORMAAT SCANNEN (Origineel gem. form.) Met deze functie kunt u originelen van verschillend formaat tegelijkertijd scannen, bijvoorbeeld A5-formaat (5-1/2" x 8-1/2") originelen gemixt met A4-formaat (8-1/2" x 11") originelen. Bij het scannen van de originelen herkent de machine automatisch het formaat van elk origineel.
  • Pagina 494 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de instelling voor originelen van gemixt formaat. Scannen/Spec. Functies (1) Druk op [Origineel gem. form.] zodat de toets wordt gemarkeerd. Programma Wissen Timer Origineel Scannen (2) Druk op [OK]. Opdracht gem. form. adreskaart Samenstel. Aantal Lege pagina Kaart Formaat originelen Overslaan Achtergrond-...
  • Pagina 495 SCANNER/INTERNETFAX HET AANTAL GESCANDE ORIGINELE VELLEN CONTROLEREN VOOR VERZENDING (Aantal originelen) Het aantal gescande originele vellen kan worden geteld en weergegeven voor de verzending. Door het aantal gescande originele vellen te controleren voor de verzending, vermijdt u verzendingsfouten. • Deze functie kan niet worden gebruikt in de USB-geheugenmodus. •...
  • Pagina 496 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [STARTEN KLEUR] of [STARTEN ZWART-WIT]. Het scannen begint. Om het scannen te annuleren... Druk op de toets [STOP] ( ) om de bewerking te annuleren. Alle gescande data wordt gewist. Als het scannen klaar is, controleer dan het aantal gescande originele vellen en druk op [OK].
  • Pagina 497 SCANNER/INTERNETFAX FLETSE KLEUREN OP DE AFBEELDING OP LATEN LICHTEN (Achtergrond-Onderdrukking) Met deze functie worden lichte achtergronden onderdrukt. Niveau [+] De helderheid waarbij onderdrukking wordt uitgevoerd, kan worden aangepast. Niveau [-] • Deze functie kan niet worden gebruikt in de modus Internetfax. •...
  • Pagina 498 SCANNER/INTERNETFAX Selecteer de instelling voor achtergrond-onderdrukking. Scannen/Spec. Functies (1) Pas het niveau van Annuleren Achtergrond-Onderdrukking Lichte gebieden van het origineel kunnen achtergrond-onderdrukking aan. worden onderdrukt als achtergrond Druk op de toets [+] om alleen lichte achtergronden te onderdrukken. Druk op de toets [-] om lichte tot donkere achtergronden te onderdrukken.
  • Pagina 499 SCANNER/INTERNETFAX LEGE PAGINA'S UIT EEN VERZENDING VERWIJDEREN (Lege pagina Overslaan) Als lege pagina's deel uitmaken van de met de automatische documentinvoer gescande originelen, kunnen die lege pagina's worden herkend en automatisch uitgesloten van de verzending. Lege pagina's worden niet verzonden Lege pagina's Zenden •...
  • Pagina 500 SCANNER/INTERNETFAX Lege pagina's overslaan instellen. (1) Selecteer de soort lege pagina die moet Scannen/Spec. Functies worden overgeslagen. Annuleren Lege pagina Overslaan Kies uit twee soorten. Om lege pagina's waarvan de inhoud van de achterzijde doorschijnt ook over te slaan, tikt u op [Lege pag./rugschaduw overslaan].
  • Pagina 501 SCANNER/INTERNETFAX BEIDE ZIJDEN VAN EEN KAART OP ÉÉN PAGINA SCANNEN (KAART FORMAAT) Met deze functie kunt u de voor- en achterkant van een kaart verzenden als één pagina. U hoeft dan niet elke zijde afzonderlijk te verzenden. Gescande afbeelding Originelen Verzending Voorzijde Achterzijde...
  • Pagina 502 SCANNER/INTERNETFAX Geef het formaat van het origineel op. (1) Voer het formaat van het origineel in. Scannen/Spec. Functies Kaart Formaat Annuleren • Druk op de cijferweergavetoets voor X (breedte) en voer de breedte in. • Druk op de cijferweergavetoets voor Y (hoogte) en voer (25~210) Passend om de hoogte in.
  • Pagina 503 SCANNER/INTERNETFAX Druk op [Lezen Klaar]. Plaats volgend origineel. (P.x) Druk op [Start]. Druk op [Lezen klaar] indien gereed. Configureren Lezen Klaar Als u doorgaat met de voorkant van de kaart te scannen, kunt u de toets [Configureren] indrukken om belichting, resolutie, scanformaat en verzendformaat te wijzigen.
  • Pagina 504 SCANNER/INTERNETFAX VISITEKAARTJES SCANNEN (Scannen adreskaart) U kunt meerdere visitekaartjes tegelijk scannen en verzenden. Plaats de visitekaartjes. Geef de bestemming op. ☞ BESTEMMINGEN INVOEREN (pagina 5-18) Speciale functies selecteren. (1) Druk op de tab van de modus die u wilt gebruiken. (2) Druk op de toets [Spec.
  • Pagina 505 SCANNER/INTERNETFAX AFDRUKINSTELLINGEN VOOR HET TRANSMISSIERAPPORT WIJZIGEN (Transmissierapport) Er wordt automatisch een rapport afgedrukt om u te waarschuwen wanneer een Internetfaxtransmissie mislukt of er een rondzendopdracht wordt uitgevoerd. In het transmissierapport staat een beschrijving van de verzending (datum, starttijd, naam andere partij, vereiste tijd, aantal pagina's, status, enz.). ☞...
  • Pagina 506 SCANNER/INTERNETFAX Druk op de toets [STARTEN ZWART-WIT]. Het scannen begint. • Als u de pagina's van het origineel in de documentinvoerlade hebt geplaatst, worden alle pagina's gescand. Er klinkt een pieptoon ten teken dat het scannen is voltooid. • Als u het origineel op de glasplaat scant, moet u pagina voor pagina scannen. Wanneer het scannen voltooid is, plaats dan het volgende origineel en druk op de toets [ZWART/WIT START].
  • Pagina 507 SCANNER/INTERNETFAX STATUS VAN VERZEND/ONTVANGSTOPDRACHTEN CONTROLEREN In dit gedeelte leggen we uit hoe u de status van gereserveerde (ingeplande) verzendopdrachten en ontvangen internetfaxen kunt controleren. OPDRACHTSTATUSSCHERM U kunt het opdrachtstatusscherm weergeven door in het aanraakscherm op de toets [OPDRACHT STATUS] tikken. In het opdrachtstatusscherm wordt de status van opdrachten per modus weergegeven. Als u de toets [OPDRACHT STATUS] aanraakt, wordt het opdrachtstatusscherm van de modus die werd gebruikt voordat u de toets aanraakte weergegeven.
  • Pagina 508 SCANNER/INTERNETFAX SCHERM OPDRACHTWACHTRIJ EN SCHERM UITGEVOERDE OPDRACHTEN Het opdrachtstatusscherm bestaat uit twee schermen: het scherm opdrachtwachtrij waarin gereserveerde opdrachten en de opdracht in uitvoering worden weergegeven, en het scherm uitgevoerde opdrachten. Wissel tussen de twee schermen door op onderstaande selectietoets (2) van het opdrachtstatusscherm te drukken. Scherm Opdrachtwachtrij Scherm Voltooid Afdrukopdr.
  • Pagina 509 SCANNER/INTERNETFAX Weergave opdrachttoetsen Op de toetsen voor de opdrachtwachtrij en uitgevoerde opdrachten op het opdrachtstatusscherm wordt de volgende informatie weergegeven. Direct SMTP-informatie wordt ook in internetfax verzend/ontvangstinformatie opgenomen. AAA AAA 10:22 04/01 000/004 Wachten Geeft het nummer (de positie) aan van de opdracht in Tijd van reservering/Starttijd de wachtrij.
  • Pagina 510 SCANNER/INTERNETFAX • Uitgevoerde opdracht Weergave Status "Verzenden Verzending is voltooid. OK" "In Er is een Internetfax ontvangen Geheugen" maar nog niet afgedrukt. "Ontvangen" Afgedrukte ontvangen faxgegevens. "Doorstuur Een ontvangen Internetfax is OK" doorgestuurd. "Gestopt" De opdracht werd gestopt. "Wissen" Verwijderde ontvangen gegevens op het scherm afbeeldingscontrole.
  • Pagina 511 SCANNER/INTERNETFAX VOORTGANG WANNEER EEN OPDRACHT UIT DE WACHTRIJ IS UITGEVOERD Een normale verzendopdracht die wordt voltooid gaat over naar het scherm uitgevoerde opdrachten en in de statuskolom verschijnt "Verzenden OK". Ontvangen Internetfaxen, timerverzendopdrachten en doorstuuropdrachten worden in het scherm opdrachtstatus op de hieronder beschreven wijze afgehandeld.
  • Pagina 512 SCANNER/INTERNETFAX UITGEVOERDE OPDRACHTEN CONTROLEREN U kunt een lijst controleren met bestemmingen, de bestemmingen waarvan de verzending is mislukt, en andere uitgebreide informatie over voltooide rondzendopdrachten en opdrachten die zijn uitgevoerd met de functie documentarchivering. Druk op de toets van de opdracht waarover u informatie wilt weergeven in het scherm uitgevoerde opdrachten en druk op de toets [Details].
  • Pagina 513 SCANNER/INTERNETFAX STOPPEN VAN EEN SCANOPDRACHT DIE WORDT VERZONDEN OF WACHT OP VERZENDING Volg onderstaande stappen om een opdracht te stoppen die momenteel wordt verzonden of op verzending wacht. Raak de toets [OPDRACHT STATUS] ) aan. Selecteer de opdracht die u wilt stoppen. (1) Druk op de modustab van de opdracht die Afdrukopdr.
  • Pagina 514 SCANNER/INTERNETFAX PRIORITEIT TOEKENNEN AAN EEN SCANVERZENDOPDRACHT Als er meerdere opdrachten wachten op verzending, worden de opdrachten normaal gesproken op volgorde van reservering verzonden. Mocht het nodig zijn om een opdracht voorrang te verlenen boven andere opdrachten, ga dan als volgt te werk. Raak de toets [OPDRACHT STATUS] ) aan.
  • Pagina 515 SCANNER/INTERNETFAX ACTIVITEITENLOGBOEK VAN INTERNETFAX CONTROLEREN (Activiteitenrapport Beeld Verzenden) ACTIVITEITENRAPPORT BEELD VERZENDEN U kunt de machine een logboek laten afdrukken van recente beeldverzendingsactiviteiten (datum, naam, naam andere partij, vereiste tijd, resultaat, enz.). Het Activiteitenrapport Beeld Verzenden bevat nuttige informatie over bijvoorbeeld het soort fouten dat zich voordoet.
  • Pagina 516 SCANNER/INTERNETFAX INTERNETFAX ONTVANGSTFUNCTIES Dit gedeelte legt de basisprocedures uit voor het ontvangen van internetfaxberichten. INTERNETFAX ONTVANGEN De functie Internetfax legt regelmatig* contact met de mailserver (POP3-server) en controleert of er al dan niet faxen via internet zijn ontvangen. Als er faxberichten zijn ontvangen, worden de faxen automatisch opgeroepen en afgedrukt. * De standaardinstelling is eens per vijf minuten.
  • Pagina 517 SCANNER/INTERNETFAX HANDMATIG INTERNETFAXEN ONTVANGEN Als u de interval voor het controleren op ontvangen faxen wat te lang vindt en u direct wilt controleren, kunt u de ontvangst handmatig starten. Druk op de toets [Handmatige i-faxontvangst] om de verbinding te maken met de mailserver en ontvangen faxen op te roepen.
  • Pagina 518 SCANNER/INTERNETFAX EEN FAX MET WACHTWOORDBEVEILIGING AFDRUKKEN (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) De optie "Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens" in de systeeminstellingen (beheerder) kan worden ingeschakeld om faxen in het geheugen te ontvangen zonder ze af te drukken. Om faxen af te drukken moet een wachtwoord worden ingevoerd.
  • Pagina 519 SCANNER/INTERNETFAX DE AFBEELDING VOOR HET AFDRUKKEN CONTROLEREN Wanneer "Instelling beeldcontrole ontvangen data" in de systeeminstellingen (beheerder) is ingeschakeld, kunt u een ontvangen afbeelding in het aanraakscherm controleren voordat u hem afdrukt. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding af te drukken. * De standaard fabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 520 SCANNER/INTERNETFAX DE AFBEELDING VOOR HET DOORSTUREN CONTROLEREN Wanneer "Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens" is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kunt u de ontvangen gegevens van de lijst selecteren en ze doorsturen naar de adressen die in het adresboek geregistreerd staan. Als deze functie is ingeschakeld, volg dan onderstaande stappen om een ontvangen afbeelding door te sturen. * De standaardfabrieksinstelling is uitgeschakeld.
  • Pagina 521 SCANNER/INTERNETFAX Start doorsturen Raak de toets [Start doorst.] aan. AAA AAA BBB BBB Adresoverzicht CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF GGG GGG HHH HHH III III JJJ JJJ Freq. ABCD EFGH IJKL MNOP QRSTU VWXYZ etc. Adres sorteren Start doorst.
  • Pagina 522 SCANNER/INTERNETFAX SCHERM AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het scherm afbeeldingscontrole uitgelegd. Vorige Beeldcontrole AAA AAA 04/04/2013 10:28 1 / 3 Weergave draaien Afdrukken 0001 0010 Informatieweergave Toets "Draaien weergeven" Hier wordt informatie over de weergegeven afbeelding Hiermee draait de afbeelding 90 graden naar rechts of getoond.
  • Pagina 523 SCANNER/INTERNETFAX ONTVANGEN INTERNETFAXEN NAAR EEN ADRES DOORSTUREN (Instelling voor inkomende routing) Ontvangen internetfaxen kunnen automatisch naar een internetfax, e-mailadres, bestandserveradres, desktopadres, of netwerkmapadres worden doorgestuurd. Als deze functie is ingeschakeld, kunt u ook internetfaxen doorsturen zonder ze af te drukken. Het apparaat Doorzenden Ontvangen internetfax...
  • Pagina 524 SCANNER/INTERNETFAX Afzenderadressen opslaan. Als u enkel faxen van opgegeven adressen wenst door te sturen, sla dan de gewenste afzenderadressen op. Afzenderadressen die hier worden opgeslagen, kunnen uit een lijst worden geselecteerd wanneer u een doorstuurtabel opslaat. (1) Klik op [Registratie van afzendernummer/-adres] in het menu [Instelling voor inkomende routing] in de webpagina.
  • Pagina 525 SCANNER/INTERNETFAX Een doorstuurtabel opslaan. Volg de onderstaande stappen om een doorstuurtabel op te slaan waarin een opgegeven afzender en doorstuuradres worden gecombineerd. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het menu van de webpagina's en klik op de toets [Toevoegen]. (2) Voer een "Tabelnaam"...
  • Pagina 526 SCANNER/INTERNETFAX Te gebruiken doorstuurtabellen opgeven. Om de functie voor inkomende routing te gebruiken, schakelt u in de opgeslagen tabellen de doorstuurtabellen in die u wenst te gebruiken. (1) Klik op [Instelling voor inkomende routing] in het webpaginamenu. (2) Selecteer [Altijd doorsturen] of [Doorsturen op geselecteerde dag &...
  • Pagina 527 SCANNER/INTERNETFAX SCANNEN VANAF EEN COMPUTER (PC-scanmodus) BASISPROCEDURE VOOR SCANNEN Het is mogelijk om een scannerstuurprogramma van de bij de machine meegeleverde CD-ROM op uw pc te installeren en vanaf uw computer een afbeelding te scannen met een toepassing die compatibel is met TWAIN*. Scannen vanaf uw computer is erg handig voor het scannen van een enkel origineel zoals een foto, vooral als u tijdens het scannen scaninstellingen wilt aanpassen.
  • Pagina 528 [Selecteer Scanner] in het menu [Bestand]. Selecteer het scannerstuurprogramma van de machine. (1) Selecteer [SHARP MFP TWAIN V]. (2) Klik op de knop [Selecteren]. Selecteer [Afbeelding ophalen] in het menu [Bestand]. Het stuurprogramma van de scanner geopend.
  • Pagina 529 SCANNER/INTERNETFAX De afbeelding voorvertonen. (1) Selecteer de locatie waar het origineel is geplaatst. Menu "Scanpositie": • Als het origineel enkelzijdig is en in de lade van de origineelinvoer is geplaatst, selecteer dan [SPF (enkelzijdig)]. • Als het origineel 2-zijdig is en in de lade van de origineelinvoer is geplaatst, selecteer dan [SPF (dubbelzijdig - boek)] of [SPF (dubbelzijdig - schrijfblok)] afhankelijk van of het origineel in boek- of...
  • Pagina 530 SCANNER/INTERNETFAX Scaninstellingen selecteren terwijl u de afbeelding bekijkt. Knop [Roteren]: Elke keer als op de knop wordt geklikt, draait de afbeelding 90 graden. Hiermee kunt u de stand van het origineel wijzigen zonder dit fysiek op te hoeven pakken en opnieuw te plaatsen. Het beeldbestand wordt gemaakt in de stand zoals weergegeven in het voorvertoonvenster.
  • Pagina 531 SCANNER/INTERNETFAX [Op de machine] Druk op [Verlaten] in het aanraakscherm. Deze machine staat in de PC-scanmodus. Verwijder het origineel niet. IP-adres scanner:250.160.102.106 Verlaten Druk op de toets [Ja]. PC-scan wordt uitgevoerd. PC-scanmodus afsluiten? 5-119 Inhoudsopgave...
  • Pagina 532 SCANNER/INTERNETFAX METADATAVERZENDING In dit gedeelte wordt metadataverzending uitgelegd, wat u kunt gebruiken als de toepassingsintegratiemodule is geïnstalleerd. METADATAVERZENDING (Gegevensinvoer) Wanneer de applicatie-integratiemodulekit is geestalleerd en een afbeeldingbestand gegenereerd voor een scanverzending, kunnen metadata (gegevens die de kenmerken aangeven van het afbeeldingbestand en hoe het bewerkt moet worden) worden gegenereerd op basis van vooraf opgeslagen informatie en worden verzonden als een apart bestand.
  • Pagina 533 SCANNER/INTERNETFAX VOORBEREIDINGEN VOOR METADATAVERZENDING VEREISTE INSTELLINGEN OP DE WEBPAGINA'S Alle instellingen in verband met metadata worden geconfigureerd in de webpagina's. (Beheerderrechten zijn vereist.) Als u metadatainstellingen wilt configureren, klikt u op [Toepassingsinstellingen] en vervolgens op [metadatainstellingen] in het menu van de webpagina. Let er bij het configureren van de instellingen op dat u metadata verzenden activeert.
  • Pagina 534 SCANNER/INTERNETFAX METADATA VERZENDEN Volg de stappen hieronder om een metadataset te selecteren, voer elk item in en voer een metadataverzending uit. Schakel over naar de gegevensinvoermodus en geef het Scannen Internetfax Faxen Data-Invoer metadatasetscherm weer. Adresboek Origineel Scannen: Auto Zenden: Auto Adresinvoer Belichting...
  • Pagina 535 SCANNER/INTERNETFAX Voer het geselecteerde metadata-item in. (1) Druk op de toets voor de waarde die u wilt invoeren. Data-Invoer • Wanneer de invoerwaarden van het metadata-item in Annuleren User ID de vorm van selecties zijn, worden deze selecties als Directe Invoer toetsen weergegeven.
  • Pagina 536 SCANNER/INTERNETFAX METADATAVELDEN De volgende drie soorten metadata worden ingesloten bij het verzonden XML-bestand. • Automatisch door de machine gegenereerde data:Deze data worden altijd ingesloten in het XML-bestand en worden automatisch opgeslagen in uw computer. • Vooraf gedefinieerde velden: Deze velden worden automatisch herkend door de machine en toegewezen aan de juiste XML-tags.
  • Pagina 537 HOOFDSTUK 6 DOCUMENTARCHIVERING Dit hoofdstuk biedt uitgebreide uitleg van de procedures voor het gebruik van de functie documentarchivering. Met de functie documentarchivering kunt u de documentdata van een kopieer- of faxopdracht, of de data van een afdrukopdracht, als bestand opslaan op de harde schijf van de machine. Het bestand kan indien nodig worden opgeroepen.
  • Pagina 538 DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING Dit gedeelte bevat informatie waarmee u vertrouwd dient te zijn voordat u de documentarchiveringsfunctie gebruikt, inclusief een overzicht van het documentarchiveringsproces, de mogelijkheden van de documentarchiveringsfunctie en handige wenken voor het gebruik van deze functie. OVERZICHT De documentarchiveringsfunctie biedt u de mogelijkheid om de documentafbeelding van een kopieer- of beeldverzendtaak of de gegevens van een afdruktaak als bestand op te slaan op de harde schijf van het apparaat.
  • Pagina 539 DOCUMENTARCHIVERING TOEPASSINGEN VAN DOCUMENTARCHIVERING Snel een bestand gebruiken Voorbeeld: U hebt agenda's van meerdere pagina's afgedrukt voor een bijeenkomst, maar op het laatste moment komt er een deelnemer bij zodat u nog een exemplaar nodig hebt. De agenda is niet opgeslagen met De agenda is opgeslagen met documentarchivering documentarchivering Instellingen voor kopieerfactor, kleurmodus...
  • Pagina 540 DOCUMENTARCHIVERING VOORDAT U DOCUMENTARCHIVERING GAAT GEBRUIKEN Deze sectie bevat informatie waarmee u vertrouwd moet zijn voordat u de functie documentarchivering gebruikt. Mappen Voor het opslaan van bestanden met documentarchivering kunnen drie typen mappen worden gebruikt. Mappen op de harde schijf Hoofdmap Snelmap Aangepaste map...
  • Pagina 541 DOCUMENTARCHIVERING Het aantal pagina's en bestanden dat u ongeveer kunt opslaan met documentarchivering Gecombineerd maximumaantal pagina's en het totaal aantal bestanden dat in aangepaste mappen en de hoofdmap kan worden opgeslagen Voorbeelden van soorten Aantal pagina's* Aantal bestanden originelen Kleurenorigineel (Voorbeeld van Max.
  • Pagina 542 DOCUMENTARCHIVERING Automatisch wissen van bestanden U kunt gegevens over documentarchivering in opgegeven mappen op regelmatige tijdstippen automatisch laten wissen door de mappen en de tijd op te geven. Als de bestanden die in het apparaat opgeslagen zijn periodiek worden gewist, helpt dat om het lekken van gevoelige informatie te vermijden en wordt ruimte vrijgemaakt op de harde schijf.
  • Pagina 543 Wijzigen" wanneer het bestand wordt gebruikt. Sla geen documenten op die gevoelig zijn of die niet door anderen mogen worden gebruikt. • Behoudens voor zover wettelijk verplicht aanvaardt de SHARP Corporation geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het openbaar worden van gevoelige informatie als gevolg van manipulatie door een derde partij van gegevens die zijn opgeslagen met behulp van de functie Snelbestand of de functie Bestand, of van onjuiste toepassing van de functie Snelbestand of de functie Bestand door de gebruiker die de gegevens opslaat.
  • Pagina 544 DOCUMENTARCHIVERING DOCUMENTARCHIVERING GEBRUIKEN IN DE DIVERSE MODI In de kopieer- of verzendmodus kan het origineel als een bestand worden opgeslagen op de harde schijf terwijl het wordt gekopieerd of verzonden. Daarnaast kunt u Scannen naar schijf gebruiken om de gescande data van een origineel op te slaan naar de harde schijf zonder de data te kopiëren of te verzenden.
  • Pagina 545 DOCUMENTARCHIVERING Scannen naar schijf Het gescande origineel wordt opgeslagen als een beeldbestand. Er wordt niet afgedrukt en niet verzonden wanneer u Scannen naar schijf gebruikt. (1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING]. BEELD DOCUMENT KOPIE VERZENDEN ARCHIVERING (2) Druk op het tabblad [Scan. naar HDD]. Klaar om te scannen naar vaste schijf.
  • Pagina 546 DOCUMENTARCHIVERING BASISSCHERM VAN DE DOCUMENTARCHIVERINGSMODUS Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING] om het basisscherm van de modus documentarchivering te openen. De bestanden die op de harde schijf in de machine zijn opgeslagen kunnen vanuit dit scherm worden opgeroepen. Wanneer u gebruikersauthenticatie gebruikt en Mijn map is geconfigureerd, verschijnt het bestandselectiescherm van Mijn map.
  • Pagina 547 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDEN OPSLAAN MET DE DOCUMENTARCHIVERINGSFUNCTIE In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een origineel als afbeeldingsbestand kunt opslaan met de functies Snelbestand, Bestand en Scannen naar schijf van de documentarchiveringsmodus. EEN BESTAND OPSLAAN MET "Snelbestand" Bij het kopiëren, afdrukken of verzenden van een document in de kopieermodus, afdrukmodus of in de modus afbeelding verzenden (met uitzondering van de modus USB-geheugenscan) kan "Snelbestand"...
  • Pagina 548 DOCUMENTARCHIVERING Selecteer de kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [STARTEN KLEUR] of de toets [STARTEN ZWART-WIT]. • Het kopiëren begint en de gescande documentafbeelding wordt opgeslagen op de harde schijf. De geselecteerde kopieerinstellingen worden ook opgeslagen. • Om onbedoeld opslaan van het document te voorkomen wordt gedurende 6 seconden nadat u op de knop [START] hebt gedrukt (standaardinstelling) de volgende waarschuwing weergegeven: "De gescande gegevens worden opgeslagen in de snelbestandmap".
  • Pagina 549 DOCUMENTARCHIVERING EEN BESTAND OPSLAAN MET "Bestand" Bij het kopiëren, afdrukken of verzenden van een document in de kopieermodus, afdrukmodus of afbeeldingverzendmodus (met uitzondering van de modus USB-geheugenscan) kunt u "Bestand" selecteren om een afbeelding van het document op te slaan in de Hoofdmap of een eerder gemaakte aangepaste map. De afbeelding kan op een later tijdstip worden opgehaald, zodat u het document kunt afdrukken of verzenden zonder dat u het origineel hoeft te zoeken.
  • Pagina 550 DOCUMENTARCHIVERING Selecteer de kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [STARTEN KLEUR] of de toets [STARTEN ZWART-WIT]. • Het kopiëren begint en de gescande documentafbeelding wordt opgeslagen op de harde schijf. De geselecteerde kopieerinstellingen worden ook opgeslagen. • Raadpleeg stap 4 van "EEN BESTAND OPSLAAN MET "Snelbestand""...
  • Pagina 551 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDSINFORMATIE Dit hoofdstuk biedt uitleg over de instellingen die worden geconfigureerd in stap 3 van de paragraaf "EEN BESTAND OPSLAAN MET "Bestand"" (pagina 6-13). Het specificeren van een gebruikersnaam, bestandsnaam, map en een vertrouwelijkheidsstatus vereenvoudigt het beheren en zoeken van een bestand. Als u Vertrouwelijk selecteert en een wachtwoord instelt, kunnen anderen het bestand bovendien niet zonder uw toestemming bekijken.
  • Pagina 552 DOCUMENTARCHIVERING Een bestandsnaam toewijzen U kunt een bestandsnaam aan het bestand toewijzen. Druk op de toets [Bestandsnaam]. Bestandsinformatie Annuleren Er verschijnt een tekstinvoerscherm. Voer de bestandsnaam in en druk op [OK]. Vertrouwelijk De bestandsnaam mag maximaal 30 tekens lang zijn. Wachtwoord Gebruik.Naam Gebr.
  • Pagina 553 DOCUMENTARCHIVERING Een bestand opslaan als vertrouwelijk U kunt een wachtwoord instellen voor het bestand zodat anderen dit niet kunnen bekijken. Stel een wachtwoord in (5 tot 8 cijfers) met de cijfertoetsen. Schakel de optie Vertrouwelijk in. (1) Schakel het selectievakje [Vertrouwelijk] in Annuleren Bestandsinformatie zodat er een vinkje...
  • Pagina 554 DOCUMENTARCHIVERING EEN BESTAND ALLEEN OPSLAAN (Scannen naar schijf) Scannen naar schijf wordt gebruikt om een gescand document op te slaan in de Hoofdmap of een aangepaste map. Er wordt niets afgedrukt of verzonden. SCHERM "Scan. naar HDD" Als u op het tabblad [Scan. naar HDD] van de documentarchiveringsmodus drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Druk op de toetsen onderaan om de instellingen voor Scannen naar schijf te selecteren.
  • Pagina 555 DOCUMENTARCHIVERING Toets [Origineel] Als op de toets [Origineel] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Dit scherm wordt gebruikt om het formaat van het origineel de wijzigen en de scaninstellingen voor 2-zijdige originelen te selecteren. Scan naar HD/Origineel Scanformaat 100% Opslagformaat Auto Origineel Stand afbeelding...
  • Pagina 556 DOCUMENTARCHIVERING Toets [Kleurmodus] Druk op de toets [Kleurmodus] om het instelscherm voor de kleurenmodus voor Scannen naar schijf te openen. Scan naar HD/Kleurmodus Kleurmodus Meerkleuren Automatisch Kleurmodus 2 kleuren Z/W-modus Mono Grijstinten De volgende instellingen kunnen worden gekozen voor de scankleur door op de toets [STARTEN KLEUR] of de toets [STARTEN ZWART-WIT] te drukken.
  • Pagina 557 DOCUMENTARCHIVERING Scherm met speciale functies voor Scannen naar schijf Als u op de toets [Spec. Functies] drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Zie voor meer informatie over elke instelling "SPECIALE FUNCTIES" (pagina 5-71) in "5. SCANNER / INTERNETFAX". Scan naar HD/Spec. Functies Opdracht Kaart Formaat Wissen...
  • Pagina 558 DOCUMENTARCHIVERING De afbeelding voor het opslaan controleren (Voorbeeld) Als u op de toets [Voorbeeld] tikt en dan Scan. naar HDD start, verschijnt het onderstaande scherm. Voordat de gescande gegevens worden opgeslagen, kunt u een voorbeeld van de gescande afbeelding controleren en naar het instelscherm Scan.
  • Pagina 559 DOCUMENTARCHIVERING "Scannen naar schijf" UITVOEREN Plaats het origineel. Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Schakel over naar de documentarchiveringsmodus en selecteer BEELD DOCUMENT KOPIE de instellingen voor Scannen naar schijf. VERZENDEN ARCHIVERING Klaar om te scannen naar vaste schijf.
  • Pagina 560 DOCUMENTARCHIVERING OPGESLAGEN BESTANDEN GEBRUIKEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u bestanden die u met de documentarchiveringsfunctie hebt opgeslagen kunt ophalen en afdrukken of verzenden. PROCEDURE VOOR HET GEBRUIKEN VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND Deze sectie legt de basisprocedure uit voor het oproepen en gebruiken van een bestand. De schermen en procedures kunnen variëren afhankelijk van of gebruikersauthenticatie is ingeschakeld.
  • Pagina 561 DOCUMENTARCHIVERING Selecteer het bestand dat u wilt oproepen. • Selecteer de map in het mapselectiescherm. Best. ophalen Scan. naar HDD Schijfstatus Ex.datatoegang Wanneer u de map heeft geselecteerd, verschijnen de Zoeken Vorige Hoofdmap bestanden in de map. Selecteer het bestand dat u wilt Bestandsnaam Gebr.
  • Pagina 562 DOCUMENTARCHIVERING MAP- EN BESTANDSSELECTIESCHERMEN Om een opgeslagen bestand te gebruiken met documentarchivering, moeten de map- en bestandsnaam worden geselecteerd. Hieronder vindt u uitleg over het mapselectiescherm en het bestandsselectiescherm. MAPSELECTIESCHERM Het scherm wijkt iets af wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op het apparaat. Als gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld Zoeken...
  • Pagina 563 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDSSELECTIESCHERM Hieronder wordt uitleg gegeven over het bestandsselectiescherm voor de Snelmap, Hoofdmap en aangepaste mappen. Het bestandsselectiescherm kan worden weergegeven in de indeling "Lijstscherm" en "Miniatuurscherm". (Zie onderstaand punt "(5) Toets [Weergave wijzigen]" voor het selecteren van de indeling.) In dit hoofdstuk wordt aangenomen dat de indeling "Lijstscherm"...
  • Pagina 564 DOCUMENTARCHIVERING Toets [Multi-afdruk] Druk op deze toets om meerdere bestanden in een map te selecteren om af te drukken. ☞ MULTI AFDRUK (pagina 6-33) Sorteervolgorde / Opties tonen Dit kan in het miniatuurscherm worden gebruikt. De weergavevolgorde van de bestandsminiaturen kan bij "Sorteervolgorde"...
  • Pagina 565 DOCUMENTARCHIVERING EEN BESTAND SELECTEREN Dit gedeelte legt uit hoe u het bestand dat u wilt gebruiken kunt selecteren. Selecteer de map die het bestand bevat dat u wilt gebruiken. BEELD DOCUMENT KOPIE VERZENDEN ARCHIVERING (1) Druk op de toets [DOCUMENT ARCHIVERING].
  • Pagina 566 DOCUMENTARCHIVERING SCHERM TAAKINSTELLINGEN Als u op de toets voor een bestand drukt, verschijnt het volgende scherm. Druk op de toets voor de bewerking die u wilt uitvoeren en selecteer de gewenste instellingen. Best. ophalen Scan. naar HDD Schijfstatus Ex.datatoegang Annuleren Taakinstellingen Zoeken Vorige...
  • Pagina 567 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND AFDRUKKEN Een bestand dat is opgeslagen met de documentarchiveringsfunctie kan wanneer gewenst worden opgehaald en afgedrukt. De instellingen die werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand opnieuw kan worden afgedrukt met dezelfde instellingen. U kunt het bestand ook aanpassen door de afdrukinstellingen te wijzigen voordat u het afdrukt.
  • Pagina 568 DOCUMENTARCHIVERING SCHERM AFDRUKINSTELLINGEN Annuleren Taakinstellingen / Afdrukken file-01 Name 1 Meerkl. Papierformaat Aantal afdrukken Auto Gegevens afdrk. en (1 999) verwijderen Uitvoer Gegevens afdrukken en opslaan 2-Zijdig Spec. Functies Z/W-afdruk Toets [Papierformaat] Toets Gebruik deze toets om het papierformaat in te stellen. Gebruik deze toetsen om het aantal kopieën in te stellen.
  • Pagina 569 DOCUMENTARCHIVERING MULTI AFDRUK Er kunnen meerdere bestanden in een map worden geselecteerd om af te drukken. Druk op de toets [Multi-afdruk]. Zoeken Vorige Hoofdmap Druk op de toets [Weergave wijzigen] om bestanden van een Bestandsnaam Gebr. Naam Datum bepaald opdrachttype te selecteren, selecteer het opdrachttype file-01 Name 1 04/04/2013...
  • Pagina 570 DOCUMENTARCHIVERING Een geselecteerd bestand afdrukken. (2) (3) Het aantal geselecteerde bestanden verschijnt in de weergave Taakinstellingen / Afdrukken Annuleren aantal geselecteerde bestanden. Aantal gekozen files:: 5 Als u het aantal kopieën wilt gebruiken dat bij het bestand is opgeslagen, ga dan naar stap (3). Aantal afdrukken (1 999) (1) Druk op het selectievakje [Gebruik het...
  • Pagina 571 DOCUMENTARCHIVERING Afdrukken in batches Alle bestanden in een map met dezelfde gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord kunnen tegelijk worden afgedrukt. Wanneer op de toets [Batchafdruk] wordt gedrukt, verandert deze in de toets [Batchafdruk]. Druk op de toets [Batchafdruk]. Alles select. Vorige Meerdere bestanden afdrukken Bestandsnaam Gebr.
  • Pagina 572 DOCUMENTARCHIVERING Als er een wachtwoord is ingesteld, druk Annuleren Batchafdruk dan op de toets [Wachtwoord]. Gebr 1/ Alle Bestanden Voer het wachtwoord (5 tot 8 cijfers) in met de cijfertoetsen en Gebruik.Naam Name 1 druk op [OK]. Alleen bestanden met hetzelfde wachtwoord Wachtwoord worden geselecteerd.
  • Pagina 573 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND VERZENDEN Een bestand dat is opgeslagen met de documentarchiveringsfunctie kan op elk gewenst moment worden opgeroepen en verzonden. De instellingen die werden gebruikt toen het bestand werd opgeslagen zijn ook opgeslagen, zodat het bestand met dezelfde instellingen kan worden verzonden. Zo nodig kunt u ook de verzendinstellingen wijzigen om het opgeroepen bestand aan te passen.
  • Pagina 574 DOCUMENTARCHIVERING SCHERM VERZENDINSTELLINGEN Hieronder wordt uitleg gegeven over de toetsen voor de verzendinstellingen. Zie voor meer informatie over elke instelling "BASISSCHERM VAN DE FAXFUNCTIE" (pagina 4-7) in "4. FAX" en "BASISSCHERM" (pagina 5-9) in "5. SCANNER / INTERNETFAX". Voorbeeld van scanmodus Gereed voor verzenden.
  • Pagina 575 DOCUMENTARCHIVERING EIGENSCHAPPEN VAN OPGESLAGEN BESTANDEN BESTANDSEIGENSCHAPPEN U kunt een beveiligingsinstelling selecteren voor bestanden die zijn opgeslagen met de functie documentarchivering. Hiermee voorkomt u dat een bestand wordt verplaatst, of handmatig of automatisch wordt verwijderd. Er zijn drie eigenschappen beschikbaar voor opgeslagen bestanden: [Delen], [Beveiligen] en [Vertrouwelijk]. Wanneer het bestand is opgeslagen met de eigenschap [Delen], is het niet beveiligd.
  • Pagina 576 DOCUMENTARCHIVERING Beperkingen bij het wijzigen van de eigenschap • Een bestand dat is opgeslagen als "Delen" kan worden gewijzigd in "Beveiligen" of "Vertrouwelijk". Een bestand dat als "Delen" is opgeslagen in de Snelmap kan echter alleen worden gewijzigd in "Beveiligen". •...
  • Pagina 577 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND VERPLAATSEN Gebruik deze procedure om de bestandslocatie de wijzigen (een bestand naar een andere map verplaatsen). Volg de onderstaande stappen nadat u het gewenste bestand heeft geselecteerd. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Druk op de toets [Verplaatsen]. Annuleren Taakinstellingen file-01...
  • Pagina 578 DOCUMENTARCHIVERING Druk op de toets [Verplaatsen]. Annuleren Taakinstellingen / Verplaatsen file-01 Name 1 Meerkl. Kies de map waarnaar het bestand moet worden verplaatst. Bestandsnaam file-01 Verplts naar: Gebr 2 Verplaatsen Bestanden met de eigenschap "Beveiligen" kunnen niet worden verplaatst. Om een beveiligd bestand te kunnen verplaatsen, moet u de eigenschap wijzigen in "Delen"...
  • Pagina 579 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND VERWIJDEREN Opgeslagen bestanden die niet langer nodig zijn, kunnen worden verwijderd. Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen en druk op de toets [Wissen]. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Druk op de toets [Wissen]. Annuleren Taakinstellingen file-01 Name 1...
  • Pagina 580 DOCUMENTARCHIVERING DE AFBEELDING VAN EEN OPGESLAGEN BESTAND CONTROLEREN U kunt de afbeelding controleren van een bestand dat met documentarchivering is opgeslagen. Selecteer het gewenste bestand en druk op de toets [Beeldcontrole]. ☞ EEN BESTAND SELECTEREN (pagina 6-29) Afhankelijk van het formaat van de afbeelding, kan een deel van de afbeelding worden afgesneden in het scherm afbeeldingcontrole op het aanraakscherm.
  • Pagina 581 DOCUMENTARCHIVERING SCHERM AFBEELDINGSCONTROLE In dit gedeelte wordt het scherm afbeeldingscontrole toegelicht. Beeldcontrole Vorige file-01 Name 1 Meerkl. Weergave draaien Details 0001 0010 Infoweergave Toets "Weergave draaien" Hier wordt informatie over de weergegeven afbeelding Hiermee draait de afbeelding 90 graden naar rechts of gegeven.
  • Pagina 582 DOCUMENTARCHIVERING BESTANDEN VAN HET OPDRACHTSTATUSSCHERM OPHALEN EN GEBRUIKEN Bestanden die zijn opgeslagen met de functie Bestand of Snelbestand worden als toetsen weergegeven in het opdrachtstatusscherm Voltooid. Dit is handig wanneer u snel de opgeslagen gegevens van een kopieertaak wilt afdrukken of snel een opgeslagen fax naar een andere bestemming wilt sturen.
  • Pagina 583 DOCUMENTARCHIVERING EEN OPGESLAGEN BESTAND ZOEKEN Als er een groot aantal bestanden is opgeslagen, kan het moeilijk zijn om een bestand te vinden. Om het gewenste bestand snel te vinden, kan de zoekfunctie van de documentarchiveringsmodus worden gebruikt. Dit gedeelte legt uit hoe u op de harde schijf van de machine een bestand of map kunt zoeken. U kunt ook zoeken als u slechts een deel van de bestands- of mapnaam kent.
  • Pagina 584 DOCUMENTARCHIVERING Zoeken op gebruikersnaam (B)(D) U kunt de gebruikersnaam op vier manieren selecteren: Gebruik.Naam Annuleren (A) Druk op de toets voor de gebruikersnaam. Name 2 Name 1 De gekozen gebruikersnaam wordt gemarkeerd. Als u per ongeluk de verkeerde gebruikersnaam hebt Name 3 Name 4 Standaard...
  • Pagina 585 DOCUMENTARCHIVERING Druk op de toets [Start Zoeken]. Annuleren Zoeken Start Zoeken De zoekresultaten verschijnen in een scherm dat lijkt op het hieronder afgebeelde scherm. Een lijst met bestanden die Gebr. Naam Name 1 overeenkomen met uw zoekcriteria verschijnt. Selecteer het Bestands- of mapnaam file-01 gewenste bestand uit de lijst.
  • Pagina 586 DOCUMENTARCHIVERING Zoeken in een map U kunt een map specificeren om het zoekbereik tot die map te beperken. Volg om binnen een gespecificeerde map te zoeken de onderstaande procedure. Open de map die u wilt doorzoeken. (1) Druk op de toets [DOCUMENT BEELD DOCUMENT KOPIE...
  • Pagina 587 DOCUMENTARCHIVERING Zoeken op gebruikersnaam (B)(D) U kunt de gebruikersnaam op vier manieren selecteren: Gebruik.Naam Annuleren (A) Druk op de toets voor de gebruikersnaam. Name 2 Name 1 De gekozen gebruikersnaam wordt gemarkeerd. Als u per ongeluk de verkeerde gebruikersnaam hebt Name 3 Name 4 Standaard...
  • Pagina 588 DOCUMENTARCHIVERING Begin met zoeken. (1) Druk op het selectievakje [Zoeken in Annuleren Start Zoeken Zoeken huidige map], zodat deze wordt gemarkeerd Gebr. Naam Name 1 Als u alleen bestanden in de huidige map wilt zoeken, Bestands- of mapnaam file-01 selecteert u het selectievakje [Zoeken in huidige map] Wachtwoord Zoeken in huidige map Gebruik deze methode om een bestand te zoeken in een...
  • Pagina 589 HOOFDSTUK 7 SYSTEEMINSTELLINGEN In dit hoofdstuk worden de systeeminstellingen uitgelegd, waarmee een reeks parameters wordt geconfigureerd die bedoeld zijn om optimaal aan te sluiten op de behoeften van uw werkplek. De keuzes die momenteel voor de instellingen zijn gemaakt, kunnen worden weergegeven of afgedrukt. Om snel te controleren waar een instelling in het menu systeeminstellingen zit, zie "SYSTEEMINSTELLINGENMENU"...
  • Pagina 590 Gegevensback-up ......7-100 Opslaan/oproepen van systeeminstellingen . . 7-101 Sharp OSA-instellingen ....7-102 SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen).
  • Pagina 591 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN Systeeminstellingen De systeeminstellingen worden gebruikt voor het configureren van diverse parameters in overeenstemming met uw vereisten. De systeeminstellingen worden ook gebruikt om de huidige instellingen en status van de machine weer te geven of af te drukken. Door de systeeminstellingen kan de machine gemakkelijker bediend worden. De systeeminstellingen bestaan uit instellingen voor gebruik door algemene gebruikers en instellingen die alleen geconfigureerd kunnen worden door een beheerder van de machine.
  • Pagina 592 SYSTEEMINSTELLINGEN Algemene handelingsmethoden In dit hoofdstuk worden de handelingen die voor alle systeeminstellingen gelden besproken. Zorg ervoor dat u dit hoofdstuk goed leest want deze informatie wordt in de beschrijving van de afzonderlijke instellingen achterwege gelaten. Voorbeeld: Het scherm van het Adresboek Systeeminstellingen Adresboek Vorige...
  • Pagina 593 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN) In dit gedeelte worden de systeeminstellingen beschreven die door algemene gebruikers van de machine kunnen worden geconfigureerd. Systeeminstellingen (Algemeen) openen Controleer of het apparaat in stand-bymodus is en tik vervolgens in het aanraakscherm op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] Als u op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] tikt, wordt het volgende menuscherm in het aanraakscherm...
  • Pagina 594 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met Systeeminstellingen (Algemeen) Wanneer de Systeeminstellingen worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items. Raadpleeg "Lijst met Systeeminstellingen (beheerder)" (pagina 7-30) voor items die uitsluitend met beheerdersrechten kunnen worden geopend. • Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 595 SYSTEEMINSTELLINGEN Papierlade-Instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 7-13 ■ Papierlade-Instellingen ● Lade-instellingen Papierlade 1 Normaal, A4 (8-1/2" x 11") 7-13 Papierlade 2* Normaal, A4 (8-1/2" x 11") Handinvoer Normaal, A4 (8-1/2" x 11") ● Papiersoortregistratie – 7-15 ● Automatisch omschakelen van laden Ingeschakeld 7-15 ●...
  • Pagina 596 SYSTEEMINSTELLINGEN Voorwaarde-instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 7-23 ■ Voorwaarde-instellingen ● Standaard printerinstellingen Kopieën Afdrukstand Staand Standaard papierformaat A4 (8-1/2"x11") Standaard papiersoort Normaal papier Instelling Oorspronkelijke Resolutie 600dpi (Hoge kwaliteit) Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen Uitgeschakeld Lijndikte 7-23 2-zijdige afdruk 1-zijdig Kleurmodus Auto N-op-1 afdrukken 1-UP Aanpassen aan pagina...
  • Pagina 597 SYSTEEMINSTELLINGEN Beheer Documentarchivering Item Standaardinstellingen Pagina 7-25 ■ Beheer Documentarchivering Controle USB-apparaat Item Standaardinstellingen Pagina – 7-26 ■ Controle USB-apparaat Gebruikers-bediening Item Standaardinstellingen Pagina 7-26 ■ Gebruikers-bediening* ● Gebruikersinformatie wijzigen – 7-26 * Wanneer gebruikersauthenticatie is geactiveerd en de aangemelde gebruiker niet de autoriteit heeft de systeeminstellingen (beheerder) (uitgezonderd standaard fabrieksgebruikers) te configureren.
  • Pagina 598 SYSTEEMINSTELLINGEN Totale aantal Deze functie geeft de paginatelling in elke modus weer. Druk op [Totaal aantal]. Opdrachttelling Dit geeft het aantal van alle opdrachten weer en drukt dit af. • Elk blad papier gebruikt voor twee-zijdig kopiëren wordt geteld als twee pagina's. •...
  • Pagina 599 SYSTEEMINSTELLINGEN Standaardinstellingen De standaardinstellingen voor de bediening van de machine kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Standaardinstellingen] en selecteer instellingen. Klokaanpassing Gebruik deze toets om de datum en tijd van de inbouwklok in de machine in te stellen. Stel de tijd in. Item Instellingen Als uw zone voorligt op GMT (Greenwich Mean Time), selecteer dan [+].
  • Pagina 600 SYSTEEMINSTELLINGEN Datumindeling Het formaat dat wordt gebruikt voor het afdrukken van de datum op lijsten en andere uitvoer kan worden gewijzigd. Item Instellingen Huidige Waarde De huidige tijd wordt weergegeven in de opmaak die bij de datumnotatie is ingesteld. Indeling De weergavevolgorde instellen van jaar, maand en dag.
  • Pagina 601 SYSTEEMINSTELLINGEN Papierlade-Instellingen Papierlade en papiersoortinstellingen worden in dit gedeelte behandeld. Druk op de [Papierlade-instellingen]-toets om de instellingen te configureren. Lade-instellingen Deze instellingen bepalen papiersoort, papierformaat en functies die voor iedere papierlade gelden. Als er op de toets [Lade-instellingen] wordt gedrukt, verschijnt een lijst met de laden en huidige instellingen. Lade-Instellingen Vorige Papiercassette 1...
  • Pagina 602 SYSTEEMINSTELLINGEN Lade-instellingen Papierlade Papiersoort Formaat Papierlade 1 Normaal, voorbedrukt, A4, A5, B5, 8-1/2" x 11", 7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2", 16K Recycled, briefpapier, Papierlade 2 voorgeperforeerd, (Wanneer een gekleurd, papiertoevoer is gebruikerssoort geïnstalleerd.) In aanvulling op de A4, A5, B5, A6, 8-1/2" x 11", 216 mm x 330 mm (8-1/2" x 13"), papiersoorten van lade 216 mm x 340 mm (8-1/2"...
  • Pagina 603 SYSTEEMINSTELLINGEN Papiersoortregistratie Sla een papiersoort op als de gewenste papiersoort niet verschijnt in de selectie of als u een nieuwe set papiereigenschappen wilt aanmaken. Er kunnen max. 7 programma's worden opgeslagen. Item Beschrijving Een willekeurige naam opslaan. Typenaam De standaard fabrieksnamen zijn "Gebr. soort 1" - "Gebr. soort 7". Vaste zijde van papier Activeer deze instelling als papier met een voor- en achterzijde wordt gebruikt.
  • Pagina 604 SYSTEEMINSTELLINGEN Adresbeheer Adresbeheer wordt gebruikt om sneltoetsen, groepstoetsen, programmatoetsen en aangepaste indexen op te slaan, te bewerken en te wissen. Druk op de toets [Adresbeheer] en configureer de instellingen. • Welke instellingen u kunt selecteren varieert afhankelijk van de geïnstalleerde randapparatuur. •...
  • Pagina 605 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Item Beschrijving In alle functies opgeslagen items Selecteer het adrestype dat in het adresboek moet worden opgeslagen. • E-mail: Een e-mailadres met een sneltoets opslaan. • Internetfax: Een Internetfaxadres met een sneltoets opslaan. Adrestype • Directe SMTP:Een Directe SMTP-adres met een sneltoets opslaan. •...
  • Pagina 606 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Beschrijving Items die verschijnen als een Directe SMTP-adres wordt opgeslagen Gebruik deze drie instellingen om een adres voor Direct SMTP-verzending in te stellen. In veel gevallen kan met methode (1) verzonden worden. In de tekstvakken voor "Direct SMTP-adres" en "Hostnaam of IP-adres" kunnen elk maximaal 64 tekens worden ingevoerd.
  • Pagina 607 SYSTEEMINSTELLINGEN Druk op [Adresboek]. Druk op [Toevoegen]. AAA AAA BBB BBB CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF Selecteer "Groep" in de lijst [Adrestype]. Stel de instellingen [Groepsnaam], [Voorletter] en [Toetsnaam] in. (De overige instellingen kunnen indien nodig worden aangepast.) (1-1000) Gebruik de schuifbalk om het onderste schermgedeelte weer te geven en druk...
  • Pagina 608 SYSTEEMINSTELLINGEN Druk op de sneltoets die u aan de groep wilt toevoegen. (In dit voorbeeld zijn drie AAA AAA BBB BBB toetsen toegevoegd.) CCC CCC DDD DDD EEE EEE FFF FFF GGG GGG Druk op [OK]. AAA AAA BBB BBB CCC CCC DDD DDD EEE EEE...
  • Pagina 609 SYSTEEMINSTELLINGEN Programma Als u regelmatig dezelfde instellingen en/of functies gebruikt voor dezelfde bestemming of bestemmingen, kunt u deze instellingen en bestemmingen opslaan en een programma. Zo kunt u de instellingen en bestemmingen die u wilt selecteren eenvoudig openen via dit programma. Als op de toets [Programma] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm.
  • Pagina 610 SYSTEEMINSTELLINGEN Faxdata Ontv/ Doorsturen In dit gedeelte worden de instellingen voor ontvangst en doorsturen uitgelegd. Druk op de [Faxdata Ontv/doorsturen]-toets en configureer de instellingen. Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 7-103) voor informatie over de instellingen met betrekking tot de faxfunctie. I-Faxinstellingen Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd wanneer de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd.
  • Pagina 611 SYSTEEMINSTELLINGEN Voorwaarde-instellingen De voorwaarde-instellingen worden gebruikt om de basisprinterinstellingen en de instellingen voor het afdrukken van een DOS-applicatie te configureren. Druk op de toets [Voorwaarde-instellingen] om de instellingen te configureren. Standaard printerinstellingen De standaard instellingen worden gebruikt om geavanceerde afdrukvoorwaarden voor het afdrukken in een omgeving waar de printerdriver niet wordt gebruikt (zoals afdrukken van MS-DOS of van een computer waarop de meegeleverde printerdriver niet is geïnstalleerd).
  • Pagina 612 SYSTEEMINSTELLINGEN PCL-instellingen Dit wordt gebruikt om symbolensets, lettertypes en regeleindecode, gebruikt in een PCL-omgeving, in te stellen. Instellingen Item Beschrijving Selecties Geef de symbolenset op die wordt Selecteer uit 35 items. PCL-symbolenset instel. gebruikt voor het afdrukken. Gebruik dit om het lettertype te •...
  • Pagina 613 SYSTEEMINSTELLINGEN Beheer Documentarchivering Beheer documentarchivering wordt gebruikt om aangepaste mappen voor documentarchivering te maken, bewerken, en wissen. Druk op de toets [Beheer Documentarchivering] en configureer de instellingen. Als u op de toets [Beheer Documentarchivering] drukt, verschijnt het onderstaande scherm. Mappenlijst Vorige Toevoegen Sorteren...
  • Pagina 614 SYSTEEMINSTELLINGEN Controle USB-apparaat Hiermee wordt de aansluiting van een USB-apparaat, dat is verbonden met de machine, getest. Druk op de toets [Controle USB-apparaat] om de aansluiting te controleren. De status van een USB-apparaat dat niet compatibel is met de machine verschijnt niet. Gebruikers-bediening In dit gedeelte worden de instellingen voor gebruikers-bediening uitgelegd.
  • Pagina 615 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER) In dit gedeelte worden de systeeminstellingen beschreven die door de beheerder van de machine worden geconfigureerd. Systeeminstellingen (beheerder) openen De beheerder moet de onderstaande procedure volgen om zich aan te melden en de Systeeminstellingen (beheerder) te openen. Wanneer Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling"...
  • Pagina 616 SYSTEEMINSTELLINGEN Wanneer Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie-instelling" (pagina 7-46) is ingeschakeld. Wanneer de functie automatische login is ingeschakeld, zal het loginscherm niet verschijnen. Gebruikersauthenticatie via inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord (en e-mailadres) De inlogprocedure van de beheerder wordt uitgevoerd via het gebruikerselectiescherm. De te volgen procedure wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld, vindt u in "GEBRUIKERSAUTHENTICATIE"...
  • Pagina 617 SYSTEEMINSTELLINGEN Inloggen via gebruikersnummer Druk op de [Aanm. beheer.]-toets. Gebruikersauthenticatie Voer het wachtwoord van de beheerder in het invoerscherm voor het wachtwoord in. Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid. U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken. Aanm. beheer. •...
  • Pagina 618 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met Systeeminstellingen (beheerder) Hieronder worden de systeeminstellingen weergegeven die verschijnen nadat de beheerder zich heeft aangemeld. Ook worden de standaardinstellingen voor elk item weergegeven. • Afhankelijk van de specificaties van de machine en de geïnstalleerde randapparatuur, kan het mogelijk zijn dat sommige instellingen niet beschikbaar zijn.
  • Pagina 619 SYSTEEMINSTELLINGEN Energiebesparing Pagin Item Fabrieksinstelling 7-60 ■ Energiebesparing ● Eco-scaninstelling Ingeschakeld 7-60 ● Instelling energiebeheer 7-60 Tonerbesparingsfunctie Afdrukken Uitgeschak. 7-60 Kopiëren* Uitgeschak. Instelling Voorverwarmfunctie 11 min. 7-60 Paneelweergave tijdens voorverwarmingsmodus Ingeschakeld uitschakelen Timer voor Automatisch Uitschakelen Vaste overgangstijd. 7-61 Toon Melding bij verlenging Transitie Tijd naar Uitgeschak.
  • Pagina 620 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Beginwaarde aantal originelen Alle uitgeschakeld 7-63 ● Weergavepatroon instelling Patroon 1 7-64 ● Toetsinstelling aanpassen* Kopiëren 1 aanpassen Bestand 7-64 2 aanpassen Snelbestand 3 aanpassen – Scannen 1 aanpassen Adresoverzicht 2 aanpassen Bestand 3 aanpassen Snelbestand Internetfax* (Zelfde als scan) Fax*...
  • Pagina 621 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina ● Instellingen bediening op afstand Bediening van externe software 7-66 Bedieningsauthoriteit Verboden Wachtwoordinvoerscherm weergeven Weergeven op pc en MFP Bediening vanaf opgegeven PC Bedieningsauthoriteit Verboden Hostnaam of IP-adres van PC – Wachtwoordinvoerscherm weergeven Weergeven op pc en MFP 7-66 Bediening door gebruiker met wachtwoord Bedieningsauthoriteit...
  • Pagina 622 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina ● Apparaten uitschakelen 7-69 Uitschakelen van origineelinvoer Uitgeschakeld 7-69 Uitschakelen van duplex Uitgeschakeld 7-69 Optionele papiertoevoer uitschakelen* Uitgeschakeld 7-69 Lade-instellingen uitschakelen Uitgeschakeld 7-69 Uitschakelen van kleurmodus* Uitgeschakeld 7-69 ● Instelling fusing-temperatuur 60 - 89g/m (16 - 23 lbs.) 7-69 *1 Wanneer een papierlade is geïnstalleerd.
  • Pagina 623 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Automatische papierselectie uitschakelen Uitgeschakeld 7-72 Instelling automatische selectie van papiertoevoerlade Uitgeschakeld 7-72 Kleur 600dpi x 600dpi scanmodus voor documentinvoer Ingeschakeld 7-72 Kleur snel scannen vanaf glasplaat Uitgeschakeld 7-72 Z/W 600dpi x 600dpi scanmodus voor documentinvoer Uitgeschakeld 7-73 Z/W snel scannen vanaf glasplaat Ingeschakeld...
  • Pagina 624 SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen Item Standaardinstellingen Pagina 7-77 ■ Printerinstellingen ● Standaardinstellingen 7-77 Kennisgeving Pagina Niet Afdrukken Ingeschakeld 7-77 Testpagina Niet Afdrukken Uitgeschakeld 7-77 A4/Letter-Formaat Auto Veranderen Varieert afhankelijk van land en regio 7-77 Afdruk Density Printer Kleur 7-77 Zwart-wit CMYK-belichting aanpassen 7-77 Instellingen handinvoerlade 7-77...
  • Pagina 625 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Voorbeeldinstelling Scan (fax wanneer fax is geïnstalleerd) • Inst. beeldcontrole ontvangen gegevens Uitgeschakeld 7-80 • Standaardlijst/miniatuurweergave Lijst Voorbeeldinstelling • Scannen Ingest. resolutie toepassen bij opslag: Uitgeschakeld 200 X 200 dpi • Internetfax * Ingest. resolutie toepassen bij opslag: 7-80 Uitgeschakeld 200 X 100 dpi...
  • Pagina 626 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Eigen naam en bestemming instellen Registratie zendergegevens • Naam afzender – 7-83 • Faxnummer afzender – • Eigen adres I-Fax – Registratie van eigen naam selecteren – 7-83 ● Scaninstellingen 7-84 Overige instellingen 7-84 Standaard-Afzenderset – 7-84 Standaardinstellingen kleurmodus •...
  • Pagina 627 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Instelling Luidsprekervolume – • Signaal ontvangen Middel 7-86 • Foutsignaal communicatie Middel Origineel afdrukken op transactierapport Alleen Foutrapport Afdrukken 7-86 Instelling Afdrukken Transactierapport • Enkele Verzending Alleen Foutrapport Afdrukken 7-86 • Distribueren Volledig Rapport Afdrukken • Ontvangen Geen Afgedrukt Rapport Instelling Afdrukken Activiteitenrapport •...
  • Pagina 628 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen documentarchivering Item Standaardinstellingen Pagina 7-90 ■ Instellingen documentarchivering ● Overige instellingen 7-90 Instellingen Standaardmodus Delen-modus 7-90 Instelling Sorteermethode Datum 7-90 Instelling beheerdersauthoriteit Bestand wissen Uitgeschakeld 7-90 Map wissen Uitgeschakeld Wachtwoord wijzigen Uitgeschakeld Alle snelbestanden verwijderen Wissen – 7-90 Snelbestanden verwijderen tijdens het opstarten (exclusief Ingeschakeld beveiligde bestanden)
  • Pagina 629 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina ● Opties documentuitvoer Printer Kopieerapparaat Ingeschakeld Printer Ingeschakeld Scan verzenden Uitgeschakeld Internetfax verzenden (incl. PC-I-Fax)* Uitgeschakeld Fax verzenden (incl. PC-Fax)* Uitgeschakeld Scannen naar schijf Ingeschakeld Scan verzenden Kopieerapparaat Uitgeschakeld Scan verzenden Ingeschakeld Internetfax verzenden (incl. PC-I-Fax)* Uitgeschakeld Fax verzenden (incl.
  • Pagina 630 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst afdrukken (beheerder) Item Standaardinstellingen Pagina 7-93 ■ Lijst afdrukken (beheerder) ● Lijst beheerdersinstellingen – 7-93 ● Activiteitenrapport Beeld Verzenden – 7-93 ● Lijst met ontvangen/doorgestuurde gegevens – 7-93 ● Lijst Met Webinstellingen* – 7-93 ● Lijst Metagegevenssets* – 7-93 *1 Als de netwerkverbinding is ingeschakeld.
  • Pagina 631 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen in-/ uitschakelen Item Standaardinstellingen Pagina 7-96 ■ Instelling in-/ uitschakelen ● Voorwaarde-instellingen Uitgeschakeld 7-96 ● Gebruikers-bediening 7-96 Uitschakelen van afdrukken door ongeldige gebruiker Uitgeschakeld 7-96 ● Bedieningsinstellingen 7-96 Timer voor automatisch wissen annuleren Uitgeschakeld 7-96 Uitschakelen van opdrachtprioriteit Uitgeschakeld 7-96 Uitsch.
  • Pagina 632 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina ● Instell. afbeelding verzenden 7-97 Overige uitgeschakeld 7-97 Omschakelen weergave-volgorde uitschakelen Uitgeschakeld 7-97 Scanfunctie uitschakelen • PC scan Uitgeschakeld 7-97 • USB-geheugenscan Uitgeschakeld Registratie uitschakelen 7-97 Reg. van bestemming via bedieningspaneel uitschak. Alle uitgeschakeld 7-97 Reg.van bestemming op webpage uitschak.* Alle uitgeschakeld 7-97...
  • Pagina 633 Opslaan/oproepen van systeeminstellingen ● Fabrieksinstellingen Herstellen – 7-101 ● Huidige Configuratie Opslaan – 7-101 ● Configuratie Herstellen – 7-101 Sharp OSA-instellingen Item Standaardinstellingen Pagina 7-102 ■ Sharp OSA-instellingen* ● Instellingen extern account Extern accountbeheer Uitgeschakeld 7-102 Authenticatie door externe server inschakelen Uitgeschakeld ●...
  • Pagina 634 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikers-bediening Gebruikers-bediening wordt gebruikt om instellingen voor gebruikersauthenticatie te configureren. Druk op de toets [Gebruikers-bediening] en configureer de instellingen. Gebruikersauthenticatie-instelling Met deze instelling kunt u de gebruikersauthenticatie in- of uitschakelen en de methode voor authenticatie specificeren. Wanneer gebruikersauthenticatie is ingeschakeld wordt elke gebruiker van de machine geregistreerd. Wanneer een gebruiker inlogt, zijn de instellingen voor die gebruiker van toepassing.
  • Pagina 635 SYSTEEMINSTELLINGEN Overige instellingen Handelingen wanneer het Opgeslagen taken automatisch maximum aantal pagina's is bereikt afdrukken na login Met deze instelling bepaalt u of een opdracht moet wordt Wanneer vasthouden is ingeschakeld in de printerdriver en voltooid wanneer het maximum aantal pagina's is bereikt afdrukgegevens naar de machine is gespoold, kunt u de terwijl de opdracht nog wordt uitgevoerd.
  • Pagina 636 SYSTEEMINSTELLINGEN Naam van LDAP servertoegangscontrole kenmerk uitvoeren Kenmerk volgens Instelling fabrieksin Het is mogelijk om toegangscontrolegegevens voor stelling limieten van paginatellingen, machtigingen en favoriete bewerkingen op een LDAP-server op te slaan. Door Favoriete favourite Registratienummer van deze LDAP-server te gebruiken voor handelingen- favoriete netwerkauthenticatie, kan een gebruiker geverifieerd...
  • Pagina 637 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruiker automatisch aangemeld • Als het niet mogelijk is om Als toegangscontrole wordt ingeschakeld en het toegangscontrolegegevens te achterhalen van de aanmelden plaatsvindt door middel van LDAP-server die voor authenticatie wordt gebruikt, netwerkauthenticatie, wordt de gebruikersinformatie op kan geen gebruikersauthenticatie plaatsvinden. de LDAP-server automatisch op de machine •...
  • Pagina 638 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikerslijst Deze functie wordt gebruikt om gebruikers op te slaan, te bewerken en te verwijderen wanneer de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld. Als op de toets [Gebruikerslijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Gebruikerslijst Vorige Toevoegen Alle Gebr. Wissen Wis alle auto-geregistr. gebr. Beheerder Gebruiker Indexswitch...
  • Pagina 639 SYSTEEMINSTELLINGEN Authenticatie-instellingen Lokaal aanmelden – Paginalimietgroep Onbeperkt* Autoriteitsgroep* Beheerder Gebruiker* Gast* Favoriete bedieningsgroep Volgens de systeeminstellingen* *1 Onderdelen die kunnen worden gewijzigd. *2 Voor gedetailleerde informatie over elk van de instellingen verwijzen wij naar "Lijst met instellingen en standaardinstellingen van sjabloongroepen"...
  • Pagina 640 SYSTEEMINSTELLINGEN Paginalimietgroeplijst Deze functie wordt gebruikt om groepen accountlimiet-instellingen op te slaan. De paginalimieten voor elke gebruiker worden gespecificeerd door een van deze opgeslagen groepen te selecteren wanneer de gebruiker is opgeslagen. Als op de toets [Paginalimietgroeplijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen Groepslijst paginalimiet Vorige...
  • Pagina 641 SYSTEEMINSTELLINGEN Autoriteitsgroepslijst Gebruik deze functie om groepen gebruikersautoriteit-instellingen op te slaan. De autoriteit van elke gebruiker wordt gespecificeerd door een van deze opgeslagen groepen te selecteren wanneer de gebruiker is opgeslagen. Als op de toets [Autoriteitsgroepslijst] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen Groepslijst bevoegdheid Vorige...
  • Pagina 642 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met instellingen en standaardinstellingen van sjabloongroepen Item Beschrijving Groepsnaam Sla naam van de gebruiker op (maximaal 32 tekens). Selecteer een van de eerder opgeslagen groepen die u wilt gebruiken als sjabloon voor de nieuwe groep. Nadat u de groep hebt geselecteerd, worden de instellingen toegepast.
  • Pagina 643 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Beschrijving Afdrukken (Documentarchivering) Alleen Zwart-wit • Kleurmodus Approval Setting Alle toegestaan Alle toegestaan toegestaan • Gebruik Speciale functies Toegestaan Toegestaan Verboden • Weergavecontrole documentarchivering Toegestaan Toegestaan Verboden • Display only the Files of Logged-in Verboden Verboden Verboden Users Algemene functies Goedkeuringsinstellingen voor [Enkelzijdig/dubbelzijdig...
  • Pagina 644 SYSTEEMINSTELLINGEN Favoriete bedieningsgroeplijst Dit wordt gebruikt om favoriete bedieningsgroepen en Mijn menu op te slaan. Mogelijk kunnen sommige instellingen niet geconfigureerd worden afhankelijk van de aansluitstatus van randapparatuur. Deze instelling kan uitsluitend in de webpagina's worden geconfigureerd. U kunt in deze functie niet in het aanraakscherm configureren.
  • Pagina 645 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst van Mijn menu Beginscherminstellingen moeten vooraf zijn opgeslagen. Selecteer een Mijn menu wanneer u een favoriete bedieningsgroep opslaat. Instellingen Item Beschrijving Naam van Mijn menu Voer een naam voor Mijn menu in (maximaal 32 tekens). Selecteer het Mijn menu dat u Selecteer een van de eerder opgeslagen Mijn menu's die u wilt gebruiken als sjabloon voor als registratiemodel wilt het nieuwe Mijn menu.
  • Pagina 646 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikersaantal Hiermee wordt het totale aantal pagina's weergegeven die door elke gebruiker zijn afgedrukt. Als op de toets [Gebruikersaantal] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Aantal gebruikers Vorige Alle gebr. select. Weergeven Wissen Beheerder Gebruiker Indexswitch Andere gebruiker Name 1 *Name 2 Name 3 Sorteervolgorde...
  • Pagina 647 SYSTEEMINSTELLINGEN Gebruikersaantallen wissen Selecteer een gebruiker in het instelvenster en druk op de toets [Wissen]. Een wisscherm voor de betreffende gebruiker verschijnt. De weergave van het wisscherm is verschillend wanneer er een enkele gebruiker of meerdere gebruikers zijn geselecteerd. De verschillende items worden in de onderstaande tabel beschreven. Als een enkele gebruiker is geselecteerd Item Beschrijving...
  • Pagina 648 • Kopiëren De volgende instellingen kunnen indien nodig worden • Beeld verzenden gewijzigd. • Documentarchivering • Systeeminstellingen Paneelweergave tijdens voorverwarmingsmodus • Sharp OSA uitschakelen Als u het selectievakje op instelt, wordt de schermweergave tijdens de voorverwarmfunctie Instelling energiebeheer uitgeschakeld. Gebruikers kunnen de overgangstijd wijzigen van de modus Automatisch uitschakelen en de U kunt de voorverwarmfunctie niet uitschakelen.
  • Pagina 649 SYSTEEMINSTELLINGEN Timer voor Automatisch Uitschakelen Energieniveau slaapstand Instellingen die afhangen van de De instelling "Lage energie" is een zeer effectieve gebruiksomstandigheden, zoals de tijd tot de manier om energie te besparen. Het kost echter enige automatische uitschakeling of de tijdzone voor tijd om het apparaat opnieuw te activeren.
  • Pagina 650 Factor 100% hoofdscherm van de kopieermodus functie kopiëren, faxen/beeldverzending of Belichtingsaanpassingscherm in het documentarchivering, het beginscherm of het scherm hoofdscherm van de kopieermodus Sharp OSA.* * Wanneer een toepassingscommunicatiemodule is Belichtingsaanpassingscherm in het Belichtings- geïnstalleerd. hoofdscherm van de modi fax, Internetfax...
  • Pagina 651 SYSTEEMINSTELLINGEN Klokinstelling deactiveren Deze instelling wordt gebruikt om het wijzigen van datum en tijd onmogelijk te maken. Toetsenbordprioriteit instellen Wanneer een extern toetsenbord is aangesloten kunt u selecteren of het aanraakscherm of het externe toetsenbord moet worden gebruikt. Beginwaarde aantal originelen Dit bepaalt of "Aantal originelen"...
  • Pagina 652 Wanneer [Aangepaste afbeelding gebruiken] is geselecteerd, kan de afbeelding van de modustoets worden gewijzigd in een gif-bestand van maximaal 10 KB. Toepassingstoetsen Er kan een snelkoppeling naar de Sharp OSA-toepassing worden opgeslagen, evenals toetsen die worden weergegeven in "Mijn menu" (in totaal kunnen acht toetsen worden opgeslagen).
  • Pagina 653 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen van Mijn menu Configureer hiermee het Mijn menu-scherm dat verschijnt wanneer op de toets [Mijn menu] wordt gedrukt. De instellingen worden hieronder weergegeven. Item Beschrijving Titel weergeven Hiermee wordt de titel van Mijn menu weergegeven. Titel Voer een naam voor de titel in (maximaal 70 tekens). Gebruikersnaam weergeven* Hiermee wordt de gebruikersnaam van de persoon die is ingelogd in Mijn menu weergegeven.
  • Pagina 654 Sla tekst op die u regelmatig gebruikt bij het invoeren van een adres of domein. Er kunnen 16 tekens worden ingevoerd. Cookie-instelling Geef aan of informatie over cookies moet worden opgeslagen in de MFP bij het gebruik van Sharp OSA. Cookie verwijderen Verwijder de informatie over cookies die in de MFP is opgeslagen.
  • Pagina 655 SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaatbeheer Deze instellingen zijn bedoeld voor de geïnstalleerde randapparatuur. Druk op de toets [Apparaatbeheer] en configureer de instellingen. Overige instellingen Instelling Detectie Formaat Instelling voor automatische papierselectie Origineel U kunt het papiertype* voor de functie automatische papierselectie specificeren. Selecteer een van de volgende De getallen en de eenheden van de instellingen: standaardinstellingen en de invoerbereiken die in de...
  • Pagina 656 SYSTEEMINSTELLINGEN Optimalisatie van harde schijf Met deze functie optimaliseert u de harde schijf van de machine door de gegevens te defragmenteren. Als de machine bezig is met een opdracht, verschijnt er een melding en begint de optimalisatie niet voordat de opdracht is voltooid.
  • Pagina 657 SYSTEEMINSTELLINGEN Apparaten uitschakelen Gebruik deze instellingen als een randapparaat niet functioneert of wanneer u een apparaat tijdelijk wilt uitschakelen. Uitschakelen van origineelinvoer Lade-instellingen uitschakelen Deze instelling wordt gebruikt om het instellen van de Gebruik deze instellingen om het gebruik van de laden onmogelijk te maken (exclusief de instellingen automatische origineelinvoer uit te schakelen wanneer voor de handinvoer).
  • Pagina 658 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor kopieerfunctie De volgende instellingen zijn bedoeld voor de kopieerfunctie. Druk op de toets [Instellingen voor kopieerfunctie] om de instellingen te configureren. Standaardinstellingen die u met deze instellingen selecteert zijn van toepassing op alle functies van de machine (niet alleen de kopieerfunctie).
  • Pagina 659 SYSTEEMINSTELLINGEN Overige instellingen Aanpassing Kopiebelichting Kaart Formaat-Instellingen Deze functie wordt gebruikt om het belichtingsniveau Deze instelling wordt gebruikt om het standaard aan te passen wanneer [Auto] wordt gebruikt voor origineelformaat voor de Kaart Formaat-functie in te kopiebelichting. stellen. Zowel de X (horizontale) als de Y (verticale) Kleur origineelafmeting kan worden ingesteld van 25 mm (1") Gebruik deze functie om het belichtingsniveau in te stellen...
  • Pagina 660 SYSTEEMINSTELLINGEN Opheffen van werk-programma's Kleur 600dpi x 600dpi scanmodus uitschakelen voor documentinvoer Deze instelling wordt gebruikt om het verwijderen en U kunt de resolutie voor kopiëren in kleur via de wijzigen van de kopieerinstellingen in de automatische documentinvoer wijzigen van 600 x 300 werkprogramma's onmogelijk te maken.
  • Pagina 661 SYSTEEMINSTELLINGEN Kleurbijstellingen Z/W 600dpi x 600dpi scanmodus voor documentinvoer U kunt de volgende kleurbijstellingen configureren: U kunt de resolutie voor zwart-wit kopieën via de Standaardinstelling Kleurbalans automatische origineelinvoer wijzigen van 600 x 300 dpi naar 600 x 600 dpi (hoge kwaliteit-modus). De instellingen voor kleurbalans die zijn verkregen via de Wanneer u gebruik maakt van de hoge kwaliteit-modus, functie "Kleurbalans"...
  • Pagina 662 SYSTEEMINSTELLINGEN Netwerkinstellingen De netwerkinstellingen worden hieronder beschreven. Druk op de toets [Netwerkinstellingen] om de instellingen te configureren. * Afhankelijk van de specificaties van het apparaat worden alleen de items onder "Algemene instellingen" weergegeven. • Als instellingen worden gewijzigd, gaan ze pas in nadat de machine opnieuw is gestart. Raadpleeg "DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN"...
  • Pagina 663 SYSTEEMINSTELLINGEN Omschakelen verbindingstype Geef het type netwerkverbinding op (bedraad of draadloos). Voor draadloze communicatie via een toegangspunt, selecteert u "Draadloos (Infrastructuur Modus)". (Elke reeds bestaande bekabelde verbinding zal worden uitgeschakeld.) Voor draadloze communicatie tussen apparaten zonder een toegangspunt, selecteert u "Bekabeld + Draadloos (Access Point Mode)".
  • Pagina 664 SYSTEEMINSTELLINGEN Configureren (Infrastructuur Modus) Toegangpunt Zoeken Versl. Het gebruikte toegangspunt wordt gevonden en Selecteer het type versleuteling. wanneer u het selecteert, worden de SSID, het Beveiligingscode beveiligingstype en de coderingsinstellingen van het Voer de beveiligingscode in. 5 tekens of 10 cijfers toegangspunt automatisch geconfigureerd.
  • Pagina 665 SYSTEEMINSTELLINGEN Printerinstellingen U kunt de instellingen m.b.t. de printerfunctie configureren. Druk op de toets [Printerinstellingen] om de instellingen te configureren. Standaardinstellingen De voorwaarden voor printerinstellingen worden hieronder beschreven. Kennisgeving Pagina Niet Instellingen handinvoerlade Afdrukken Papierformaat herkenning handinvoer inschakelen Deze functie wordt gebruikt om het afdrukken onmogelijk te maken Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken van wanneer het opgegeven papierformaat voor een afdrukopdracht kennisgevingen uit te schakelen.
  • Pagina 666 SYSTEEMINSTELLINGEN Interface-instellingen Deze instellingen worden gebruikt om de verzending van gegevens naar de USB- of netwerkenpoort te controleren. Hexadecimale Dump Netwerkpoort Inschakelen Deze functie wordt gebruikt om de afdrukgegevens van Deze instelling wordt gebruikt om het afdrukken via de een computer af te drukken op hexadecimaal formaat netwerkpoort mogelijk te maken.
  • Pagina 667 SYSTEEMINSTELLINGEN Automatische kleurkalibrering Hiermee kunt u een automatische kleurcorrectie uitvoeren wanneer de kleur in de afdrukken niet goed is. De machine drukt een testpagina af die vervolgens wordt gescand, waarna de kleur automatisch wordt gecorrigeerd. Nadat u op de toets [Uitvoeren] hebt gedrukt en er een testpagina is afgedrukt, verschijnt er een melding waarin u wordt gevraagd de automatische kalibering te starten.
  • Pagina 668 SYSTEEMINSTELLINGEN Instell. afbeelding verzenden Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (scan, Internetfax, enz.) kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Instell. afbeelding verzenden] om de instellingen te configureren. Raadpleeg "SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX" (pagina 7-103) voor informatie over de instellingen met betrekking tot de faxfunctie.
  • Pagina 669 SYSTEEMINSTELLINGEN Standaard Belichtingsinstellingen Omschakelen weergave-volgorde uitschakelen Deze instelling wordt gebruikt om de standaard belichtingsinstellingen in te stellen voor het scannen van Deze instelling wordt gebruikt om wijzigingen in de volgorde documenten in de Beeld verzenden modus. Selecteer [Auto] van de display (volgorde van zoeknummer, oplopend, of [Handmatig].
  • Pagina 670 SYSTEEMINSTELLINGEN Reg.van bestemming op webpage Registratie door middel van uitschak. Network Scanner Tool (Wanneer er een netwerkverbinding is (Wanneer er een netwerkverbinding is ingeschakeld.) ingeschakeld.) Hiermee schakelt u het Adresbeheer vanuit de Hiermee schakelt u het Adresbeheer vanaf de webpagina 's uit. Netwerkscannertool uit.
  • Pagina 671 SYSTEEMINSTELLINGEN PC-I-Fax-verzending uitschakelen Registratie van eigen naam (Wanneer de internetfaxuitbreidingskit is selecteren geïnstalleerd.) Sla gebruikte afzendernamen op in "Registratie van Hiermee maakt u PC-I-Faxverzending onmogelijk. eigen naam" in de speciale functies. Er kunnen 18 afzendernamen worden opgeslagen. Nieuwe toevoegen PC-Fax-verzending uitschakelen Naam verzender opslaan.
  • Pagina 672 SYSTEEMINSTELLINGEN Scaninstellingen Instellingen die verband houden met het scannen kunnen worden geconfigureerd. Overige instellingen Instelling Oorspronkelijke Bestandsindeling Hiermee kunt u het standaardformaat voor Scannen Standaard-Afzenderset naar E-mail en USB-geheugenmodus instellen wanneer het e-mailadres handmatig worden ingevoerd met De informatie die hier is opgeslagen wordt gebruikt als u behulp van de toets [Adresinvoer].
  • Pagina 673 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling van maximum aantal Instellen voorkeur verzenddata (E-mail) emailhandtekening Het is mogelijk om een bestandsgroottelimiet in te Er kan automatisch een e-mailhandtekening worden stellen van 1 MB tot 10 MB in stappen van 1 MB om te toegevoegd onderaan de lopende tekst van een voorkomen dat extreem grote bestanden worden e-mailbericht.
  • Pagina 674 SYSTEEMINSTELLINGEN I-Faxinstellingen Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd wanneer de internetfaxuitbreidingskit is geïnstalleerd. Instelling Afdrukken I-Fax Standaardinstellingen Transactierapport Deze instellingen worden gebruikt om de standaardinstellingen voor de functie Internetfax te Hiermee kunt u selecteren of er wel of geen configureren. transactierapport wordt afgedrukt, en als dat wel gebeurt, kunt u de voorwaarden selecteren.
  • Pagina 675 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Afdrukken Activiteitenrapport I-Fax Verzendinstellingen Deze instelling wordt gebruikt om het activiteitenrapport I-Fax verzendinstellingen worden hieronder beschreven. Beeld Verzenden, dat is opgeslagen in het geheugen van de machine, automatisch af te drukken op vooraf I-Fax Ontvangstrapport Aan/Uit ingestelde tijdstippen. U kunt het activiteitenrapport Beeld Verzenden instellen Instelling op automatisch afdrukken na 201 transacties, maar kunt...
  • Pagina 676 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Verzenden Draaiing I-Fax Ontvangstinstellingen Wanneer u een afbeelding verzendt met een van de I-Fax ontvangstinstellingen worden hieronder onderstaande formaten, roteert u met deze functie het beschreven. beeld 90 graden. (De instelling kan voor elk formaat afzonderlijk worden geconfigureerd.) B5, A5, 5-1/2"...
  • Pagina 677 SYSTEEMINSTELLINGEN Letter formaat RX verkleint afdrukken De machine controleert ook de mailserver (POP3-server) voor ontvangen Internetfaxen wanneer Dit programma is niet beschikbaar in Canada. de hoofdschakelaar is ingeschakeld. (Behalve Wanneer een fax van het formaat letter- (8-1/2" x 11") wanneer 0 uren en 0 minuten is opgegeven.) wordt ontvangen, verkleint deze instelling de fax naar A4-formaat.
  • Pagina 678 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen documentarchivering De instellingen voor documentarchivering worden hieronder beschreven. Druk op de toets [Instellingen documentarchivering] om de instellingen te configureren. Overige instellingen Instellingen Standaardmodus Standaardinstellingen kleurmodus Deze instelling wordt gebruikt om aan te geven welke Hiermee wordt de standaardinstelling voor zwart-wit en modus (Delen of Vertrouwelijk) er moet worden gebruikt kleurenmodus gebruikt tijdens de functie Scannen naar als standaardmodus voor het opslaan van een bestand.
  • Pagina 679 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Kaart Formaat-Instellingen kleurgegevenscomprimeringsfactor Deze instelling wordt gebruikt om het standaard origineelformaat voor de functie kaart formaat in te U kunt [Lage compressie], [Gemiddelde compressie] of stellen. [Hoge compressie] selecteren als standaard Zowel de X (horizontale) als de Y (verticale) compressiefactor voor het verzenden van een origineelafmeting kan worden ingesteld van 25 mm (1") opgeslagen kleurenbestand.
  • Pagina 680 SYSTEEMINSTELLINGEN Opties documentuitvoer U kunt het gebruik van een opgeslagen bestand toestaan of verbieden door het type handeling en de modus waarin het bestand is opgeslagen te selecteren. De beschikbare items hangen af van de functies die op de machines zijn geïnstalleerd. Item Beschrijving Printer...
  • Pagina 681 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst afdrukken (beheerder) Deze instelling wordt gebruikt om lijsten en rapporten af te drukken die uitsluitend worden gebruikt door beheerder van de machine. Druk op de [Lijst afdrukken (beheerder)]-toets om de instellingen te configureren. Lijst beheerdersinstellingen U kunt lijsten met beheerderinstellingen afdrukken voor de onderstaande modi.
  • Pagina 682 SYSTEEMINSTELLINGEN Beveiligingsinstellingen De volgende instellingen zijn bedoeld voor beveiliging. Druk op de toets [Beveiligingsinstellingen] om de instellingen te configureren. SSL-instellingen IEEE802.1X instelling SSL kan worden gebruikt voor het verzenden van Met IEEE802.1X kan een gebruiker gemachtigd worden gegevens over een netwerk. om een machine te gebruiken.
  • Pagina 683 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor gegevens wissen Verwijder vergrend. Bestandsmap/bedien. Als deze functie wordt ingeschakeld, worden de volgende beveiligingsfuncties geactiveerd op het Deze functie wordt gebruikt voor het vrijgeven van apparaat. mappen en bestanden voor documentarchivering en versleutelde PDF-bestanden die zijn vergrendeld Wees voorzichtig, want deze functie kan niet worden vanwege de invoer van een onjuist wachtwoord.
  • Pagina 684 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling in-/ uitschakelen De onderstaande instellingen worden gebruikt om bepaalde functies onmogelijk te maken. Druk op de [Instelling in-/ uitschakelen]-toets om configureer de instellingen. Met de functie Instellingen In-/uitschakelen worden dezelfde parameters ingesteld als de inschakelen/uitschakelen-functies van andere instellingen. De instellingen zijn onderling gekoppeld (het wijzigen van instelling leidt tot de wijziging van een andere). Voorwaarde-instellingen Apparaatbeheer Afdrukken Lege Pagina Uitschakelen...
  • Pagina 685 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen voor kopieerfunctie Instell. afbeelding verzenden Overige uitgeschakeld Opheffen van werk-programma's uitschakelen Deze instelling wordt gebruikt om het verwijderen en Omschakelen weergave-volgorde uitschakelen Deze instelling wordt gebruikt om wijzigingen in de wijzigen van de kopieerinstellingen in de volgorde van de display (volgorde van zoeknummer, werkprogramma's onmogelijk te maken.
  • Pagina 686 SYSTEEMINSTELLINGEN (Wanneer er een netwerkverbinding is ingeschakeld.) Instellingen documentarchivering Hiermee wordt adresbeheer vanuit globaal adres zoeken uitgeschakeld. Stempel uitschakelen voor herafdruk Configureer de instellingen voor de volgende items: Deze instelling wordt gebruikt om de selectie van een E-mail, Internetfax, Fax "Stempel"...
  • Pagina 687 SYSTEEMINSTELLINGEN Wachtwoord beheerder wijzigen Dit wordt gebruikt om het wachtwoord van de beheerder te wijzigen. Druk op de toets [Wachtwoord beheerder wijzigen] om het wachtwoord te wijzigen. Zorg ervoor dat u het nieuwe wachtwoord onthoudt wanneer u het wachtwoord wijzigt. Wij raden u aan het wachtwoord van de beheerder regelmatig te wijzigen.
  • Pagina 688 SYSTEEMINSTELLINGEN Gegevensback-up Instellingen en gegevens die op de machine zijn opgeslagen kunnen op USB-geheugen worden opgeslagen. • Deze functie kan worden ingeschakeld als een USB-geheugenapparaat is geïnstalleerd. • Deze functie kan niet worden gebruikt terwijl de systeeminstellingen worden gebruikt, tijdens het uitvoeren van een opdracht of wanneer er sprake is van een gereserveerde opdracht.
  • Pagina 689 SYSTEEMINSTELLINGEN Opslaan/oproepen van systeeminstellingen De huidige systeeminstellingen kunnen worden opgeslagen, eerder opgeslagen systeeminstellingen kunnen worden opgehaald en de standaardinstellingen kunnen worden hersteld. Druk op de toets [Opslaan/oproepen van systeeminstellingen] om de instellingen te configureren. Fabrieksinstellingen Herstellen Hiermee zet u de systeeminstellingen terug naar de standaardinstellingen.
  • Pagina 690 Extern accountbeheer Stel de afspeelsnelheid in voor de animatie in de Als deze instelling is ingeschakeld, schakelt het apparaat applicatie Sharp OSA. naar de externe optelmodus en kan de optelfunctie De volgende instellingen kunnen worden worden gebruikt via een externe accountapplicatie.
  • Pagina 691 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN VOOR FAX Dit gedeelte legt systeeminstellingen uit die specifiek voor de faxfunctie zijn. De systeeminstellingen voor de faxfunctie kunnen alleen worden geconfigureerd als de faxuitbreidingskit is geïnstalleerd. Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen) Wanneer de systeeminstellingen voor de fax worden geopend met algemene rechten, verschijnen de onderstaande items.
  • Pagina 692 SYSTEEMINSTELLINGEN Adresbeheer Adresboek In dit gedeelte worden items uitgelegd die speciaal gebruikt worden voor de fax in "Adresbeheer". Raadpleeg "Adresbeheer" (pagina 7-16) voor items die ook voor andere functies worden gebruikt. Als op de toets [Adresboek] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Vorige Adresboek Adressen sorteren...
  • Pagina 693 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Item Beschrijving Opgeslagen algemene items Selecteer het adrestype dat in het adresboek moet worden opgeslagen. Adrestype Selecteer in dit geval [Fax] Stel een zoeknummer in. Het laagst beschikbare nummer wordt automatisch Zoeknummer ingevoerd. Om een nummer te wijzigen, voert u een nummer één van 0001 tot 1000.
  • Pagina 694 SYSTEEMINSTELLINGEN F-Codegeheugenvak Dit gedeelte legt uit hoe u geheugenvakken voor verschillende typen van F-code communicatie kunt opslaan. Als op de toets [F-Codegeheugenvak] wordt gedrukt, verschijnt het volgende scherm. Systeeminstellingen F-Codegeheugenvak Vorige Toevoegen Sorteren Navraaggeheugen Box 1 Box 2 Box 3 Box 4 Box 5 Box 6...
  • Pagina 695 SYSTEEMINSTELLINGEN Instellingen Item Beschrijving Items die hetzelfde zijn voor alle typen Selecteer het vaktype • Navraaggeheugen: Sla een geheugenvak op voor navraag met F-code. Het subadres en pascode dat u programmeert in het geheugenvak zijn nodig voor de andere machine om navraag te doen bij uw machine (verzending aanvragen) met behulp van F-code communicatie.
  • Pagina 696 SYSTEEMINSTELLINGEN Faxdata Ontv/ Doorsturen In dit gedeelte worden de instellingen voor ontvangst en doorsturen uitgelegd. Faxinstellingen Wanneer de faxinstellingen zijn geconfigureerd verschijnen de onderstaande items. Item Beschrijving Stel de methode voor faxontvangst in. • Automatische Ontvangst: Wanneer er een oproep binnenkomt, rinkelt de machine en begint vervolgens automatisch de fax te ontvangen.
  • Pagina 697 SYSTEEMINSTELLINGEN Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Beheerder) Wanneer de systeeminstellingen voor de fax worden geopend met rechten van de beheerder, verschijnen de onderstaande items. Raadpleeg "Lijst met systeeminstellingen voor de fax (Algemeen)" (pagina 7-103) voorinformatie over de algemene instellingen. •...
  • Pagina 698 SYSTEEMINSTELLINGEN Item Standaardinstellingen Pagina Instelling Afdrukken Transactierapport • Enkele Verzending Alleen Foutrapport Afdrukken • Distribueren Volledig Rapport Afdrukken 7-112 • Ontvangen Geen Afgedrukt Rapport • Vertrouwelijke Ontvangst Kennisgevingspagina Afdrukken Instelling Afdrukken Activiteitenrapport • Automatisch afdrukken bij vol geheugen Uitgeschakeld 7-112 •...
  • Pagina 699 SYSTEEMINSTELLINGEN Instell. afbeelding verzenden Instellingen met betrekking tot de beeldverzendfunctie (scan, Internetfax, enz.) kunnen worden geconfigureerd. Druk op de toets [Instell. afbeelding verzenden] om de instellingen te configureren. Faxinstellingen Instelling Onderbrekingstijd Fax-Standaardinstellingen Hiermee kunt u de lengte van de pauzes wijzigen die U kunt de instellingen voor fax in- of uitschakelen om tussen de faxnummers wordt ingevoegd.
  • Pagina 700 SYSTEEMINSTELLINGEN U kunt het activiteitenrapport Beeld Verzenden instellen Origineel afdrukken op op automatisch afdrukken na 201 transacties, maar kunt deze ook instellen op automatisch afdrukken op een transactierapport bepaald tijdstip (bijvoorbeeld één keer per dag). (De Wanneer een transactierapport wordt afgedrukt voor een instellingen kunnen gelijktijdig worden ingeschakeld.) geheugenverzending, wordt deze instelling gebruikt om een gedeelte van de eerste pagina van de verzending...
  • Pagina 701 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Afdrukken Datum/Eigen Instellingen Fax Verzenden U kunt de instellingen voor faxverzending configureren. Met deze instelling bepaalt u de positie van de datum en informatie van de verzender boven aan de faxpagina's die Instelling Verzenden Automatische door de ontvangende machine worden afgedrukt. Druk op de [Buiten origineel beeld]-toets om de informatie buiten Reductie het verzonden origineel af te drukken.
  • Pagina 702 SYSTEEMINSTELLINGEN Opnieuw oproepen indien bezet Opnieuw bellen indien communicatiefout Dit programma wordt gebruikt om het aantal belpogingen en ook het interval tussen deze pogingen in Deze instelling bepaalt hoe vaak uw machine te stellen wanneer een verzending mislukt als gevolg automatisch probeert terug te bellen als een van een bezette lijn of een andere reden.
  • Pagina 703 SYSTEEMINSTELLINGEN Instelling Reductie Auto Ontvangst Instellingen Fax Ontvangen Wanneer er een fax wordt ontvangen waarin de naam U kunt de instellingen voor faxontvangst configureren. en het nummer van de verzender is opgenomen, is het ontvangen beeld iets groter dan het standaardformaat. Aantal oproepen in automatische Deze instelling wordt gebruikt om het beeld automatisch ontvangst...
  • Pagina 704 SYSTEEMINSTELLINGEN Letter formaat RX verkleint afdrukken Deze instelling kan alleen worden gebruikt als de Dit programma is niet beschikbaar in Canada. selectievakjes [Meer sets printen] en [Nieten] zijn geselecteerd in de "Faxinstellingen" (pagina Wanneer en een fax met het letter-R-formaat wordt 7-108).
  • Pagina 705 SYSTEEMINSTELLINGEN Faxnavraagbeveiliging De volgende instellingen zijn bedoeld voor navraaggeheugen via de openbare box. Faxnavraagbeveiliging instellen Wanneer u gebruik maakt van de functie navraaggeheugen, bepaalt deze instelling of elke machine navraag kan doen bij uw machine, of dat alleen de machines die zijn opgeslagen navraag kunnen doen. Nieuwe Toevoegen Wanneer u de Instelling Navraagbeveiliging hebt ingeschakeld, gebruik dan deze instelling om faxnummers...
  • Pagina 706 SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGENMENU Totaal Aantal Kopieën Aantal opdrachten Aantal apparaten Standaard-Instellingen Klokaanpassing Keuze Toetsenbord Lijst van maapen voor Lijst afdrukken (gebruiker) Lijst Alle Gebruikersinstellingen Testpagina Printer Adreslijst Wordt Verzonden documentarchivering Papierlade-Instellingen Lade-Instellingen Papiersoortregistratie Automatische Lade Selectie Registratie aangepaste grootte (Omloop) Adresbeheer Adresboek Aangepaste Index Programma...
  • Pagina 707 Instellingen voor gegevens wissen Privé-/apparaatgegevens Verwijder vergrend. Bestandsmap/bedien. Instelling in-/ uitschakelen initialiseren Beheerderswachtw. wijzigen Productcode Gegevensback-up Opslag-backup Apparaat kopiëren Bewaren/oproepen van Fabrieksinstellingen Herstellen Huidige Configuratie Opslaan Configuratie Herstellen systeeminst.van systeeminst. Sharp OSA-instellingen Instellingen extern account Instellingen USB-driver Jobbprioritetsinnstillinger 7-119 Inhoudsopgave...
  • Pagina 708 HOOFDSTUK 8 HET OPSPOREN VAN FOUTEN In dit gedeelte zijn oplossingen voor mogelijke problemen opgenomen in een vraag- en antwoordindeling. Zoek de vraag die betrekking heeft op uw probleem en benut het antwoord om het probleem op te lossen. Als u een probleem niet kunt oplossen met deze handleiding, neem dan contact op met de dealer of dichtstbijzijnde erkende servicevestiging.
  • Pagina 709 Neem contact op met uw dealer of met de dichtstbijzijnde servicedienst van Sharp. Als het probleem na het volgen van bovenstaande stappen aanhoudt, neem dan contact op met de dealer die u het apparaat heeft verkocht of met de...
  • Pagina 710 HET OPSPOREN VAN FOUTEN VEELGESTELDE VRAGEN Een kopie maken van een origineel dat geen standaardformaat heeft De procedure om een kopie te maken van een betaalstrookje of ander origineel dat geen standaardformaat heeft wordt hieronder beschreven. De speciale functie "Centreren" van de kopieermodus kan worden geselecteerd om de gekopieerde afbeelding in het midden van het papier te plaatsen.
  • Pagina 711 De poortinstellingen in de printerdriver controleren Geef het dialoogvenster met de eigenschappen van de printerdriver weer en klik op het tabblad [Poorten]. SHARP MX-XXXX SHARP MX-xxxx Zien uw poortinstellingen er zo uit? SHARP MX-XXXX Uw poortinstellingen moeten er zo uitzien...
  • Pagina 712 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Op een envelop afdrukken De procedure om op enveloppen af te drukken wordt hieronder besproken. Er kan alleen worden gedrukt op de naam- en adreszijde van een envelop. We raden aan om eerst een testpagina af te drukken om het afdrukresultaat te controleren voordat u een envelop gebruikt.
  • Pagina 713 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Het papierformaat wijzigen dat wordt gebruikt voor een afdrukopdracht Als het voor een afdrukopdracht opgegeven papierformaat niet is geladen in één van de papierlades van het apparaat, dan volgt u de stappen hieronder om het papierformaat te wijzigen. Papier Leeg 1 Controleer de gegevens van de opdracht.
  • Pagina 714 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Het volume van de beltoon aanpassen Als de beltoon bij de ontvangst van een fax te hard of te zacht is, volgt u de stappen hieronder om het volume aan te passen. Het faxtoonvolume kan worden aangepast in de systeeminstellingen (beheerder). Tik in het aanraakscherm op de toets [SYSTEEM INSTELLINGEN] , tik achtereenvolgens op [Instellingen Beeld Verzenden] - [Faxinstellingen] -...
  • Pagina 715 HET OPSPOREN VAN FOUTEN INDICATORS EN DISPLAYMELDINGEN Als één van de volgende meldingen verschijnt, neemt u onmiddellijk actie en volgt u de instructies in de melding. Melding Oplossing Onderhoud vereist. Het is tijd voor regelmatig onderhoud. Neem contact op met uw service leverancier.
  • Pagina 716 HET OPSPOREN VAN FOUTEN VERWIJDEREN VAN VASTGELOPEN PAPIER In dit gedeelte wordt uitgelegd wat te doen als het papier vastgelopen is in het apparaat. Let op Fuser De fuseereenheid is heet. Zorg dat u geen brandwonden oploopt als u probeert vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 717 HET OPSPOREN VAN FOUTEN KOPIËREN PROBLEMEN M.B.T. HET KOPIËREN • Er wordt niet gekopieerd............8-10 •...
  • Pagina 718 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Dubbelzijdig kopiëren Geeft de papiersoortinstelling van de Controleer "Lade-Instellingen" in de vindt niet plaats. geselecteerde lade een papiersoort aan systeeminstellingen. Indien het [Duplex Uitschakelen] dat niet kan worden gebruikt voor vakje is aangevinkt kan er bij die lade niet dubbelzijdig kopiëren?
  • Pagina 719 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. KOPIEERRESULTATEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De afdruk is te licht of Is de afbeelding is te licht of te donker? Selecteer de correcte belichtingsinstelling voor het te donker. te kopiëren origineel en pas het belichtingsniveau handmatig aan.
  • Pagina 720 HET OPSPOREN VAN FOUTEN AFDRUKKEN PROBLEMEN M.B.T. HET AFDRUKKEN • Er wordt niet geprint............. . .8-13 •...
  • Pagina 721 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geprint. Staat het juiste IP-adres geselecteerd? Controleer de instelling van het IP-adres. (Windows) Als het apparaat geen permanent IP-adres heeft (het apparaat ontvangt een IP-adres van een DHCP-server) kan er niet worden geprint als het IP-adres verandert.
  • Pagina 722 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet geprint. Is er een Kennisgeving Pagina Controleer de afgedrukte Kennisgeving Pagina. afgedrukt? Een Kennisgevings Pagina wordt afgedrukt om de oorzaak van het probleem aan te geven als een printopdracht niet zoals aangegeven kan worden uitgevoerd en de oorzaak niet in de display wordt weergegeven.
  • Pagina 723 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het lukt niet om een Is "IPsec-instellingen" ingeschakeld op Controleer bij uw systeembeheerder. bestand uit een de machine? Wanneer "IPsec-instellingen" is ingeschakeld in de gedeelde map op de systeeminstellingen (beheerder), is rechtstreeks computer direct af te afdrukken van een bestand uit een gedeelde map niet drukken.
  • Pagina 724 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Deel van de afbeelding Komt het papierformaat zoals dat is Zorg dat het ingestelde papierformaat overeenkomt wordt afgesneden. opgegeven bij de printopdracht overeen met het formaat van het papier in de lade. met het papier in de lade? U selecteert het papierformaat als volgt: Windows:...
  • Pagina 725 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er worden veel Verkeert uw computer of het apparaat in Annuleer de printopdracht, start uw computer en nonsenskarakters een onstabiele staat? het apparaat opnieuw op en probeer opnieuw af te afgedrukt.
  • Pagina 726 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN MET BETREKKING TOT HET VERZENDEN • Er vindt geen verzending plaats............8-20 •...
  • Pagina 727 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN MET BETREKKING TOT HET VERZENDEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er vindt geen Is de telefoonkabel goed aangesloten? Controleer het contact van de telefoonlijn, de verzending plaats. wandcontactdoos en eventuele adaptors om er zeker van te zijn dat alle verbindingen goed zijn aangesloten.
  • Pagina 728 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er vindt geen Geeft het opdrachtstatusscherm Verricht de transactie opnieuw. verzending plaats. (voltooide opdrachten) of het Als de verzending na het terugbellen - zoals ingesteld in transactierapport aan dat de verzending "Opnieuw oproepen indien bezet"...
  • Pagina 729 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Verzending begint niet Is de klok van de machine op de juiste Stel de klok van de machine op de juiste tijd in. ➞ Systeeminstellingen > "Standaard-instellingen" > op het aangegeven tijd ingesteld? tijdstip.
  • Pagina 730 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De machine begint Is de ontvangstfunctie ingesteld op Stel de ontvangstmodus in op "Automat. Ontvangst". niet met de "Handmatige ontvangst" in de systeem Wanneer de ontvangstfunctie is ingesteld op "Handmatige faxontvangst.
  • Pagina 731 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN IN VERBAND MET AFZONDERLIJKE ONE-TOUCH-TOETSEN / GROEPTOETSEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een afzonderlijke Is het maximaal aantal toetsen al Wis de one-touch-toetsen en groeptoetsen die niet one-touch-toets of een opgeslagen? worden gebruikt. groeptoets kan niet Zijn er functies die door de beheerder Controleer bij uw systeembeheerder.
  • Pagina 732 HET OPSPOREN VAN FOUTEN SCANNEN / INTERNETFAX PROBLEMEN MET BETREKKING TOT SCANNEN / INTERNETFAXWERKING • Er vindt geen verzending plaats............8-25 •...
  • Pagina 733 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Er wordt niet Overschrijdt het beeldbestand de limiet Controleer bij uw systeembeheerder. verzonden. voor e-mailbijlagen in de Als de beheerder een limiet heeft ingesteld voor de systeeminstellingen grootte van te verzenden bestanden, kunt u een (systeembeheerder)? bestand groter dan de limiet niet verzenden.
  • Pagina 734 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het ontvangen Ondersteunt het viewerprogramma van Gebruik een programma dat in staat is het geselecteerde beeldbestand kan niet de ontvanger de bestandsindeling van bestandstype en de compressiemodus te openen. worden geopend. de ontvangen beelddata? Mogelijk kan de ontvanger het bestand wel openen als u het bestandstype en de compressiemodus aanpast voor...
  • Pagina 735 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing De kwaliteit van het Komt het origineel uit drukwerk zoals Gebruik de volgende methode om verticale gescande beeld is een boek of tijdschrift? patronen (moiré) te beperken. slecht. Als het origineel drukwerk is, dan is het mogelijk dat verticale patronen (moiré) verschijnen.
  • Pagina 736 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het beeld is te licht of Is de drempelwaarde wel geschikt? Controleer de instelling "Zwart/Wit drempel". te donker.(Bij gebruik Wanneer scannen van de TWAIN driver met [Mono 2 van een PC Scan.) gradatie] is geselecteerd vanuit de [Kleurmodus] van het venster "Professioneel", selecteert u de instelling "Zwart/Wit drempel".
  • Pagina 737 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een individuele Maakt de toets deel uit van een Verwijder de toets uit het progamma en doe dan de sneltoets of programma toets? aanpassing of annuleer de toets. groepstoets kan niet (Als de toets in meerdere programma's is opgenomen, worden gecorrigeerd moet hij uit alle programma's worden verwijderd.)
  • Pagina 738 HET OPSPOREN VAN FOUTEN DOCUMENTOPSLAG PROBLEMEN M.B.T. ARCHIVEREN • Er vindt geen documentopslag plaats..........8-31 •...
  • Pagina 739 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een opdracht kan niet Verschijnen er aangepaste mappen in Klik op de [Mapnaam opvragen] knop in het wordt opgeslagen in "Mapinformatie"? documentopslagscherm van de printerdriver om de een aangepaste map. (Tijdens het printen) aangepaste mappen op te halen die op het apparaat zijn aangemaakt.
  • Pagina 740 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Een bestandsnaam Is de bestandnaam opgeslagen in de Indien de naam werd opgeslagen in de geavanceerde verzendinstellingen voordat het Snelbestand of Bestand word afgekort. geavanceerde verzendinstellingen bij het werden geconfigureerd zal die naam worden gebruikt verzenden van een scan of Internet fax? voor het opgeslagen bestand.
  • Pagina 741 HET OPSPOREN VAN FOUTEN ALGEMENE PROBLEMEN PROBLEMEN M.B.T. DE BEDIENING VAN DE MACHINE • Gespecificeerde apparaatfuncties kunt u niet gebruiken........8-35 •...
  • Pagina 742 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. DE BEDIENING VAN DE MACHINE Probleem Wat u moet controleren Oplossing Gespecificeerde Zijn er functies die door de beheerder Controleer bij uw systeembeheerder. Sommige functies kunnen gedeactiveerd zijn in de apparaatfuncties kunt gedeactiveerd zijn? systeeminstellingen (systeembeheerder).
  • Pagina 743 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Printen is niet Zit er nog papier in de lade? Voeg papier toe volgens de aanwijzingen in het mogelijk of het printen bericht op het toetsenpaneel. stopt tijdens een Is de toner in het apparaat op? Vervang de tonercartridge.
  • Pagina 744 Waaier het papier goed uit voordat u het plaatst. tegelijk ingevoerd? Gebruikt u papier dat niet aan de Gebruik door SHARP aanbevolen papier. specificaties voldoet? Het gebruik van papier dat niet wordt aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreukelen of vlekken.
  • Pagina 745 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het papier loopt vast. Staat het juiste papierformaat Als u een speciaal papierformaat gebruikt zorg dan ingesteld? dat u het formaat instelt. Als er een ander formaat papier in de lade is gedaan controleer dan de papierformaat instelling.
  • Pagina 746 1. VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT "ONDERHOUD" (pagina 1-44) Vlekken op de print. Gebruikt u papier dat niet aan de Gebruik door SHARP aanbevolen papier. specificaties voldoet? Het gebruik van papier voor andere modellen of speciaal papier dat niet wordt aanbevolen kan leiden tot vastlopen, kreuken of vlekken.
  • Pagina 747 HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Deel van de afbeelding Staat het juiste papierformaat Als u een speciaal papierformaat gebruikt zorg dan wordt afgesneden. ingesteld? dat u het formaat instelt. Als er een ander formaat papier in de lade is gedaan controleer dan de papierformaat instelling.
  • Pagina 748 HET OPSPOREN VAN FOUTEN PROBLEMEN M.B.T. RANDAPPARATUUR Probleem Wat u moet controleren Oplossing Het aangesloten USB Is het USB apparaat compatibel met het Vraag aan uw dealer of het apparaat compatibel is apparaat kan niet apparaat? met de machine. worden gebruikt. Is het aangesloten USB-apparaat juist Met "USB-apparaatcontrole"...
  • Pagina 749 HET OPSPOREN VAN FOUTEN OVERIGE PROBLEMEN Probleem Wat u moet controleren Oplossing Voorvertoningen of Wachten er een aantal opdrachten op Wacht tot enkele van de opdrachten zijn uitgevoerd. miniatuurafbeeldingen uitvoering? worden niet weergegeven. Toetsenpaneelscherm Staat het displaycontrast juist Druk op de toets helderheid aanpassen ( ) of is moeilijk af te lezen.
  • Pagina 750 Bedieningshandleiding MODEL: MX-C301 MX-C301W MXC301W-NL-Z1...