8.2.3
Schuifstand met behulp van de rekenschijf bepalen
De rekenschijf bestaat uit:
•
De buitenste, witte schaal met
strooihoeveelheden [kg/ha]
(strooihoeveelheid) (Afb. 48/1).
•
De binnenste, witte schaal voor de bij de
kwantiteitscontrole opgevangen
hoeveelheid mestkorrels [kg] (opgevangen
hoeveelheid) (Afb. 48/2).
•
De middelste, gekleurde schaal met de
schuifstanden (positie) (Afb. 48/3).
•
De tabel voor het bepalen van de
noodzakelijke meetafstand [m] (Afb. 49).
ZA-M BAG0057.0 09.07
Afb. 48
Afb. 49
Voorbeeld:
Werkbreedte:
Strooihoeveelheid:
Werksnelheid:
Schuifstand:
1. Stel op de linker stelhefboom een gemiddelde schuifstand in,
bijv. 25.
2. Lees in de tabel (Afb. 49/1) voor de gewenste werkbreedte 18 m
de noodzakelijke meetafstand 27,75 m af.
Bij de kwantiteitscontrole bedraagt het bestrooide oppervlak
•
bij werkbreedten t/m 23 m 1/40 ha.
•
bij werkbreedte van meer dan 24 m 1/20 ha.
18 m
400 kg/ha
10 km/uur
?
Instellingen
77