Reinigen, service en onderhoud
1. Draai de fixeerpennen los en verwijder ze
(Afb. 69/2).
2. Maak de snelsluiting los en verwijder deze
(Afb. 69/4).
Twee stuks per strooiplaat
3. Vervang de strooiplaat.
4. Vervang de zelfborgende moeren (Afb.
69/1) van de fixeerpennen door nieuwe
zelfborgende moeren.
5. Borg de betreffende strooiplaat met behulp
van fixeerpen, vulring en een nieuwe,
zelfborgende moer (Afb. 69/1) beweegbaar
op de strooischijf.
6. Haal de zelfborgende moer (Afb. 69/1) met
behulp van gereedschap zo vast aan dat de
u de strooiplaat nog net met de hand kunt
zwenken.
7. Monteer de betreffende snelsluiting (Afb.
69/4), bestaande uit platkopbout,
schotelveer en vleugelmoer. Zorg dat de
open zijde van de schotelveer beslist in de
richting van de strooischijf wijst.
8. Zwenk de afleeszijde van de betreffende
strooiplaat naar de benodigde instelwaarde
voor de gewenste werkbreedte. Zie hiertoe
het hoofdstuk "Werkbreedte instellen", blz.
86.
9. Draai de betreffende vleugelmoer van de
snelsluiting (Afb. 69/4) met de hand vast
(zonder gereedschap).
110
Let beslist op de correcte montage van de strooiplaten! De open zijde
van de U-vormige strooiplaat wijst in de draairichting.
Afb. 69
ZA-M BAG0057.0 09.07