De batterijstatus controleren
Wanneer u de batterijstatus wilt controleren, moet u de statusknop op de ladingsmeter indrukken en
loslaten om de ladingsniveaulichtjes te laten branden. Elk lampje vertegenwoordigt ongeveer 20 procent
van de totale batterijlading. Als bijvoorbeeld tachtig procent van de lading resteert, zullen er vier lampjes
branden. Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
De gezondheid van de batterij controleren
OPMERKING:
De gezondheid van de batterij kan op twee manieren worden gecontroleerd: door de ladingsmeter
te gebruiken zoals hieronder wordt beschreven, en door de batterijmeter te gebruiken in Del QuickSet. Voor
informatie over QuickSet klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram op de taakbalk en daarna op Help.
Wanneer u de gezondheid van de batterij met de ladingsmeter wilt controleren, moet u de statusknop op
de ladingsmeter minstens 3 seconden ingedrukt houden. Als er geen lampjes gaan branden, verkeert de
batterij in een goede conditie, en heeft deze nog meer dan 80 procent van zijn oorspronkelijke oplaadcapaciteit.
Elk lampje geeft een afnemende conditie aan. Als er vijf lampjes gaan branden, is er minder dan 60 procent
van de oorspronkelijk oplaadcapaciteit over, en kunt u de batterij het beste vervangen. Zie "Ladingsmeter"
op pagina 34 voor meer informatie over de werkingsduur van de batterij.
Waarschuwing dat batterij bijna leeg is
KENNISGEVING:
Om te voorkomen dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan, moet u uw werk direct opslaan als
u een waarschuwing ontvangt dat de batterij bijna leeg is. Sluit de computer nu aan op een stopcontact of plaats een
tweede batterij in de batterijhouder. Als de batterij volledig leegraakt, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd.
Wanneer de batterij voor bijna 90 procent leeg is, verschijnt er een pop-upvenster die u hiervoor waarschuwt.
Als er twee batterijen zijn aangebracht, betekent deze waarschuwing dat de batterijen samen voor bijna
90 procent leeg zijn. Wanneer de batterij zo goed als leeg is, wordt de computer in de slaapstand gezet.
In QuickSet of in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer kunt u de instellingen voor de
batterijwaarschuwingen wijzigen. Zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 37 voor
informatie over het openen van QuickSet of het venster Eigenschappen voor Energiebeheer.
Batterijstroom besparen
Voer de onderstaande acties uit om batterijstroom te besparen:
•
Sluit de computer aan op een stopcontact indien mogelijk, omdat de levensduur van de batterij
grotendeels wordt bepaald door het aantal keren dat deze wordt gebruikt en wordt opgeladen.
•
Zet de computer in de stand-by-modus of in de slaapstand wanneer u deze voor een langere tijd niet
gebruikt. Zie "Energiebeheermodi" op pagina 36.
•
Gebruik de wizard Energiebeheer of het venster Eigenschappen voor energiebeheer om opties te
selecteren om het energiegebruik van de computer te optimaliseren. Deze opties kunnen bovendien zo
worden ingesteld dat ze worden gewijzigd wanneer u op de aan/uit-knop drukt, het scherm dichtklapt
of op <Fn><Esc> drukt.
OPMERKING:
Zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 37 voor informatie over het besparen
van batterijstroom.
Batterijen gebruiken
35