Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dell Latitude ATG D630 Gebruikshandleiding pagina 168

Inhoudsopgave

Advertenties

pixel — Een enkele punt op een beeldscherm. Pixels
worden gerangschikt in rijen en kolommen om een afbeelding
te vormen. Een videoresolutie, zoals 800 x 600, geeft het
aantal pixels aan dat horizontaal en verticaal staat.
Plug en Play — De mogelijkheid van de computer om
apparaten automatisch te configureren. Plug en Play zorgt
voor automatische installatie, configuratie en compatibiliteit
met bestaande hardware als de BIOS, het besturingssysteem
en alle apparaten Plug en Play-compatibel zijn.
POST — power-on self-test (serie testen bij inschakelen
computer) — Diagnostische programma's die automatisch
door de BIOS worden geladen en basistesten uitvoeren op
de belangrijkste computeronderdelen, zoals het geheugen,
vaste schijven en videospelers. Als er tijdens POST geen
problemen worden opgespoord, gaat de computer verder
met opstarten.
processor — Een computerchip die programma-instructies
vertaalt en uitvoert. De processor wordt ook wel de CVE
(centrale verwerkingseenheid) genoemd.
PS/2 — personal system/2 — Een connectortype voor het
aansluiten van een toetsenbord, muis of toetsenblok die
compatibel zijn met PS/2.
PXE — pre-boot execution environment
(uitvoeringsomgeving voorafgaan aan het opstarten) —
Een WfM-standaard (Wired for Management) waarmee
computers die zijn aangesloten op een netwerk en geen
besturingssysteem hebben, extern geconfigureerd en
opgestart kunnen worden.
R
RAID — redundant array of independent disks (overtollige
reeks onafhankelijke schijven) — Een methode om
overtollige gegevens te bieden. Sommige algemene
toepassingen van RAID omvatten RAID 0, RAID 1,
RAID 5, RAID 10 en RAID 50.
RAM — random-access memory — De primaire tijdelijke
opslaglocatie voor programma-instructies en gegevens.
Alle informatie die in RAM is opgeslagen gaat verloren,
wanneer u de computer uitschakelt.
reismodule — Een plastic apparaat dat ontworpen is voor
de modulehouder van een draagbare computer om het
gewicht van de computer te verminderen.
168
Woordenlijst
resolutie — De scherpte en helderheid van een afbeelding
uitgevoerd door een printer of weergegeven op een
monitor. Hoe hoger de resolutie, des te scherper de
afbeelding.
RFI — radio frequency interference
(radiofrequentiestoring) — Storing die gegenereerd wordt
bij doorsnee radiofrequenties, binnen het bereik van
10 kHz tot 100.000 MHz. Radiofrequenties hebben lage
elektromagnetische frequenties en meer kans op storing
dan de hogere frequentiestralingen, zoals infrarood en licht.
ROM — read-only memory (alleen-lezen geheugen) —
Geheugen dat gegevens en programma's opslaat die niet
kunnen worden verwijderd of waarnaar de computer niet
kan schrijven. Anders dan RAM bewaart ROM de inhoud
nadat u de computer uitschakelt. ROM bevat een aantal
programma's die essentieel zijn voor de werking van de
computer.
RPM — revolutions per minute (omwentelingen per
minuut) — Het aantal rotaties dat per minuut plaatsvindt.
De snelheid van de vaste schijf wordt vaak in rpm gemeten.
RTC — real time clock (real-timeklok) — Klok op
batterijen op de systeemkaart die de datum en tijd
bijhoudt na het uitschakelen van de computer.
RTCRST — real-time clock reset (opnieuw instellen real-
timeklok) — Een schakelaar op de systeemkaart van
sommige computers die vaak kan worden gebruikt voor
het oplossen van problemen.
S
SAS — serial attached SCSI (serieel aangesloten SCSI) —
Een snellere, seriële versie van de SCSI-interface (in
tegenstelling tot de oorspronkelijke parallelle SCSI-
architectuur).
SATA — seriële ATA — Een snellere, seriële versie van de
ATA (IDE)-interface.
ScanDisk — Een programma van Microsoft dat bestanden,
mappen en de vaste schijf op fouten controleert. ScanDisk
wordt vaak uitgevoerd wanneer u de computer opnieuw
opstart als deze niet meer reageert.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Latitude pp18l

Inhoudsopgave