4.2 Type 3274
Het deksel aan de zijkant van de behuizing
afschroeven, de kabels door de Pg 13,5 war-
tels in de behuizing naar de klemmen gelei-
den en conform het schakelschema in de
deksel resp. figuur 5 aansluiten.
Aarde aansluiten op de separate aardklem
aan de binnenzijde van de behuizing.
Belangrijk: Op de klemmen N en L moet altijd
spanning staan.
Indien de voedingsspanning ontbreekt blij-
ven de aandrijvingen staan in de laatste po-
sitie (3274-12 t/m 16) of deze gaan naar de
veiligheidspositie (3274-23).
M
F
e
F
a
N
L
aL
eL a43 e53
veiligheidscircuit alleen bij type 3274-23
PE
N
L
figuur 5 ⋅ Schakelschema type 3274
6
Extra elektrische uitrusting
De aandrijvingen kunnen worden uitgerust
met eindschakelaars, potentiometers of met
een klepstandsteller voor ingangssignalen
0/4- 20 mA of 0-10 V.
De beschrijving, elektrische aansluiting en
instelling hiervan vindt u in de gebruikers-
handleiding van de aandrijving EB 8340.
openend
sluitend
"e"
"a"
e
a
a
e
81
1.311.321.33 2.312.32 2.33
regelaar
Opgelet: Het uitgangsrelais van de regelaar
voor sturing van de ingangssignalen aL en eL
voor de aandrijving mogen alleen via de
klem 81 (hetzelfde potentiaal) worden aan-
gestuurd resp. aangesloten.
2
1
4