informatie wordt getoond in de gegevensbalk op de
instrumentenpagina.
Om het hulpprogramma te kunnen gebruiken, moet een Navico
brandstofstroomsensor of een NMEA 2000-motoradapterkabel/
gateway met Navico-brandstofgegevensopslagapparaat in de boot
worden geplaatst. Voor de Navico-brandstofstroomsensor en de
Suzuki-motorinterface is het gebruik van een afzonderlijk
brandstofopslagapparaat niet nodig. Vraag de fabrikant van de
motor of uw dealer of uw motor de juiste gegevensuitvoer heeft en
welke adapter beschikbaar is voor de verbinding met de NMEA
2000.
Als de fysieke aansluiting is gemaakt, controleert u of de
bronselectie is voltooid. Bij meerdere motorinstallaties met
brandstofstroomsensoren of brandstofgegevensopslagapparaten
moet u de locatie van de motoren opnemen in de Apparatenlijst.
Ga voor algemene informatie over bronselectie naar "Gegevensbron
selecteren" op pagina 34.
Vaartuiginstellingen
In dit dialoogvenster kunt u het aantal motoren, het aantal tanks en
de totale brandstofcapaciteit voor alle tanks opgeven.
Brandstofniveau meten
U kunt de resterende brandstof meten aan de hand van de
brandstof die is gebruikt door motor(en) of aan de hand van de
brandstofniveausensoren in de tank. Het nominale
brandstofverbruik is vereist voor het instellen van de schaal op de
meter voor de brandstofzuinigheid. Deze waarde moet worden
bepaald aan de hand van ervaring over langere tijd. De bouwer of
50
Software installeren
| GO XSE Installatiehandleiding