42
A
Laagste punt van de offset van het vaartuig: stel de afstand
in van de transducer tot het laagste punt van de boot in het
water. Dit moet worden ingesteld als een negatieve waarde.
Bijvoorbeeld -0,3 m (-1 ft).
B
Voor de offset van de diepte onder het wateroppervlak (de
waterlijn): stel de afstand van de transducer naar het
wateroppervlak in. Dit moet worden ingesteld als een
positieve waarde. Bijvoorbeeld +0,5 m (+1,77 ft).
Zet de offset op 0 voor de diepte onder de transducer.
Softwareversie van echosounder
De softwareversie van externe echosoundermodules wordt
weergeven boven in het dialoogvenster Echo-installatie. Voor
informatie over software-upgrades raadpleegt u "Software-updates en
back-up van gegevens" op pagina 61.
Kalibratie watersnelheid
Kalibratie van de watersnelheid wordt gebruikt om de
snelheidswaarden van het schoepenwiel aan te passen aan de
werkelijke snelheid van het vaartuig door het water. De werkelijke
snelheid kan worden bepaald via de GPS-grond snelheid (SOG) of
door de snelheid van het vaartuig te meten over een bepaalde
afstand. De snelheidskalibratie dient te worden uitgevoerd in
rustige omstandigheden, met minimale wind en stroombeweging.
Software installeren
| GO XSE Installatiehandleiding
B
A