Fast packet-fouten
Cumulatieve optelling van fast packet-fouten. Dit kan bijvoorbeeld
een gemist frame of een frame uit sequentie zijn. NMEA 2000-PGN's
bestaan uit maximaal 32 frames. Als er een frame ontbreekt, wordt
het volledige bericht genegeerd.
Ú Notitie:
Rx- en Tx-fouten geven vaak problemen met het
fysieke netwerk aan. Dit zijn problemen die kunnen worden
opgelost door een connector te vervangen/repareren, een
backbone- of netwerkkabel in te korten of het aantal
netwerkknooppunten (apparaten) te verminderen.
Demping
Indien gegevens onjuist of te gevoelig zijn, kan demping worden
toegepast om de informatie stabieler te maken. Wanneer demping
niet is ingeschakeld, worden de gegevens in ruwe vorm
gepresenteerd, zonder demping.
Kalibratie
U kunt een offset (positief of negatief) toepassen voor het
corrigeren van onnauwkeurigheden in de bootsnelheid,
watertemperatuur, luchttemperatuur, barometrische druk en diepte
die afkomstig zijn van de NMEA 2000.
Ú Notitie:
Eventuele kalibraties die hier worden uitgevoerd,
worden alleen lokaal op deze unit toegepast. Deze offsets
worden niet toegepast op andere apparaten in het netwerk.
Extern alarm instellen
In een alarmsituatie van de unit klinkt de zoemer alleen als de optie
Sirene geactiveerd is ingeschakeld. De instelling hiervan is ook
bepalend voor de werking van het externe alarm.
Echosounder instellen
Configureer algemene instellingen in het dialoogvenster
Echosounder-instellingen. Definieer en configureer de
Echosounder-bronnen in het dialoogvenster Installatie.
Software installeren
| GO XSE Installatiehandleiding
39