Functiebeschrijving
Keteltemperatuurregeling
Korte beschrijving
■ De ketelwatertemperatuur wordt gere-
geld door de brander in en uit te scha-
kelen resp. door middel van modulatie.
■ De gewenste ketelwatertemperatuur
wordt door de volgende parameters
bepaald:
– gewenste aanvoertemperatuur van
verwarmingscircuit A1 (installatiecir-
cuit) en de via LON aangesloten ver-
warmingscircuits
– externe aanvraag
– gewenste tapwatertemperatuur
■ De gewenste ketelwatertemperatuur
is afhankelijk van de aanwezige ver-
warmingsketel en de uitrusting voor
verwarming en regeling.
Via de ketelcodeerstekker is een mini-
male ketelwatertemperatuur ingesteld
die ter bescherming van de ketel moet
worden aangehouden.
Functies
De ketelwatertemperatuur wordt door de
volgende apparaten geregistreerd:
■ Veiligheidstemperatuurbegrenzer
STB (vloeistofuitzetting)
■ Temperatuurregelaar TR (vloeistofuit-
zetting)
■ Keteltemperatuursensor (weerstands-
verandering)
132
■ In combinatie met Therm-Control:
bij een te lage gewenste temperatuur
op de sensor van de Therm-Control
wordt de gewenste ketelwatertempe-
ratuur verhoogd.
■ Bij het verwarmen van de warmwater-
boiler wordt een gewenste ketelwater-
temperatuur ingesteld die 20 K boven
de gewenste tapwatertemperatuur ligt
(wijziging via codeeradres "60" in de
groep 3 "Warm water").
Maximumbegrenzingen regelgebied
■ Veiligheidstemperatuurbegrenzer
STB 110/100 ºC
■ Temperatuurregelaar TR 95/100 ºC
■ Elektronische begrenzing maximum-
temperatuur:
– Instelbereik: 20 tot 127 ºC
– Wijziging via codeeradres "06" in
groep 2 "Ketel"
Minimumbegrenzingen regelgebied
■ Regeling van de ketelwatertempera-
tuur bij normale werking en ingescha-
kelde vorstbescherming is afhankelijk
van de betreffende verwarmingsketel