Installatie met één ketel – externe regeling aansluiten
Instellingen
■ Coderingen in groep 2"Ketel":
– "02:1" voor tweetraps brander
– "02:2" voor modulerende brander
– "01:1" voor installatie met één ketel
(toestand bij levering)
■ De ketelwatertemperatuur moet op de
laagste waarde worden ingesteld.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
Temperatuurregelaar
Elektronische maximumbegrenzing van de ketel-
watertemperatuur, codeeradres "06" in
groep 2 "Ketel" op Vitotronic 100
Maximumtemperatuur van de lokale regeling
Externe vraag via 0 –10 V-ingang
Aansluiting op 0 – 10 V-ingang van uit-
breiding EA1 (zie pagina 184).
De verwarmingsketel wordt op de
benodigde minimumtemperatuur
gehouden.
■ Als er een boilertemperatuursensor is
aangesloten, wordt de boilertempera-
tuurregeling geactiveerd.
■ De instellingen van de veiligheidstem-
peratuurbegrenzer en de overige
instellingen zijn afhankelijk van de uit-
rusting van de installatie met de veilig-
heidstechnische inrichtingen volgens
EN 12828 of EN 12953.
110 °C
100 °C
95 °C
90 °C
[{{]
0-10V
aBJ
1 2
S P
Ö
= 0-10 V
+
Montageverloop
100 °C
87 °C
85 °C
80 °C
f-]
fÖ
A
L ? N
N
L
?
230 V~
83