Boilertemperatuurregeling
Gewenste tapwatertemperatuur
De gewenste tapwatertemperatuur is
instelbaar van 10 tot 60 °C.
Via codeeradres "56" in groep 3 "Warm
water" kan het gewenste gebied tot
95 ºC worden vergroot.
Installatie met boilerlaadsysteem
De genoemde functies gelden ook in
combinatie met een boilerlaadsysteem.
De volgende coderingen instel-
len: "4C:1", "4E2" in groep 1 "Alge-
meen", "55:3" in groep 3 "Warm
water" (zie volledig overzicht van de
coderingen).
Regelverloop
Codering "55:0" in groep 3 "Warm
water", boilerverwarming
Warmwaterboiler wordt koud, (gewenste
waarde −2,5 K, wijziging via codeer-
adres "59" in groep 3 "Warm water"):
■ De gewenste ketelwatertemperatuur
wordt 20 K hoger ingesteld dan de
gewenste tapwatertemperatuur (wijzi-
ging via codeeradres "60").
■ Pomp aan:
– Van de ketelwatertemperatuur
afhankelijke inschakeling van de cir-
culatiepomp voor de boilerverwar-
ming (codering "61:0"):
De circulatiepomp wordt ingescha-
keld als de ketelwatertemperatuur
7 K hoger is dan de tapwatertempe-
ratuur.
– Direct inschakelen van de circulatie-
pomp voor de boilerverwarming
(codering "61:1").
(vervolg)
Installatie met tapwateropwarming
door zonne-energie
Via codeeradres "67" in groep 3 "Warm
water" kan een derde gewenste tapwa-
tertemperatuur worden ingesteld.
Boven deze waarde is de nalaadonder-
drukking van de verwarmingsketel
actief. De warmwaterboiler wordt alleen
door het zonnesysteem verwarmd.
Warmwaterboiler is warm, (gewenste
waarde +2,5 K):
■ De gewenste ketelwatertemperatuur
wordt teruggezet op de ingestelde
gewenste waarde.
■ Pompnaloop:
Na de boilerverwarming draait de cir-
culatiepomp zolang tot aan één van de
volgende criteria wordt voldaan:
– Het verschil tussen ketelwater- en
tapwatertemperatuur is minder dan
7 K.
– De weersafhankelijke gewenste
aanvoertemperatuur is bereikt.
– De gewenste tapwatertemperatuur
wordt 5 K overschreden.
– De ingestelde max. nalooptijd is
bereikt (codeeradres "62").
■ Zonder pompnaloop (codering "62:0")
Functiebeschrijving
141