Codering 2
Groep 4 "Zonne-energie"
Codering in uitlevertoestand
Inschakeltemperatuur
thermostaatfunctie ≤ uit-
schakeltemperatuur ther-
mostaatfunctie:
thermostaatfunctie bijv.
voor naverwarming. De
schakeluitgang sS wordt
ingeschakeld als de tem-
peratuur op sensor /
lager wordt dan de
inschakeltemperatuur
thermostaatfunctie.
Inschakeltemperatuur
thermostaatfunctie > uit-
schakeltemperatuur ther-
mostaatfunctie:
thermostaatfunctie bijv.
voor benutting van over-
tollige warmte. De scha-
keluitgang sS wordt inge-
schakeld als de tempera-
tuur op sensor / groter
is dan de inschakeltem-
peratuur thermostaat-
functie.
25:50
Uitschakeltemperatuur
voor thermostaatfunctie
50 °C.
Inschakeltemperatuur
thermostaatfunctie ≤ uit-
schakeltemperatuur ther-
mostaatfunctie:
thermostaatfunctie bijv.
voor naverwarming. De
schakeluitgang sS wordt
uitgeschakeld als de tem-
peratuur op sensor /
groter is dan de inscha-
keltemperatuur thermo-
staatfunctie.
170
(vervolg)
Mogelijke omstelling
25:0
tot
25:100
Inschakeltemperatuur voor
thermostaatfunctie is
instelbaar van 0 tot 100 K.